Titus Andronicus - The Most Lamentable Tragedy

Merge Records

Ach referenties, het is niet meer dan dat. Maar als het dan toch moet, wat dacht je dan van Stiff Little Fingers, Bruce Springsteen en zowaar The Clash als het over die nieuwe dubbelaar van Titus Andronicus gaat.

The Most Lamentable Tragedy



Nu enkel nog even die beloftes waarmaken. Want eerlijk gezegd waren wij Titus Andronicus een beetje uit het oog verloren sinds sinds die memorabele, eerste plaat ‘The Airing Of Grievances’. ‘The Monitor’ staat nog wel in de kast (niet veel meer dan dat), maar ‘Local Business’ viel tussen de plooien. En dan is daar plots een dubbelcd. En wat voor één.

Want hoofdman Patrick Stickles had één en ander te vertellen op deze plaat. En het was niet allemaal even aangenaam. Maar dat had u vast al geraden met songtitels als I Lost My Mind (twee keer, de tweede versie met als bijschrift (DJ) is een cover van die andere depressiepatiënt Daniel Johnston) en I’m Going Insane.

Of u had het misschien kunnen opmaken aan het vervolgverhaal No Future, dat ook op deze plaat gewoon doorgaat. En die toekomst ziet er niet meteen rooskleurig uit. Want deel vier van de saga, met No Future Triumphant als ondertitel, eindigt met het eindeloos herhalen van de kreet “I hate to be awake”. De punky ondertoon van de songs doet de rest. Dus nee, het ging niet echt goed met Patrick Stickles.

Die Johnston-cover is trouwens niet de enige op de plaat. A Pair Of Brown Eyes is er één van The Pogues en wordt ook naar de Titus Andronicus-hand gezet. Het daaraan voorafgaande Come On Siobhàn krijgt dan weer de violen mee en zou misschien zelfs beter bij The Pogues aansluiten. Wie weet is het zelfs een ode aan Shane McGowans zuster. Titus Andronicus heeft immers ooit in het voorprogramma van The Pogues gespeeld.

Maar die referenties dus. De plaat is even afwisselend als The Clash’ meesterwerk ‘London Calling’, Stickles blaft bij momenten even giftig als Jake Burns, zanger van Stiff Little Fingers, naar wiens punk deze heren ongetwijfeld ooit ook geluisterd hebben, en soms lijk je de E Street Band (en meer bepaald de piano van Roy Bittan) te horen in songs als Fired Up.

Het is een hele boterham om door te worstelen. Dat staat vast. Negenentwintig songs, variërend in lengte tussen een halve minuut (de instrumentale flatliner, die afsluiter A Moral is) en negen minuten (het monumentale monster (S)HE SAID (S)HE SAID), maar eens je er een eerste keer bent doorgeploegd, gaat het elke keer beter. En op de duur ben je doodgewoon verslaafd.

Laat ons hopen dat Stickles zijn depressie hiermee te boven is gekomen. Maar ook weer niet te ver te boven. Want dat zou – hoe vreemd dat ook klinkt - bijzonder jammer zijn.

Titus Andronicus speelt op 19 november in de Nijdrop in het kader van Autumn Falls.

28 augustus 2015
Patrick Van Gestel