Trevor Rabin - Jacaranda
Varèse Sarabande
Drieëntwintig jaar na ‘Can’t Look Away’ is Trevor Rabin (°1954) eindelijk terug met een soloalbum. Zo goed als niet gezongen, is het uitstekende ‘Jacaranda’ niettemin een erg persoonlijk statement geworden van een rijpere muzikant.

Gedurende twaalf jaar (1983-1994) was Rabin mee bepalend voor het geluid van het legendarische Yes. Toch bleek het onder de vleugels van Jon Anderson (bijnaam: Napoleon) niet gemakkelijk je eigen plek als componist te veroveren. Toen Anderson de seventies-line-up nieuw leven inblies, was het over en out voor Rabin. Sindsdien kent de geboren Zuid-Afrikaan successen als componist van soundtracks voor Hollywood (‘Con Air’, ‘Armageddon’).
De albumtitel ‘Jacaranda’ is een expliciete verwijzing naar deze roots. Rabin groeide op tussen de Jacaranda’s op Anerley Road in Johannesburg. Na zijn verhuis naar Los Angeles doopte hij zijn huisstudio The Jacaranda Room. De exotische plant figureert ook in de songs Something To Hold On To (uit ‘Can’t Look Away’) en I’m Running (het beste nummer op Yes’ ‘Big Generator’ uit ’87).
‘Jacaranda’ moet daarom gezien worden als een (voorlopig) eindpunt in zijn ontwikkeling als gitarist, multi-instrumentalist en songschrijver. Het album charmeert door zijn eclectische aanpak. Maar of Rabin nu tokkelt op klassieke six-string of dobro, dan wel gensters uit zijn “customized” elektrische gitaar slaat, steeds herken je die typische, flamboyante Rabin-sound. Verknocht is hij van jongs af aan dat laatste instrument; hij doorliep er zelfs zijn legerdienst mee.
Market Street en Anerley Road verwijzen naar Rabins jeugdjaren in Johannnesburg en laten een progressieve jazzrock horen die bruist van jeugdige energie. In het eerste nummer is het Vinnie Colaiuta (Sting, Frank Zappa), in het tweede Lou Molino die met superieur drumspel de inspirerende partner blijkt. Bassiste Tal Wilkenfeld (Herbie Hancock) tekent voor een beklijvende solo. In Through The Tunnel mag Colaiuta zijn duivels helemaal ontbinden terwijl Rabin zijn gitaar geselt.
Rabins zoon Ryan voegt drummend een persoonlijke toets toe op het Mike Oldfield-achtige The Branch Office en het fel rockende Me And My Boy. De enige gezongen passage (in het oorspronkelijk voor de film ‘The Guardian’ geschreven Rescue) komt van Liz Constintine die haar stem leent aan een vocalise. Het pianostuk Killarney 1&2 is een herinnering aan de buurt waar Rabin opgroeide.
Freethought en Zoo Lake (naar een nationaal park in Johannesburg) zijn stijlvolle jazzminiatuurtjes met in het tweede een lyrische slide gitaar en een onverwachte outro. Ze verwijzen naar het erg innemende Gazania (een Zuid-Afrikaanse bloem) waarin Rabins veelzijdige getokkel een vruchtbare synthese vindt. Het orgelpunt voor een verrassend persoonlijk album waarin je de mens achter de stermuzikant eindelijk leert kennen.
Rabin was de man die Yes geloofwaardig maakte voor het digitale tijdperk. Terwijl het moederschip tegenwoordig met nieuwe piloten (Benoit David, Jon Davison) rondvliegt, heeft het er alle schijn van dat Rabin opnieuw team vormt met Jon Anderson en Rick Wakeman. Als het project dit jaar echt van de grond komt (opnamen zijn gepland in de loop van 2012), dan sluit de cirkel zich alsnog voor Yes-met-Rabin.