The Bony King Of Nowhere - The Bony King Of Nowhere

PIAS Records

De cover van “The Bony King Of Nowhere”, de derde studioplaat van Bram Vanparys, geeft al een treffend beeld voor de plaat: sober, ernstig en alsof ze enkele tientallen jaren geleden gemaakt zou kunnen zijn. Met deze soloplaat heeft Vanparys alleszins niet voor de gemakkelijkste weg gekozen.

The Bony King Of Nowhere



De afgelopen vier jaar zijn snel gegaan voor de jonge Gentenaar. Weinigen hebben op zo’n korte tijd zo’n grote evolutie gemaakt. Bij de release van zijn debuut “Alas My Love” was het nog niet geheel duidelijk welke richting hij zou uitgaan: meer Radiohead of meer richting klassieke songschrijvers. Deze plaat is daar een zeer duidelijk antwoord op.

De vergelijkingen met Leonard Cohen en vooral Bob Dylan zijn ondertussen tot in den treure gemaakt. Uiteraard niet geheel onterecht (de titels van zijn nummers alleen al zijn erg Dylan), maar toch horen we hier eerder een beginnende Jeff Buckley. Vooral zijn stem doet aan die laatste denken, al komt hij soms toch net iets te klagerig over. Ook muzikaal is Vanparys een pak minder avontuurlijk.

De nummers zijn uitgepuurd, eerlijk, melancholisch en bijzonder sober. De muzikale elementen die zijn vorige twee platen een zeker popgehalte gaven zijn verdwenen en dat maakt het geheel niet bepaald licht verteerbaar. Vanparys nam de nummers op één avond op, helemaal alleen in een huis in de Ardennen, na een intense regenbui. Het klinkt haast te romantisch voor woorden, maar je hoort als het ware effectief het haardvuur knisperen op de achtergrond.

Door deze aanpak vormt de plaat wel een samenhangend geheel dat zelfs doet denken aan “Pink Moon”, het meesterwerk van Nick Drake. Zeker nummers als Valerie of Rain Falls Down On Mirwart huizen in dezelfde sfeer, terwijl Night Of Longing dan weer eerder Elliott Smith in herinnering brengt. Opvallend is het wel dat, gelukkig voor hem, Vanparys minder kwellingen, twijfels en donkere gedachten heeft dan voornoemde, overleden heren.

Deze plaat is een gedurfde en op zich knappe zet, maar langer dan de negen nummers die ze telt, had ze ook niet moeten duren. Het geheel kabbelt soms iets te veel voort in plaats van echt naar de keel te grijpen, wat Vanparys nochtans al voldoende gedaan heeft in het verleden. Live zal dit daarentegen hoogstwaarschijnlijk wel voor kippenvel zorgen.

18 november 2012
Tom Weyn