Valet - Nature
Kranky
Kranky is bijna aan release nummer tweehonderd toe. En dat betekent dat er al heel wat afgezweefd is. Het label, dat zich specialiseerde in obscure, zweverige gitaarelektronica, heeft wereldwijd immers een immense fanbasis opgebouwd. Nummer honderdvijfennegentig werd toegewezen aan het huistrio Valet, dat zich door het recente moederschap van frontvrouw Honey Owens na zeven stille jaren heruitgevonden heeft.

Het genre is nooit echt weggeweest, maar momenteel is shoegaze weer helemaal levendig. Laat het niet voor niets zijn dat pioniers als My Bloody Valentine of Slowdive na enkele decennia afwezigheid plots weer herboren zijn. Wat dat betreft zit de timing van Valet helemaal goed. De derde plaat van dit trio bevat een psychedelica van donkere beats, holle gitaarklanken, brede synthesizertapijten en de ijle, ongrijpbare stem van Honey Owens. De muziek lijkt te meanderen als rimpels op een waterspiegel, met veel reverb en echo. In het geval van een instrumentaal Clouds komt daar zelfs nog een lome dubecho bij.
Spaarzaam in layout (een vage palmboomschets) en songtitels (acht keer een enkel woord), zuigt dit trio uit Portland de luisteraar meteen naar zijn muziek toe. Die lijkt op vage mantra’s met veel herhaling, maar dan wel volgens een klassieke poprockstructuur. Het zijn echter de details die dit album zo gefundeerd maken. Zo voedt multi-instrumentalist en partner Rafael Fauria nummers als een uit een monotone drone uitgroeiende Nowhere met een ondergrond van een in de verte wauwelende, psychedelisch gitaar. Verder gaf Owens reeds eerder toe gefascineerd te zijn door de mogelijkheden van de tamboerijn, een instrument dat aanvankelijk onopgemerkt blijft, maar toch een duidelijke rol op dit album blijkt te spelen.
Valet respecteert het evenwicht tussen sfeer en energie en weet met zijn holle melodieën de aandacht acht keer op rij stevig vast te houden. Na ogenblikken als een om zichzelf cirkelend Signs dat we samen met Honey Owens mee dreigen weg te dromen, zorgt een warm, akoestisch gitaarthema dat beide voetjes toch weer netjes op de grond belanden.
‘Nature’ staat symbool voor een wedergeboorte, het meer richten naar zachtmoedige emoties en minder naar (elektronisch gevoede) energie en intensiteit, zoals bij de vorige plaat ‘Naked Acid’ en nevenproject The Miracles Club het geval was. Dit derde album lijkt gedurende een dik half uur voortdurend in een ongrijpbare hoogte te zweven, maar weegt daardoor toch stevig door: een indrukwekkende prestatie.