The Necks - Vertigo
Northern Spy Records
De uit Sydney afkomstige The Necks tekenden met ‘Vertigo’ voor een van de boeiendste, muzikale releases van 2015. ‘Vertigo’ dus, of het onwerkelijke gevoel dat alle objecten om je heen lijken te dansen. Op plaat vertaalt zich dat tot één, net geen vierenveertig minuten durende track van het experimentele trio bestaande uit Chris Abrahams op piano en Hammond, Tony Buck op drums, percussie en elektrische gitaar en Lloyd Swanton op bas.

Het is het achttiende album inmiddels van The Necks, een band waarvan de chemie zich niet gemakkelijk laat beschrijven. Het trio staat bekend om langere composities, die maar gaandeweg hun geheimen blootgeven; een trio ook, dat met recht en reden aanspraak kan maken op zijn eigen soundwereld. Hun hele carrière laat zich vatten in twee albumtitels, respectievelijk: ‘Open’ en ‘Mindset’, maar ook live zorgt het trio voor een belevenis; zoals onder meer bleek tijdens een opgemerkte passage op Le Guess Who.
En nu is er dus ‘Vertigo’. Eén track, één haast onbeschrijfbare, muzikale belevenis. Voor niet-ingewijden: men betreedt als luisteraar de wereld van The Necks best met enige voorzichtigheid. Dat blijkt ook uit dit album. Het trio weet een bijzonder duistere, spannende en beklemmende sfeer op te roepen.
Zo krijg je op de achtergrond allerlei heavy distorted sounds te horen terwijl laagjes piano op elkaar gestapeld lijken te worden. In dat pikdonkere geluid hoor je gaandeweg subtiele drumtikjes. De indruk ontstaat dat de muzikanten wat in het wilde weg spelen, maar net het tegendeel blijkt waar. Het is om duizelig van te worden.
Dit is net een bijzonder afgemeten, geluidsmatige ervaring, een ambient soundscape waarbij elk detail er werkelijk toe doet. Met dit soort impressionante werkstukken weet het trio een eigen plaats in de muziek op te eisen. Iets wat ook Brian Eno opgevallen is, gezien hij de band vroeg voor een reeks optredens.
En toch blijft ‘Vertigo’ een traag en eerder donker album dat zich niet zo gemakkelijk laat vatten. Niet dat het ontoegankelijk is; wel integendeel, maar het vraagt wel een zekere inspanning van de luisteraar. Bij meerdere luisterbeurten vallen bepaalde, kleine motiefjes en patronen op, die in zekere zin een houvast vormen.
Het grote kantelmoment situeert zich omstreeks minuut twintig. Na de ingehouden frictie wordt de relatieve stilte opgezocht. Even toch, want richting het halfuur zijn het net de kleinere details die het verhaal maken. Niet toevallig doet de albumtitel overigens denken aan de klassieker van Hitchcock, waarin vaak ook kleinere subplots het verhaal mee kleur geven. Tweede kantelmoment: rond de dertigminutengrens wordt de duisternis ingeruild voor een lichtere, haast opgewekte sfeer; onder meer dankzij de werkelijk fantastische integratie van gitaarfeedback.
De luisteraar wordt meegenomen op een muzikale trip. Het album overweldigt en doet duizelen. Long live The Necks.