Ty Segall - Manipulator
Drag City
Veertien maanden aan één plaat werken. Het moet zeer gedaan hebben bij Ty Segall. Zijn scheppingsdrang is inmiddels immers legendarisch: de man bracht sinds 2006 meer dan twintig albums en ep’s uit. Toch valt hij zelden in herhaling. Wat volgt na de slepende lo-fi garagerock van ‘Goodbye Bread’, de chaos van ‘Slaughterhouse’ en de akoestische beslommeringen van ‘Sleeper’? Een heleboel.

‘Manipulator’ telt namelijk zeventien songs, samen goed voor zesenvijftig minuten (en is daarmee Segalls langste tot nog toe) en een veelvoud aan invloeden en stijlen. Een plek waar Segalls vele wegen elkaar voor even kruisen en toch geen volwaardig magnum opus.
Het lange proces dat aan de plaat voorafging laat zich gelukkig niet enkel horen aan de lengte van ‘Manipulator’ maar ook aan de songs. Nog nooit klonk Segall zo toegankelijk. Zo goed als elke track zou als single kunnen dienen. Refreinen in de zuiverste zin van het woord blijven zich tijdens het beluisteren aandienen; fuzz-excessen vinden we slechts sporadisch.
Stilistisch lijkt ‘Manipulator’ vooral leentjebuur gespeeld te hebben in de jaren zestig en (vooral) ’zeventig. We horen horen bijvoorbeeld heel wat ‘The Man Who Sold The World’-Bowie in The Faker (glamrock!) of het meer poppy The Clock. Dat we nog meer glam van Segall mogen verwachten bleek al uit zijn geschminkte verschijning op Conan’s Late Night show, waar hij het fantastisch energieke The Feels speelde.
De zeldzame keren dat Segall terug naar de toekomst flitst, loont dat ook. Toen Mister Main van wal stak met een funky drumloop checkten we snel of we niet per ongeluk bij een Beck-album uit de nineties waren terechtgekomen. Uiteindelijk waren we blij dat dat niet het geval was. De in falsetto gezongen harmonieën in combinatie met de stuwende groove maken van het nummer een pareltje.
Segalls imago als garagerocker van de oude garde wordt ook versterkt in de teksten. Vaak bevatten de op het eerste zicht eerder simpele lyrics (milde) aanklachten tegen de technocratie. Susie Thumb bijvoorbeeld, gaat als vanouds over een meisje, maar dan wel een exemplaar dat verslaafd is aan haar smartphone.
Dit album speelt zijn kaarten duidelijk uit en ontleent daaraan misschien juist zijn kracht. De eerste twaalf tracks laten zich bijzonder vlot na elkaar afspelen, ideaal voor een roadtrip. Naar het einde toe lijkt ‘Manipulator’ de flow ietwat te verliezen, mede door soundalikes als The Crawler, dat erg veel meeheeft van It’s Over en minder geïnspireerde songs als afsluiter Stick Around. Was Segall even met een kam door het album geweest, dan had hij dat probleem eenvoudig kunnen vermijden. We hopen in elk geval dat die volgende snel komt, want we zijn nu verdorie al een maand aan het wachten!