Thinking Plague - Decline And Fall

Cuneiform Records

Sinds het vierde album ‘In Extremis’ (1998) is het Amerikaanse ensemble Thinking Plague toonaangevend in de zogeheten avant-prog, zeg maar de militante voorhoede van de progressieve rock. Negen jaar na de vorige worp (‘A History of Madness’) betekent ‘Decline and Fall’ een triomfantelijke terugkeer aan het front.

Decline And Fall



Spilfiguur is nog steeds gitarist Mike Johnson, die ook de meeste composities voor zijn rekening neemt. Samen met Mark Harris (sax en klarinet) en Dave Willey (bas) vormt hij de vaste kern, deze keer aangevuld met nieuwe cohorten Elaine Di Falco (zang) en Kimara Sajn (drums en keyboards).

Di Falco treedt op bewonderenswaardige wijze in de voetsporen van Deborah Perry en schuift nergens uit op de monotone maar aartsmoeilijke zanglijnen. Sajn is evengoed een aanwinst en imiteert de tegendraadse drumpatronen van David Kerman moeiteloos.

De muziek van Thinking Plague lijkt op het eerste gehoor een aaneenschakeling van polyritmische acrobatieën, maar er is meer aan de hand. Door het minutieus, schijnbaar mathematisch tegenover elkaar plaatsen van ritmes en melodielijnen ontstaat een spanningsveld dat zich voortdurend laat herdefiniëren en opnieuw afbakenen.

Opener Malthusian Dances maakt dit op een briljante manier duidelijk. Uit de opmerkelijke alchemie van harmonieuze en dissonante elementen borrelt een onnavolgbaar spektakelstuk dat ondansbaar klinkt. Maar zet hier een Anne-Theresa De Keersmaeker aan en je zou kunnen eindigen met een wonder.

In I Cannot Fly lijkt de weerbarstige ritmesectie de groep ervan te weerhouden weg te vliegen. Een paradoxaal nummer waarin men een Yesachtige, spirituele sterrenreis lijkt te willen ondernemen, maar – gelukkig – is de missie gedoemd te mislukken. Di Falco’s vocalen komen dicht in de buurt van Jon Anderson. I Cannot Fly klinkt bij vlagen zelfs als een bewerking van en persiflage op Yes’ recentste Fly From Here. Erg boeiend.

Nog uitdagender voor de luisteraar is Sleeper Cell Anthem, waarmee men aanleunt bij RIO-groepen als ons eigenste Univers Zero. A Virtuous Man laat horen op welke diverse manieren je spanning kunt opbouwen. Thinking Plague creëert hiermee zijn eigen Larks Tongues In Aspic, terwijl men toch voldoende afwijkt van het sowieso al eigenwijze King Crimson-idioom.

The Gyre en Climbing The Mountain zetten de sonische exploratie verder, waarbij geen berg te hoog is en geen akkoordenschema afschrikwekkend. Met ware doodsverachting werpt dit vijftal uit Colorado zich als guerrillero’s wederom in de strijd, met misprijzen voor de gebaande paden en het establishment. Die albumtitel slaat dus op het laatste; in het geval van Thinking Plague denken we eerder aan een glorieuze opstanding.

29 augustus 2012
Christoph Lintermans