The National - First Two Pages Of Frankenstein

4AD

First Two Pages Of Frankenstein

1999, Ohio (VS). Vijf mannen komen samen onder de naam The National om hun zondagen muzikaal door te brengen. Lichte indierock die handelt over omgaan met het leven wanneer tram drie passeert en je eigenlijk geen flauw idee hebt van wat te doen met jezelf. 

2023, New York (VS). Dezelfde vijf mannen komen nog steeds samen onder de naam The National. De lichte indierock is er nog steeds, de strijd met het leven eveneens. Bijna dertig jaar later heeft de band drie tijdloze meesterwerken op haar naam staan en verkopen ze wereldwijd zalen uit. Artistieke en commerciële hoogdagen zijn hun deel, al scheelde het niets of de band hield het voor bekeken.

Doorheen de jaren vond het vijftal elk een individuele uiting voor de creativiteit. Tel daar nog een pandemie bij, die de band voor het eerst in twintig jaar een halt toeroept, en je hebt al snel de recepten voor een sputterende motor. Ondertussen zat frontman Matt Berninger met een serieuze writer’s block die hem richting depressie begon te duwen. Dus ja, deze plaat kon het testament van The National geweest zijn. Zo ver is het gelukkig niet gekomen. Desondanks is de euforie op ‘First Two Pages Of Frankenstein’ bijzonder schaars.

Opener Once Upon A Poolside maakt meteen duidelijk dat we met één doos Kleenex en de dagelijks aanbevolen hoeveelheid Xanax de plaat niet kunnen uit luisteren. Een simpele pianoballad waar de band al jaar en dag een patent op heeft, maar die zich meteen richting onmiskenbare parels als Light Years of Pink Rabbits katapulteert. De subtiele backing vocals van Sufjan Stevens doen de eerste traantjes opborrelen. Zinnen als “Everything is different / Why do I feel the same?”, tonen aan hoe diep onze favoriete sociaal incapabele frontman heeft gezeten. 

Eucalyptus is het pijnlijke relaas van een scheiding waarin Berninger alle bezittingen achter zich wil laten. Het zijn de kleinigheden in zijn schrijven die hartverscheurend herkenbaar zijn voor iedereen die ooit in die situatie heeft gezeten. “You should take it, cuz I'm not gonna take it / You should take it, I'm only gonna break it.” De ongemakkelijke jonge dertiger, die in zatte buien droomde over die onbereikbare vrouw, blijkt twintig jaar later nog even onzeker als toen. De emotionele catharsis, die in het nummer zit, zal helaas nergens meer gehaald worden op de plaat. Toch is de plaatsing vooraan de plaat een sterke keuze. Alsof de band al wil aantonen dat de moeilijke periode is aangekaart en dat de rest van de plaat een verwerkingsproces is.

Een verwerkingsproces dat samengaat met uitersten. New Order T-shirt klinkt alsof we ChatGPT een generische The National-song lieten schrijven. Instrumentaal zeker aanlokkelijk, maar het lijkt allemaal iets te hard een persiflage op wat de band denkt te moeten maken. This Isn’t Helping doet dan exact het omgekeerde van wat de titel suggereert. Na het uitschuivertje krijgt de band de hulp van Phoebe Bridgers, die met verzachtende stem Berninger op het juiste pad probeert te helpen. Tekstueel is het dan weer een ontroerende interpretatie van "goede bedoelingen plaveien de weg naar de hel". 

Toen we enkele maanden geleden Tropic Morning News voor de voeten kregen geworpen, was ons gedacht niet uitgesproken positief. Wijsheid leek nog maar eens te voet te komen, want ondertussen is het nummer uitgegroeid tot een blijvertje. Al blijft de mix een heikel punt. Geef ons een live versie van deze song en we zijn er zeker van dat de hoogdagen zullen weerklinken. Maar aan het mengpaneel klinkt het toch allemaal iets te dof. Een punt dat we willen maken voor de hele plaat. Waar de band vroeger een bijzonder organisch geluid kon combineren met orchestrale klanken, klinkt het hier allemaal veel synthetischer.

Over Alien en The Alcott willen we het kort houden. Het eerste nummer is weinigzeggende middenmoot. The Alcott is het ondertussen veelbesproken "Taylor Swift-nummer". Wij noemen het hipsterknuffelrock, een genre waar de band in het verleden al mee flirtte , ahum I Need My Girl, maar Taytay doet er hier nog een schepje bovenop. We willen zeker geen afbreuk doen aan de artistieke verdiensten van Swift of - erger - de indiepurist uithangen. Maar geef ons dan maar een samenwerking met een Sharon Van Etten of Phoebe Bridgers.

Wat ons naadloos brengt bij de tweede contributie van Bridgers. Your Mind is Not Your Friend begint opnieuw met een zacht pianoriedeltje. Een trucje dat we stilaan gehad hebben op deze plaat, maar voor de vocals van Bridgers willen we dat gerust door de vingers zien. Toch ligt de kracht van het nummer niet in de vocalen, maar in de strijkers die subtiel, maar toch abrupt de aandacht opeisen eens de song zich naar het einde begeeft. Of hoe Dessner zich als klassiek componist steeds beter is gaan ontwikkelen doorheen de jaren. Deed hij dat nu ook maar in de studio…

Afsluiter Send For Me had zo een plaatsje kunnen krijgen op ‘Sleep Well Beast’, het laatste unaniem goed ontvangen album van de band. Het is allerminst een song voor de eeuwigheid, maar toont dat The National ook nog steeds dat aspect van de portfolio aankan. Al is het wat ons betreft geen lied dat de positie van afsluiter eer aandoet. 

The National is terug, leve The National. Dat is na twee weken ‘First Two Pages Of Frankenstein’ de voorlopige conclusie. Twee keer zagen we glimpsen van genialiteit, één keer werd onze hartslag verhoogd en werkt het pak Kleenex erdoor gejaagd. Toch blijft de algemene teneur dat deze plaat zowel voor de band als voor de luisteraar als automatische piloot lijkt aan te voelen. Wetende waar The National en vooral Berninger vandaan komen in het productieproces, verwijten we hen (voorlopig) niets. Maar we nemen toch de harde beslissing om dit de minste plaat uit de discografie te noemen. De zoektocht naar het experiment en de existentiële drang lijken weg, de knuffelrock voor de burgerij loert om de hoek. De band lijkt toe aan herbronning, al is het maar zeer de vraag of The National het soort band is dat met een ‘Achtung Baby’ of ‘Kid A’ op de proppen zal komen.

14 mei 2023
Nick Van Honste