Westhinder - I+I
Eigen beheer
Even wegzakken in de warme, zachte nazomerse avondzon, wegdromen naar goede herinneringen en al het goede in de wereld, gedrenkt in een stevige eighties-sfeer, dat is hoe de nieuwe langspeler ‘I+I’ van dreampopband Westhinder aanvoelt. Baden in de sensatie van zoete synths en heldere gitaren over een groove, die het geheel prikkelend maakt en je kan laten dromen en dansen tegelijk.
De droom wordt ingeleid door Crushed Eyes, waarin de ingetogen, dwarrelende synths van David Demuynck ons zachtjes binnenlokken. Vervolgens valt zangeres Stien Carlier in. Zij brengt ook de groove van drummer Daniël Vanderhoydoncks mee en wanneer de gitaar van Jan Viggria subtiel mee inschuift, is de combinatie compleet. Het levert een zoete, zachte en warme song op, die op zachte momenten uitnodigt tot een knuffel en je op energieke momenten laat meedansen in de avondzon. Carliers zachte stem is een heerlijk, helder counterpoint voor de klare gitaren en aangename synths, iets dat nog vaak zal terugkeren.
Nu we de introductie achter de rug hebben, is het tijd voor meer vrijheid. Drive is een ongelofelijk aanstekelijke en losse song met de gitaar meer op de voorgrond, maar vooral met een onweerstaanbare beat. Doordat gitaar en zang synchroniseren met de beat, word je bijna gedwongen mee te bewegen, totdat je in "halftime" schiet halverwege en terug even kan meezweven. Even toch, want daarna moet de energie er nog even uit. Alweer een nummer vol passie en - vooral - positiviteit. Dat geldt ook voor het trage Song From My Mother, met een tekst, geschreven vanuit het oogpunt van Carliers overleden moeder, die naar haar kinderen kijkt. Maar ook hier is de sfeer zacht, positief en inspirerend. Passie om te leven, verbinding en alles wat een glimlach op je gezicht brengt, zelfs al is het soms met een traan erbij.
I Want it All straalt opnieuw meer energie uit, laat je dromen over de toekomst en geeft even het gevoel dat alles willen soms wel mag. Zolang er aanstekelijke dreampopliedjes zijn, die in goede Westhinder-stijl die positiviteit omarmen. Sorrowful Morrow is het eerste echt melancholischere liedje. Carliers stem leent zich uitstekend voor de ingetogen, downtempo atmosfeer, omringd door heldere synths. Ook komen de backingvocals van Viggria nu helder door, gemixt aan één kant van de hoofdtelefoon, waardoor het geheel als een soort duet overkomt.
Mannara I biedt een blik in een universum met Westhinder als ambient band: een trage, heerlijk uitgerokken song waarin Carliers stem baadt in een oase van brede synthpads. Merkwaardig genoeg is er zelfs geen tekst, alleen maar gelaagde vocalisaties, die het geheel een tijdloos, intrigerend karakter geven. Nu zijn we opgewarmd voor het soms warme en heldere, soms groovy en ietwat melancholische karakter van het album. Close is een voorbeeld van het tweede, waarin langzaam wordt opgebouwd naar de climax van het refrein, dat als medicijn werkt. Er moet ook warmte in zitten natuurlijk.
Noctilucent getuigt dan weer van die zachte, prikkelende energie die een glimlach op je gezicht brengt bij het luisteren. Bonuspunten omdat het over wolken gaat. Play valt terug op dezelfde onweerstaanbare positiviteit van I Want It All. En waarom ook niet? Mannara II grijpt terug op de ambient atmosfeer van de eerdere tegenhanger, maar nu is het tijdloze idee, die wolk van dromerig geluid, gestroomlijnd en in een popjasje gegoten. Of eerder een popvijvertje, want de synths zijn nog altijd heel uitgestrekt, maar nu zit er wel tekst en een beat in. Het heeft daardoor jammer genoeg iets van het tijdloze karakter moeten inboeten.
'I+I' zwaait ons uit zonder verrassingen: Just Because We Can past perfect in de peppy, warme synthsound van de rest van het album, laat de speelsheid nog even zien met een paar kleine toonwisselingen en sluit het album met een apotheose van de sound af. Nog een laatste knuffel en je wordt terug wakker onder diezelfde avondzon, waarin je wegdoezelde aan het begin van het album. Eigen aan de sound van het dromerige soort pop op dit album, is dat nummers nooit zullen steken of wringen: geen onheilspellende melodiëen, geen dissonante akkoorden of rauwe geluiden. Het geheel luistert zacht, warm en aangenaam weg. Het bruist van levenskracht en passie op een tedere manier.
Dat is de kracht en tegelijk ook de valkuil. Zoals eerder gezegd is het album heel coherent, maar dat zorgt dat die consistentie ook als eentonig kan aanvoelen voor luisteraars, die graag meer genrevariatie zouden willen. Niet dat er geen dynamiek is. Integendeel, de sonische evenwichtsoefening tussen de zachte dreampop en de groovy beats weerspiegelen zowel narratief als muzikaal een reis met positief naar verlies kijken als ankerpunt. Geen enkel liedje steekt er ook echt bovenuit, maar er zijn er ook geen die echt moeten onderdoen voor de rest. Hoe dan ook is een album, gevuld met zo’n eerlijke warmte en drang naar positiviteit, absoluut wat we in deze woelige (en alle andere) tijden kunnen gebruiken. Westhinder zal met ‘I+I’ niet per se de hele wereld veroveren, maar zorgt wel voor de perfecte soundtrack om in het gras te liggen en te genieten van de schoonheid van de wereld. Soms moet dat niet meer zijn.