The Cure - 4:13 Dream

Geffen Records

Even zag het er naar uit dat ‘4:13 Dream’ de nieuwe ‘Chinese Democracy’ ging worden. Het album werd talloze keren uitgesteld en ook het concept (aanvankelijk zou het een dubbelaar worden) ervan werd meermaals gewijzigd. Uiteindelijk is het dertiende studio-album van The Cure dan toch verschenen, maar Robert Smith en compagnie spelen blijkbaar iets te uitdagend met dat ongeluksgetal.

4:13 Dream



Toen The Cure in het begin van dit jaar een weergaloos drie uur durend concert gaf in het Sportpaleis, waren we ervan overtuigd dat ze na het matige ‘The Cure’ uit 2004 een nieuwe adem gevonden hadden. De drie nieuwe nummers die we daar te horen kregen klonken veelbelovend. Zo is The Only One (toen nog Please Project) een uitstekende single die perfect in het rijtje van Close To Me en Inbetween Days past. Het prachtige A Boy I Never Knew is om onbegrijpelijke redenen van de tracklist geschrapt, maar Freakshow zouden we zonder twijfelen het hoogtepunt van ‘4:13 Dream’ kunnen noemen: fris, kort, dynamisch. Jammer genoeg is het een eenzaam hoogtepunt.
De productie van ‘4:13 Dream’ was in handen van Robert Smith en Keith Uddin (Nick Cave, Oasis, maar evengoed Kelly Clarkson, Atomic Kitten en Blue). We weten niet of het aan deze laatste ligt of aan Robert die wat ouder wordt, maar de hele plaat klinkt opvallend luchtig en poppy. Op tekstueel vlak is er niet veel veranderd, de meeste teksten zouden evengoed twintig jaar geleden geschreven kunnen zijn. Liefde is, zelfs na een huwelijk van twintig jaar, nog steeds het centrale thema.
Gelukkig zijn er toch nog enkele donkerdere nummers terug te vinden: opener Underneath The Stars met zijn typisch Cure-gerinkel en heerlijk lange intro, het nietszeggende Switch en het slepende The Scream. Smith beweerde overigens onlangs dat er nog een plaat zou verschijnen met donkerder materiaal. Wanneer we deze nummers horen, weten we nog niet zeker of we daar naar moeten uitkijken of ons hart moeten vasthouden.
Verder onthouden we enkel Sleep When I’m Dead (dat oorspronkelijk in 1985 op ‘The Head On The Door’ zou verschijnen) en de afsluiter It’s Over met die heerlijke drive in het begin van het nummer. Ook de manier waarop Smith het refrein zingt in The Hungry Ghost wist ons enkele decennia terug te voeren en deed ons in combinatie met de scherpe gitaarlijn zowaar even euforisch worden. Schieten nog over: zes nummers die over het algemeen compleet aan ons zijn voorbijgegaan of ons haast ergerden (The Real Snow White). Niet bepaald een positieve eindbalans.
Wanneer The Cure hetzelfde tempo aanhoudt dat ze nu al zestien jaar aanhouden, moeten we pas in 2012 een nieuwe plaat verwachten en dat lijkt ons geen slechte zaak. Het nieuwe materiaal is in vergelijking met vroeger werk compleet overbodig en dat geeft hen dus genoeg tijd om met dat oude werk de baan op te trekken. ‘4:13 Dream’ doet ons namelijk vooral verlangen naar vroeger.
3 februari 2014
Tom Weyn