The Time And Space Machine - Set Phazer To Stun

Tirk Recordings

Als je je ouders zo stoned als een ei in de zetel aantreft, dan hebben ze waarschijnlijk The Time And Space Machine onder je bed gevonden en uit nostalgie meteen een joint gefabriceerd bij het horen van dit debuutalbum. De referenties naar de psychedelica van de jaren zestig liggen er zo verfdik op dat je zou denken dat het toen gemaakt is. Laat je oudjes snel ontwaken uit hun roes, want dit is brand new shit.

Set Phazer To Stun



De man die achter al dit onheil schuilt is Richard Norris. Hij stoeit ook nog steeds met David Ball van Soft Cell onder de naam The Grid (herinner je bijvoorbeeld Swamp Thing uit 1994) en samen met Erol Alkan vormt hij het duo Beyond The Wizard Sleeve waarmee hij vooral remixes maakte voor Franz Ferdinand, Chemical Brothers, Goldfrapp en anderen.

Norris wil met zijn The Time And Space Machine terug in de tijd. Hij profiteert van de heropleving van de psychedelica, nu in balearic disco, indierock en indietronica om de haverklap elementen opduiken die eigen zijn aan de stijl. Alleen wil Norris met die elementen niets nieuws creëren, hij wil het exact nabouwen als ware het een modelbouwvliegtuigje. Hij slaagt maar half in zijn opzet: de vleugels ontbreken.

Het eerste deel van de vlucht zitten we met gemak uit. Opener Time And Space neemt ons meteen bij de lurven met een portie hypnotiserende krautrock en in Path Through The Cathedral komt het onvermijdelijke orgel de hoofdrol opeisen. We horen gitaren verwijzen naar blues- en folkrock en sitars proberen ons duizelig te maken. In Set Phazer To Sun mondt dat zelfs uit in onomwonden rock-‘n-roll. Norris houdt duidelijk van lange uitgesponnen breaks die je twee minuten lang kunnen laten verlangen naar de verlossing.

Een eerste hippiegevoel krijgen we pas bij Children Of The Sun en You Are The One. Zes minuten lang neuriën we “We light up the sky for you.” mee en kunnen ons dan pas inbeelden wat het effect van drugs hierop moet zijn geweest. Twee nummers die met andere woorden van je geluidsinstallatie een vliegend tapijt maken.

Spijtig genoeg verliest het album hierna zijn rock-‘n-rollfeeling en verzandt het in oneindig uitgerokken en weinig geïnspireerde nummers. Zeitghost en Infinite klinken enorm flauw, More Cowbell wil met LCD Soundsystem - tja, koebellen - op stap, maar kan hun tred niet volgen. En ook de Neil Young-cover After The Goldrush kan de boel niet meer redden. Het klinkt ons allemaal te langdradig en te zeurderig in de oren.

Met wat schrappen valt hier een meer dan onderhoudend album uit te puren, maar ons wordt het nu na twintig minuten te veel. God, wat zouden wij slechte hippies geweest zijn.

4 mei 2010
Koen Van Dijck