The Antlers - Burst Apart
French Kiss Records
Hoe het heilig muziekvuur brandend houden, nadat die allesbeslissende succesplaat je voorgoed uit de anonimiteit heeft gesleurd? Een vraag die The Antlers beantwoorden met ‘Burst Apart’. De band uit Brooklyn is met hun nieuwe album op een kruispunt aanbeland: je hoort ze twijfelen of ze nu richting Grizzly Bear Mountain gaan of toch maar naar Snow Patrol Valley.

Uiteindelijk zijn mensen grosso modo in drie groepen te verdelen. Er zijn zij die net de liefde van hun leven gevonden hebben en zich al huppelend richting toekomst begeven; dan heb je mensen die zich met wat overtollig vet in een langzaam voortkabbelende relatie bevinden. Tenslotte zijn er diegenen die door The Kleenex Company samen met hooikoortspatiënten worden aangeduid als target market number one: de eenzamen.
Laat opper-Antler Peter Silberman nu net tot deze laatste groep behoren. Het eerste succesvolle album van het trio, het twee jaar oude ‘Hospice’, wisselde ballads af met indiesongs, een majestueus noisetapijtje hier en daar kreeg je er gratis en voor niks bij. Een gezellige boel werd het echter zelden op ‘Hospice’ en dat is ook bij hun tweede worp niet veranderd: je wil ‘Burst Apart’ niet per ongeluk in de auto opzetten wanneer je vrijdagavond onderweg bent naar de club. Gelukkig voor onze lever duurt zo'n vrijdagavond ook niet eeuwig en voor de rest van de week valt er wel degelijk wat moois te ontdekken op deze plaat, al moeten we er soms wel naar zoeken.
‘Burst Apart’ is op z'n best wanneer de dooi even inzet en de laag pathos begint te smelten. Rolled Together is zo'n hoogtepunt: warme lagen van orgelklanken en spaarzame drums met een soulvolle vocal eroverheen. Je krijgt er zin in lasagna van en begint te denken dat alles wel goed komt, meer kun je niet van een song vragen.
No Widows wiegt lekker onheilspellend weg en ergens tussen de industriële beat, de godverlaten synths en de vergevende gitaartokkel klinkt het alsof Beach House een New Wave-song wou maken. Dan is er nog het feeëriek galmende anthem I Don't Want Love: een glinsterende ballad waar je probeert te cool voor te zijn, maar die toch onvermijdelijk onder de huid kruipt. De geloofwaardigheid van Silbermans ijle vocal is hier en elders op het album één van de sterkste punten van The Antlers.
Dan zijn er nog wel één of twee verdienstelijke nummers, maar al bij al blijft ‘Burst Apart’ een mager beestje. Een slaapverwekkende ode aan de nacht als Tiptoe zou bijvoorbeeld nooit op een plaat met sóngs mogen staan. Corsicana spoort je aan om leukere dingen te gaan doen zoals strijken of je belastingsbrief invullen. Een totale flop is het niet, maar er staan te weinig songs op deze plaat die écht moeten bestaan.