The Black Keys - Turn Blue

Nonesuch Records

RIP The Black Keys. Die gedachte overheerst na de eerste luisterbeurt van hun achtste worp. De vettige, rauwe bluesrockers van 'Brothers' of pakweg 'Rubber Factory' zijn niet meer. Weg de kwajongens die muffe schuren op hun grondvesten deden daveren en op hooibalen hun frustraties en ergernissen van zich af rockten.  ‘Turn Blue’ is een therapeutische plaat geworden. Aan de microfoon een gebroken man die moedeloos zijn gemis tracht te verkroppen en noot per noot zijn annus horribilis verteert, met stropdas nonchalant rond de nek. Meelijwekkend, maar je weet wat ze zeggen over artiesten met liefdesverdriet.

Turn Blue



Een gebroken hart leidt niet zelden tot geniale muziek en Auerbach heeft zijn deel aan scherven gehad de afgelopen tweeënhalf jaar. Depressies en huwelijksperikelen maken dat de man kan putten uit een diep vat vol miserie, dat hij bij deze kan uitgieten als ware het een verdovend medicijn tegen de pijn. Deze plaat is deel van een rouwproces, zoals ook de titel aangeeft. Blauw was namelijk de kleur van de rouw in de zeilscheepvaart. Schepen die op hun reis hun kapitein of officiers verloren voeren met een blauwe vlag en kregen een blauwe band rond de romp geschilderd.  We verwachtten dan ook dat in ‘Turn Blue’ meer blues dan ooit vervat zou zitten.

Sloegen wij de bal even mis. Pijn en verdriet komen in de teksten zeker tot uiting, maar wel in een onpersoonlijke, vrij conventionele verpakking. Van weemoedige blues geen sprake, al ontwaar je hier en daar een spatje melancholie in de vorm van een gevoelig gitaarrifje. Toch bracht het geleden hartzeer tegen de verwachtingen in geen delicate, authentieke plaat voort. Gemiste kans.

De afslag richting mainstream lijkt nu definitief genomen, en dat heet geen donderslag bij heldere hemel te zijn: op hitplaat ‘El Camino’ helden Auerbach en kornuiten al over naar een uitgelaten festivalband met songs die meer dan ooit radio proof waren, weliswaar zonder hun roots helemaal te begraven. 'El Camino' was een inslaand succes; de band speelde festivalweide na festivalweide plat met z’n aanstekelijk enthousiasme, lekkere riffs en smeuïge dynamiek.

Met ‘Turn Blue’ lijken ze in de slipstream van hun voorganger te mikken op het brede festivalpubliek: het geheel luistert makkelijker, is minder zwaar en woelig dan het broeierige ‘keldermateriaal’ uit de pre-'El Camino'-periode. "Evolueren" heet dat zeker? Hun volste recht uiteraard, al is de diversiteit binnen het rocklandschap daarmee weer een beetje gekrompen. Het ‘voor-elk-wat-wils syndroom’ heeft vaak als kwalijk neveneffect dat het de authenticiteit van de band wegvijlt. Ter verdediging: je moet al heel stevig in je schoenen staan om te weerstaan aan de lucratieve lokroep van de commercie.

‘Turn Blue’ zal het succes van ‘El Camino’ niet kunnen evenaren. Nochtans bevat het enkele steengoede songs: Fever is van hetzelfde kaliber als Gold On The Ceiling en dat melancholisch streepje gitaar in combinatie met de galmende, landerige klaagzang van Auerbach in het gemoedelijke In Our Prime is magisch. Maar in tegenstelling tot op de voorganger vallen er – uitgezonderd Fever – geen übercatchy refreinen te bespeuren, vette Little Black Submarines-solo’s al evenmin en melodieën die je lijf met adrenaline injecteren als was je een hitsige puber in een striptent zijn ook ver weg.

Er heerst tekstuele verbittering, in Waiting On Words zelfs quasi berusting ("Oh, goodbye/ I heard you were leaving/ Won't try changing your mind") en achter de kalme gitaar in de titeltrack gaat een knagend verdriet schuil ("It gets so heavy at times but what more can I do/ I got to stay on track just like pops told me to"). Toch klinkt de boel paradoxaal genoeg opgewekter en luchtiger dan je zou verwachten. It’s Up To You Now is een mediocre poprocksong en bij de afsluiter – het swingende uptemponummer Gotta Get Away, een cocktail van country en surfrock, alstublieft – blijft er niets meer over van de grauwe bluesrockers die The Black Keys ooit waren. Evolution is a bitch, hoort u ons net niet denken.

Deze plaat is geen hitmachine en al helemaal geen vintage The Black Keys – het is wennen. De trouwe Black Keys-fan zal een paar luisterbeurten nodig hebben om ‘Turn Blue’ echt te smaken, en anders is heimwee zijn deel.

23 mei 2014
Quentin Soenens