War Child - Heroes
EMI
Compilaties voor het goede doel: dikwijls is het een nobel opzet, maar stelt het uiteindelijke resultaat teleur. Niet zo voor ‘War Child: Heroes’, met als veelzeggende ondertitel ‘The Ultimate Covers Album’. Dat laatste mag in sommige gevallen gerust letterlijk genomen worden, maar jammer genoeg niet bij álle vijftien nummers.

Het concept voor deze plaat is even eenvoudig als geniaal: vijftien gereputeerde muziekiconen kozen hun favoriete nummer uit hun eigen back catalogue én de muzikanten die een eigen interpretatie van dat nummer mochten maken. En dat allemaal voor het goede doel. War Child is namelijk een organisatie die zich op alle mogelijke vlakken inzet voor kinderen die lijden onder oorlog in Irak, Afghanistan, Congo en Uganda.
Beck mocht de aftrap geven met zijn versie van Bob Dylans Leopard-Skin Pill-Box Hat, een knettergekke cover van een sowieso al knettergek nummer. Heerlijke rock-‘n-roll. De Scissor Sisters gooien het dan weer over een heel andere boeg met hun versie van Do the Strand van Roxy Music. Bij de eerste luisterbeurt lijkt dit een ongelofelijk platte verbastering, maar later ontpopt het nummer zich tot zowat het meest catchy disconummer dat de zusters ooit maakten.
Straight to Hell (van The Clash) door Lily Allen en Mick Jones zelve doet erg M.I.A. aan. Niet verwonderlijk als je weet dat die laatste het nummer gebruikte als sample voor haar hit Paper Planes.
Jammer genoeg blijft hetzelfde hoge niveau niet aangehouden: Duffy weet met Live and Let Die (Paul McCartney) niet echt te beklijven, en hetzelfde kan gezegd worden over Estelle (Stevie Wonders Superstition), Peaches (Iggy Pops Search and Destroy) en The Like. Hun versie van You Belong to Me doet ons enkel verlangen naar Elvis Costello himself.
Daar tegenover staan gelukkig enkele van de geniaalste covers ooit gemaakt. Wat Elbow doet met Running to Stand Still van U2 of wat TV On The Radio doet met Heroes van David Bowie is simpelweg subliem. Het eerste haast verstild, het tweede heerlijk dansbaar. Meer hoogtepunten zijn er door The Kooks, die de geest van The Kinks weer tot leven brengen met Victoria, Yeah Yeah Yeahs, in zekere zin de Ramones van deze tijd, en Franz Ferdinand, met een uitzinnige liveversie van Call Me van Blondie.
The Hold Steady doet met een bombastische versie van Atlantic City wel erg aan The Boss zelf denken, maar voor één keer deert dat niet. Tot slot ook nog het vermelden waard: het slome Transmission (Joy Division) door Hot Chip en de fijne medley van Brian Wilsons ‘Smile’ door Rufus Wainwright.
Wij kunnen veel minder aangename manieren bedenken om het goede doel te steunen.