The Me In You - Stuart Conroy (1974 - 1978)

Final 500

Wie herinnert zich nog het mooie, maar ondertussen al zes jaar oude The Girl In Armour van The Me In You?

Stuart Conroy (1974 - 1978)

2012 was een berenjaar voor The Me In You. En ook de titelloze plaat van drie jaar later stond vol moois, maar dit keer volgden de radio en de grote festivals niet. Ook nu, met de derde plaat, die toch al een tijdje uit is, veroorzaakt het vijftal amper rimpels.

Dat is jammer, maar de nieuwe plaat telt dan ook geen enkele single (hoewel Mixing The Beats Of Love daar best voor zou kunnen dienen) en wordt het best in zijn geheel geconsumeerd. En wie doet dat nog anno 2018? ‘Stuart Conroy 1974 – 1978’ herbergt nochtans een aantal ontroerende songs en heeft een bijzondere ontstaansgeschiedenis.

Drummer Franky Saenen vond op zijn zolder een doos met foto’s, flarden songtekst en een cassette vol probeersels van een in ons land verdwaalde Schot. De band toog aan de slag met het gevonden materiaal als inspiratiebron en zocht ondertussen verder naar de oorsprong van het materiaal. Dat leverde niet meteen resultaat op, maar ondertussen kregen de songs wel vorm. Het weinige dat ze van Stuart Conroy wisten, gebruikten de vijf om een soort van soundtrack te maken bij diens leven, uiteraard geïnjecteerd met een pak melancholie naar het Glasgow en het Diest van de jaren zeventig.

Toen vond de broer van Han Wouters een reëel spoor en was de band van oordeel dat het toch raadzaam was om contact op te nemen met de man die hen onbewust inspireerde. Helaas bleek Conroy al overleden te zijn, maar zijn dochter bezwoer de band dat hij trots zou zijn om te horen dat zijn probeersels andere muzikanten hadden geïnspireerd.

Een zucht van oplichting ontsnapte in het Hageland, want de plaat was toen eigenlijk al klaar. Wie de songtitels analyseert, ontdekt verschillende hints naar de cassette en naar het leven van Conroy. Zo leefde hij in East Kilbride en verwijst Koudijs naar een toren nabij het huis waar de doos gevonden werd.

Ook dit keer drukte producer Gaëtan Vandewoude zijn stempel op het songmateriaal: de nochtans kil aandoende elektronica wordt warmte ingeblazen door analoge instrumenten, akoestische gitaar en voorzichtige drums terwijl ook de liefhebbers van etherische gitaarlijnen worden verwend. Het geheel klinkt heel filmisch, wat niet zo vreemd is, als je weet dat de mannen een soort van soundtrack voor ogen hadden.

‘Stuart Conroy 1974 -1978’ is geen plaat voor de hitparades, maar eerder eentje die, zoals die van Nick Drake of Linda Perhacs, over zoveel jaar zal herontdekt worden en een cultstatus zal verwerven. Vooral de ontroerende tracks A Man In Doubt en This Morning Light zullen daarvoor zorgen samen met Shirley’s Dream waarin de band aan de slag ging met de vocoder.

Duik hier in het verhaal over de plaat die ondertussen ook bij de familie Conroy is aanbeland samen met de doos waarmee alles begon.

20 maart 2018
Marc Alenus