Tropical Fuck Storm - Braindrops

Flightless Records

Braindrops

Tropical Fuck Storm bombardeerde zich vorig jaar tot één van de favoriete bands van de alternatieve rockjournalistiek. Met door en door absurde kritieken op dolgedraaide internetuitwassen en fenomenen als fake news lalde scheefprofeet Gareth Lidiard zich door de springerige garagenoise op debuut 'Laughing Death In Meatspace'. Amper één jaar later komen de Australiërs met opvolger 'Braindrops'.

Opener Paradise trekt zich piepend en krakend op gang, maar ontaardt al gauw in een heerlijk quirky lawaaistorm. Ze omschrijven het zelf als "Fela Kuti in a car crash". Het is één mogelijke omschrijving voor een bizarre en veelzijdige song. Met The Planet Of Straw Men nemen ze populisten aller landen op de korrel en gaan ze een veel funkier, immer glitchy, toer op. Die lijn wordt doorgetrokken op Who's My Eugene. Fiona Kitschin neemt de microfoon voor een vuile, trage, dansbare song over Brian Wilsons verknipte therapeut. Ze bewijst even clever uit de hoek te kunnen komen als Lidiard.

Daarna gaat de voet enigszins van het gas. Er wordt plaats gemaakt voor de hoekige invloeden van Captain Beefheart en de plaat wordt wisselvalliger. The Happiest Guy Around en Braindrops zijn geinige nummers, maar ze missen het vocaal gebral en de tekstuele scherpte om zich vast te haken. The Desert Sands Of Venus is een - in  tegenstelling tot Maria 62 - net te pruimen mijmering.

Afsluiter Maria 63 redt de meubelen. In de vorm van een ballade nog wel. Tropical Fuck Storm lijkt er de volledige beheersing over de gekte te kunnen houden, laat ze los wanneer het moet, doet ze sluimeren wanneer het hoort. Het resulteert in een intelligente opbouw en dynamiek. Vocaal sleept Lidiard zich door dit relaas over naziheks Maria, een slimme kritiek op samenzweringstheorieën. 

Jammer genoeg is dat laatste net wat we het vaakst misten op 'Braindrops'. De tekstuele scherpte van 'Laughing Death in Meatspace' ruimt te frequent baan voor weinig doordachte kinderlijkheid.  'Braindrops' als album heeft lak aan richting en dynamiek. Muzikaal is het geheel even springerig en erratisch als het gitaarspel. Gelukkig dansen de Australiërs meestal op de juiste kant van hun slappe koord. Ze zijn op weg een volstrekt unieke klanktaal te ontwikkelen, als ze nu ook lyrisch consistent de scherpte kunnen houden, kijken wij erg uit naar het derde album.

16 november 2019
Koerian Verbesselt