The Temper Trap - The Temper Trap
Infectious Music Ltd.
The Temper Trap is terug met een tweede plaat, die ze ietwat terecht titelloos laten. Waar ze van hun debuut vol gitaarpartijen wereldwijd bijna een miljoen schijfjes verkochten, zal dat nu een pak moeilijker worden. Joseph Greer werd aan boord gehesen en zijn bijdrage is niet minder dan grensverleggend te noemen. Hij bespeelt de keyboards en stuwt op die manier de songs in een andere richting. Of dat genoeg is om de inspiratieloosheid weg te werken willen we nog niet meteen gezegd hebben.. Producer van dienst is Tony Hoffer, een man die ook al achter de knoppen zat bij Beck, Phoenix en M83.

Die onverwachte, loeiende synths in opener Need Your Love voegen al meteen de daad bij het woord. De zang is nog wel herkenbaar roepend, al lijkt de weemoedmantel op het eerste zicht afgelegd te zijn. Met een tamboerijn hier en daar, vocale trapladders en een ingetoomde gitaarsolo als brug doet dit zowaar denken aan Wolf Gang. Over heel de plaat gezien is dit nochtans niet onze favoriete track, laat staan de meest geschikte als single.
De nieuwsintro van London’s Burning gaat over in sober dokkerende synths en frêle gitaargrepen. Later komt daar nog het schelle stemmetje van Mandagi en tintelende gitaartokkels bij die na verloop van tijd de song wat meer karakter bijbrengen. Dan toch die roots niet helemaal vaarwel gezegd. De nuchterheid, die zo kenmerkend was, wordt ietwat aan de kant geschoven in Trembling Hands. Ondanks de poppy aanpak zal hier nog steeds geen zomerhit uitbloeien, maar er wordt al wat meer in zorgeloosheid vergleden. Meerdere, uitgerekte lagen van gitaren en de tekst die ook al wat toegankelijker is knappen erg veel werk op.
Wanneer de stem enkele toonhoogtes lager zakt, brengt dat meteen een iets intiemer gevoel mee in The Sea Is Calling. Het moeten niet altijd de lentedagen zijn die een passende soundtrack meekrijgen! De woordenloze brug komt net op tijd om dit nochtans knappe nummer niet in verveling te doen vervallen. Hopelijk slaan we de bal volledig mis dat dit nummer het meest ondergewaardeerd zal worden.
Ook Rabbit Hole, dat later op de plaat zit, ondergaat dezelfde tendens. Alleen reikt de stem veel hoger. Miracle kijkt spijtig genoeg helemaal de andere richting uit. Te inspiratieloos moet de stem bijna heel het nummer dragen en dat lukt niet helemaal, de rollende synths ten spijt. This Isn’t Happiness lijkt aanvankelijk in datzelfde bedje ziek te zijn, maar herpakt zich na verloop van tijd dankzij een iets meer verkwikkende aanpak.
Andere wegen worden ingeslaan bij Where Do We Go From Here. En daar malen wij niet om. De gitaren tokkelen scherper en de synth surft harmonieus in het kielzog van de zang, die zowel hoge tonen als lage brommen uitstoot. De drums spelen een hele plaat lang de meest anonieme rol, maar zijn hier zeker verdienstelijk.
In Never Again zorgt een dosis elektronica voor een fijne knik in het ritme, maar dat neemt niet weg dat we dit al tien keer eerder gehoord hebben. Iets ruwer gitaarwerk probeert dat nog te verhelpen, maar we raden deze heren toch aan om inventiever uit de hoek te komen op plaat drie. Ook Dreams pakt het wat softer aan en krijgt een digitale toets. Toch zullen Massive Attack of Hurts nooit de concurrentie van dit probeersel moeten vrezen. Niet slecht, maar een percentje te sloom en een tikkeltje te veeleisend voor de zanger.
Het is jammer dat de strijkers pas tijdens I’m Gonna Wait worden toegevoegd, waardoor het meteen veel klassieker en grootser klinkt. Het stemmenkoor, iets wat op de hele plaat stoort, hoefde dan weer niet. Omdat de gitaar en de drums zich beperken tot een kalme zijrol, groeit dit uit tot een melig pareltje verscholen in de donkere mist van dit album. Ook de piano komt (te) laat aan het raam kijken in Leaving Heartbreak Hotel. Net als in The Sea Is Calling steekt het arrangement net niet tegen vooraleer een verfrissende brug de kop opsteekt. In dit laatste tweeluik valt de gemiste kans van de instrumenten op: zowel de strijkers als de piano mochten veel vroeger aangebracht worden.
Zeker geen mislukte "moeilijke tweede" maar als u vraagt wanneer we deze nog eens uit de kast halen, moeten we het antwoord schuldig blijven.