To Rococo Rot - Instrument
City Slang
Oh ja, groepen als Tortoise, Tarwater, Kreidler en To Rococo Rot hebben onze studentenkamers ooit nog een haast romantisch karakter gegeven. Hun mengeling van jazz, krautrock, elektronica en postrock was lang de soundtrack bij filosofische en vooral oeverloze discussies die steevast eindigden in een lichte roes van verlangen. Naar wat precies wisten we toen nog niet. In dat opzicht is een nieuwe To Rococo Rot haast nostalgische pret.

En die sfeer van toen doemt bijna onmiddellijk weer op bij het beluisteren van hun achtste studioplaat sinds 1996, ‘Instrument’. Een nieuw sound design was dus alvast niet hun eerste bekommernis bij de aanvang ervan. Best grappig wel dat de titel van deze plaat zo raak gekozen is terwijl er net heel wat vocalen op te ontwaren vallen. Zanglijnen zijn voor het Duitse trio even dagdagelijks als pool parties in de woestijn.
Goed, met drie vocale tracks zal dit album alvast niet vastlopen in een woordenbrij. Woorden die trouwens van Arto Lindsay komen. In een vorig leven nog stichter van de New Yorkse no wave band DNA. En dat ze een verrijking zijn voor de groep mag duidelijk wezen in openingsnummer Many Descriptions. De ietwat norse song vrolijkt er zelfs helemaal van op. Het gemoedelijke Classify klinkt als een zomerbriesje op een verloren zondag, maar in Longest Escalator In The World verliezen ze zich in een overbodig experiment.
Verder kleurt To Rococo Rot veilig binnen de lijntjes die ze de afgelopen jaren getrokken hebben. Hoewel nummers als Besides, Down In The Traffic, Baritone en Spreading The Strings Out heel aangename songs zijn, zal ook niemand omver geblazen worden. Ook meer experimentele tracks als Pro Model en Sunrise zouden twintig jaar geleden heel anders onthaald zijn gewest dan vandaag.
‘Instrument’ is een mooie verder zetting van hun carrière, maar of het een grote aanwinst is betwijfelen we.