Tortoise - The Catastrophist
Thrill Jockey
Tweeëntwintig jaar na het debuut is Tortoise zijn naam (schildpad in het Engels) nog altijd niet ontgroeid. De band werkt en evolueert traag, maar gaat door dat lome levensritme ook extra lang mee. Met 'The Catastrophist' sleept het vijftal uit Chicago zich verder door het oceaanzand. Zonder dramatische u-turns. Gewoon rechtdoor (naar) zee.

'The Catastrophist' liet bijna zeven jaar op zich wachten. Zeven lange jaren, want 'Beacons Of Ancestorship' schrikte ons niet bepaald af, getuigt het daMusic-archief. Ons recensie-exemplaar voor 'The Catastrophist' was dan weer erg vroeg. Alsof de band wil zeggen: één keer luisteren en meteen een oordeel vellen? Not cool, man!
Als dat de strategie was, dan is ze bijzonder geslaagd. Want de eerste luisterbeurten drongen nauwelijks door tot het genotcentrum in onze zolderkamer. Terwijl datzelfde centrum enkele weken later plots opendeurdag hield. Hoorden we in het begin een al te vertrouwde Tortoise, die zo nodig de toevlucht moest nemen tot een cover uit de seventies, dan elleboogde 'The Catastrophist' zich later moeiteloos in het oeuvre van de band.
'The Catastrophist' legt als plaat zelfs een grotere eenheid aan de dag dan voorganger 'Beacons'. Al bekoopt de band die rechte lijn wellicht met iets minder memorabel songmateriaal. Op dit moment toch: met Tortoise moet je geduld hebben.
Titelsong The Catastrophist loodst ons meteen naar vertrouwd vaarwater - althans na de vintage videogametune, die dienst doet als intro: de unieke Tortoise-swing, gloeiende synths, spartaanse gitaarlijnen, zachtgekookte crescendo's, ... Hetzelfde geldt voor Ox Duke, dat de drumgroove van Dot/Eyes op 'It's All Around You' stal, vervolgens vertraagde en verwerkte in nieuw tranceverwekkend spul.
Op het onheilspellende Shake Hands With Danger schudt Tortoise vooral de handen van Pantha Du Prince en Caribou - check de bellen en klokken van Stick To My Side en Bowls.
Maar Tortoise steekt de nek nog veel verder uit: naar Rock On, een monsterhit voor David Essex in 1973. De band brengt een getrouwe, maar hard beukende versie. En daar horen vocals bij, wellicht de grootste nieuwigheid op deze Tortoise-plaat (al experimenteerde de band er al uitgebreid mee op coverplaat 'The Brave And The Bold' uit 2006).
In Yonder Blue, een song uit eigen atelier, knipoogt de slaperige stem van Georgia Hubley naar Stereolab. En dat resulteert in een aangrijpend resultaat, zeker in combinatie met een spaarzame, elektrische piano.
Die spaarzaamheid blijft Tortoise's forte. En hoewel alles netjes berekend klinkt, conserveert de band alle leven en energie in de sound. The Clearing Fills en Tesseract zijn maar twee bewijsstukken om onze case aan te dikken. Van een catastrofe is echt geen sprake.