The Letter Yellow - Walking Down The Streets
Eigen beheer
Bij een goepsnaam als The Letter Yellow verwachtten we of psychedelica of tegen postrock aanschurkende noise. Maar op ‘Walking Down The Streets’ van The Letter Yellow vinden we geen van beiden. Ze komen uit Brooklyn, ze zijn een band, en op hun eerste plaat klinken ze als een singer-songwriter, die samen met een Smiths-tributeband een countryplaat heeft gemaakt. ‘Walking Down The Streets’ is een sterk, verrassend en bijzonder charmant debuut.

De eerste kennismaking met ‘The Letter Yellow’ – de groep bestaat nog geen twee jaar – is een prettige. ‘Walking Down The Streets’ is een heerlijke, ouderwetse plaat: gitaareffecten werden opgenomen (en niet achteraf aan de "cleane" opnames toegevoegd); de bas klinkt in je ene oor, de gitaar in je andere; en de (schaarse en korte) gitaarsolo’s verhuizen in enkele seconden van links naar rechts.
Zanger, songwriter en drijvende kracht Randy Berida klinkt soms als een ver neefje van Roddy Frame of Lloyd Cole, maar doet met zijn melancholisch slepende stem zowel in de lage als in de hoge noten vaak sterk aan Morrissey denken. En zelfs de lyrics knipogen nadrukkelijk naar die Britse halfgod. Hold Me Steady is rechtsreeks verwant aan Ouija Board en had op een van Morrissey’s soloplaten kunnen staan. En gitaren kringelen en twinkelen op deze plaat zoals in de beste Johnny Marr-dagen.
I can’t get A wordt ondersteund door een droevige (maar niet te droevige) Thurston Moore-riff. Net zoals Bert Dockx maakt Randy Berida een wandeling door zijn stad. Maar in tegenstelling tot Flying Horseman, is The Letter Yellow optimistisch gestemd. De songs en de arrangementen wonen in dezelfde straat als die van The Marcy Playground en dat is nog steeds een goeie "neighbourhood".
In songs als het uitermate grappige Hooray He’s Not Dead (met een mooi opkringelende Marr-gitaar) toont Berida zich een aandachtige observator van de tafereeltjes, die zich tijdens de wandeling door zijn buurt afspelen. Een kinderspel loopt ei zo na fout af, maar het valt allemaal nogal mee en hoera, hij is niet dood.
It’s Monday And I’m Dreaming is vrolijk huppelende britpop-uit-Brooklyn? die eender waar ter wereld het maandagochtendgevoel doet verdwijnen met zonnige Afro-gitaren. I Got You’ had één van Jeff Buckleys lichtere songs kunnen zijn. En zo volgt de ene bescheiden popparel de andere op: de Beatlesiaanse boogie-woogie van 14 Bar Blues, de Morrissey-pastiche Out On The Streets, de powerpop van Out In The Sun Making Waves’, (dat vreemd genoeg de riff van I Got You recycleert) of de dromerige psychedelische folk van Southern Bound.
Het jazzy niemendalletje Hope Street had voor ons niet gehoeven en deze groep heeft zeker nog groeimarge. Maar een mooie, pretentieloze, ontroerend naïeve, met veel liefde en vakmanschap gemaakte popplaat, die geen enkele andere pretentie heeft dan u en ons een mooi moment te bezorgen, dat noemen wij nog eens een lovenswaardig debuut. En in eigen beheer nog wel.