Tomahawk - Oddfellows

Jungle

De welbesnaarde Mike Patton heeft al menige waters doorzwommen. In de jaren tachtig zette hij zijn eerste stappen bij Mr. Bungle om daarna pas echt door te breken met het legendarische Faith No More. Na de ontbinding van die laatste groep begon Patton aan een indrukwekkend parcours van projecten en samenwerkingen, waaronder een metalband (Fantômas), het hiphoplike project Peeping Tom, een collaboratie met jazzgrootheid John Zorn en zo kunnen we nog even doorgaan. Maar met zijn reïncarnatie als frontman van het experimentele gitaarcombo Tomahawk blijft hij nog het dichtst bij het geluid van zijn bekendste band.

Oddfellows



Dat geldt althans voor de nieuwe plaat, ‘Oddfellows’. Voorganger ‘Anonymous’ uit 2007 was andere koek: dat album herkauwde oude indianenliederen met een even intrigerend als bevreemdend resultaat. Maar ‘Oddfellows’ grijpt eerder terug naar beproefde recepten, zijnde de verkapte drumpartijen van John Stanier (zie ook Helmet en Battles), gespierde gitaarriffs van Duane Denison (ex-The Jesus Lizard), stevig beukwerk van bassist Kevin Rutmanis (Melvins) en uiteraard de verschroeiende strot van generaal Patton.

En het is verrassend om te horen dat deze supergroep het er anno 2013 behoorlijk goed vanaf brengt. Een minder begaafde band had met deze ingrediënten al vlug een gedateerde en hopeloos overbodige plaat afgeleverd. Maar kijk, na enkele luisterbeurten zijn we blij om te horen dat Patton en zijn troepen - wees gerust, er komen geen oorlogstoespelingen meer - een originele invulling geven aan de term "rock met ballen".

Neem nu White Hats / Black Hats: de combinatie gitaren/achtergrondkoortje werkt uitstekend en doet zelfs denken aan het betere werk van Queens of the Stone Age. Ook vooruitgestuurde single Stone Letter doet precies wat de titel doet vermoeden: Mike Patton schrijft geen slappe liefdesbrieven maar kapt er meteen op los.

Dat de heren ook op dit album het experiment niet schuwen bewijst Rise Up Dirty Waters, dat start als een zoeterige tegelplakker die vaagweg doet denken aan de kauwgomballenjazz van Soul Coughing, maar verandert halverwege in een gekrijs van jewelste.

Ook het filmische Baby Let’s Play____ is op zijn zachtst gezegd vreemd te noemen - dat strijkersarrangement! - maar bewijst wel dat Tomahawk op - nog eentje dan - verschillende fronten strijd kan leveren.

"Rock and roll will be saved and destroyed!", beloofde de band in de begeleidende perstekst. Zo ver zouden we niet durven gaan - geen echt grensverleggende nummers op ‘Oddfellows’ - maar wel potige rawk met genoeg hoeken af om interessant te blijven. Alleen jammer van de belachelijke hoes. Jakkes.

30 januari 2013