The Good, The Bad & The Queen - Merrie Land

Studio 13

Merrie Land

Donderdag 23 juni 2016, vlak voor het concert van Damon Albarn & The Orchestra of Syrian Musicians op Glastonbury komen de eerste resultaten van het Brexit referendum binnen. Vol verbijstering probeert de frontman van onder meer Blur en Gorillaz zijn Syrische collega’s uit te leggen wat er aan de hand is. Twee jaar later tracht hij de problematiek vorm te geven met een album. ‘Merrie Land’ schetst een weinig hoopvol toekomstbeeld voor onze vrienden aan de overkant van het kanaal.

We zullen meteen met de deur in huis vallen, dit was geen gemakkelijke zit. Tekstueel gaat deze plaat zeer diep en muzikaal is het niet de toegankelijkste. Dergelijk album met The Good, The Bad & The Queen maken was wat ons betreft dan ook een logische beslissing: te beladen onderwerp voor Gorillaz, te weinig hit potentieel voor Blur en niet persoonlijk genoeg voor een soloplaat.

Na een korte intro volgt het titelnummer dat drijft op een onheilspellend orgeltje en bol staat van de Brexitreferenties. “If you're leaving please still say goodbye / And if you are leaving can you leave me my old flag”. Wat later vraagt Albarn zich af waarom de man in de straat zich in hemelsnaam aansluit bij de elite “You were the ones who work together / Put the money in the pockets / Of the few and their fortunes (…) They are graceless and you shouldn't be with them”. Leugens werden verkocht in blinkende verpakking.

Al snel blijkt dat ‘Merrie Land’ vooral een tekstueel snoepje is geworden. Maar het zou het bijzonder ongemanierd zijn om de rest van band te negeren. Drummer Tony Allen (Fela Kuti) en bassist Paul Simonon (The Clash) verdienen een meer dan eervolle vermelding voor hun strakke flow en aparte ritmes. Gitarist Simon Tong (The Verve) vertoeft op de achtergrond en dient vooral het grotere geheel. Nummers als Nineteen Seventeen en The Great Fire laten een band horen die in de muzikale Champions League (of Premier League, om in het thema te blijven) speelt. Het zijn twee absolute prijsbeesten waar er een perfecte synergie tussen muziek en tekst heerst. 

Drifters & Trawlers is een klein liedje dat ons, door een vreselijk aanstekelijk fluitje, zin doet krijgen in een pint Guinness in een donkere Ierse pub. Lady Boston trekt naar het zuidoosten van de Britse eilanden en doet beroep op de heren van het Côr y Penrhyn koor uit Wales. Ze sluiten het nummer a capella af: “Dwi wrth dy gefn, dwi th dy gefen di”, wat zoveel wil zeggen als ‘Je kan op mij rekenen’. Dan krijgen zelfs de stoerste beren op onze redactie een paar tranen in de ogen.

The Last Man To Leave is een door waanzin aangedreven verwijt aan de oude generatie die alles naar de kloten hielp. Albarn, gewikkeld in een met de Union Jack versierde dwangbuis, kijkt vanuit het dichtstbijzijnde gekkenhuis toe hoe zijn geliefde land steeds meer verdeeld raakt. Afsluiter van dienst is The Poison Tree, een bitterzoet liefdeslied, dat fantastisch werkt door het contrast met zijn voorganger. “I'll see you in the next life / I'll set you free / To find your promised land”, van op de krijtrotsen in Dover zwaait Damon Europa vaarwel. Of hij vrede heeft genomen met de situatie is niet duidelijk, maar dat hij er zich bij neerlegt des te meer.

Ondanks dat het allesbehalve een makkelijk te verteren hap was, zal dit politieke sprookje nooit mooier verteld worden dan door de heren van The Good, The Bad & The Queen. Of het een plaat is die we elke maand gaan beluisteren, durven we te betwijfelen. Maar wanneer we vol weemoed terugdenken aan rode dubbeldekkers, Monty Python, Fish and Chips en figuren als Nigel Farage, zal ‘Merrie Land’ gegarandeerd op de achtergrond spelen.

9 december 2018
Nick Van Honste