Vår - No One Dances Quite Like My Brothers

Scared Bones Records

Dat Denemarken meer te bieden heeft dan uitstekende, politieke dramareeksen en sterrenrestaurants hors categorie wist de muzikale ontdekkingsreiziger al langer. Een klein landje dat zo’n rist aan eigenzinnige muzikanten - Trentemøller, The Raveonettes, Iceage - voortbrengt is op zijn zachtst gezegd opmerkelijk. Met ‘No One Dances Quite Like My Brothers’ mag ook het kakelverse combo Vår aan dat rijtje toegevoegd worden.

No One Dances Quite Like My Brothers



De band - een paar jaar geleden gestart als War - is het geesteskind van Iceage-frontman Elias Bender Rønnenfelt en Loke Rahbek, aanvoerder van Sexdrome - een band die in Denemarken een cultstatus geniet. Aangevuld met goed volk als Kristian Emdal van Lower - nog een hardcoreband uit Kopenhagen - en Lukas Højland mogen we zelfs spreken over een soort Deense supergroep. Maar in tegenstelling tot sommige van die eerder genoemde groepen bant Vår de gitaren en kiest vooral voor pulserende synthpop. Een verrassende keuze die op de koop toe uitstekend werkt.

Want het allerbeste wat Vår te bieden heeft staat al meteen in het begin geparkeerd. Het donkere en beklijvende Begin To Remember is pure eighties new wave en o zo herkenbaar door het huilende gezang van Rønnenfelt. Onmogelijk om onbewogen te blijven bij deze instant waveklassieker. Ook Hair Like Feathers kruipt meteen onder het vel, niet in het minst door de absurde poëzie van de Franse dichter Georges Bataille. Bataille schreef voornamelijk over de dood dus mag het niet verbazen deze Denen de dichter hier creatief recycleren. Titeltrack No One Dances Quite Like My Brothers kan dan zo weer op de soundtrack van Twin Peaks of een andere David Lynch-film naar keuze.

Maar vreest niet, o optimistische meerwaardezoeker! Vår biedt meer dan treurwilgpop met een donker randje. Stampers als The World Fell en Pictures Of Today / Victorial - met roffelende snaredrum - zijn perfect op maat van een dansvloer in uw buurt. Denk aan de muziek van collegacoldwavers Cold Cave, maar dan nog aanstekelijker.

Enkel The Boy or The Boot was al eerder te horen op een compilatie-album en mag meteen de meest overbodige song genoemd worden. Het is ook het enige nummer waarin de groep eerder klinkt als Depeche Mode ten tijde van I Just Can’t Get Enough dan als een Joy Division in goeden doen. Trouwens, bij momenten is het beangstigend hoe goed de stem van Rønnenfelt  lijkt op die van de jonge Robert Smith. Griezelig.

Vår maakt verre van hapklare, dansbare pop maar fans van intelligent opgebouwde elektronica en bezwerende wave zullen aangenaam verrast zijn. Haal de mascara maar boven.

26 juni 2013