#Sly&Robbie - Serge Gainsbourg met “Aux Armes Et Caetera (1979)

#Sly&Robbie - Serge Gainsbourg met “Aux Armes Et Caetera (1979)

We waren al langer van plan om een week in te zoomen op de wonderlijke output van Sly & Robbie, die een behoorlijk indrukwekkend adresboekje moeten gehad hebben. Maar we werden ingehaald door de brutale realiteit, toen eind 2021 bleek dat ene Robert Warren Dale (Robbie) Shakespeare (Kingston, 27 september 1953 – Miami (Florida), 8 december 2021) niet meer tot de levenden behoort.

Op papier leek het één van de meest onwaarschijnlijkste samenwerkingsverbanden ooit, maar het werkt perfect. De lijzige parlando van monstre sacré Serge Gainsbourg tegen de achtergrond van de top van het reggaeheir van dat moment: Sly and Robbie, Flabba Holt, Michael "Mao" Chung, Ansel Collins, I-Threes, Rita Marley, Marcia Griffiths en Judy Mowatt, Sticky Thompson en Leroy "Horsemouth" Wallace. Gainsbourg vond zichzelf andermaal helemaal opnieuw uit. Het moet daar goed gedampt hebben: Gauloises en ganja, Parijs en Jamaïca werden één welluidend geheel.

We gaan voor het titelnummer Aux Armes Et Caetera dat een soortement reggaeversie is van de Marseillaise, het Franse volkslied. Na de eerste televisieopvoering op 1 april 1979 werd het een groot succes, maar ontving Gainsbourg doodsbedreigingen vanuit rechtse hoek. Journalist Michel Droit van Le Figaro beschuldigde Gainsbourg dat hij geld probeerde te slaan uit het volkslied.De uitverkochte tour (met Sly en Robbie) was een nachtmerrie, aangezien er bomdreigingen waren. Robbie Shakespeare: “I didn’t sleep for days because whenever I fell asleep someone would call my room and say: ‘Monsieur, you have to leave the room and all the American tourists were furious to find themselves on the lawn at two in the morning with a whole lot of Rastas and Serge in our pajamas".

Het idee om met Sly en Robbie samen te werken kwam eigenlijk van Gainsbourgs producer Philippe Lerichomme, die in een Parijse club een dj punk en reggae hoorde spelen en in een flits om twee uur ’s morgens de mogelijkheid ontdekte om in Jamaïca een plaat op te nemen. Hij wachtte de ochtend af om Gainsbourg te overtuigen en die antwoordde onmiddellijk: “Bonne idée!”.

Lerichomme was bevriend met Chris Blackwell, de baas van Island en ontdekker van onder meer Bob Marley, die hen op weg zette naar de Dynamic Sound Studios in Kingston. De ontvangst was mede door taalproblemen eerder lauwtjes en Sly & Robbie dachten dat Lerichomme de artiest was en Gainsbourg de (oudere, eenenvijftig jaar en in maatpak) manager. Om het ijs te breken vroeg Gainsbourg of ze Franse muziek kenden en het antwoord was negatief. Er was wel dat ene nummer met het kreunende meisje (Je T’Aime, Moi Non Plus). Gainsbourg repliceerde triomfantelijk in het Engels: “It’s me!”.

Sly Dunbar: “Serge just sang and we just played reggae, and he didn’t say anything. He was into the music and he was also having a good time. He was constantly drinking but he never looked drunk and constantly smoking. I didn’t see him smoke ganja, it was just his French cigarettes in the blue pack. He wasn’t really really singing, he was more like a peot doing French poems on top of our rhythms. We didn’t know what he was singing about.”

Er zou in 1981 nog een vervolg komen in de vorm van “Mauvaises Nouvelles Des Etoiles” en een hit, Ecce Homo, maar de nieuwigheid was er een beetje af en de controverse ontbrak, waardoor de lp niet eens half zo succesvol bleek.

11 januari 2022
Laurens Leurs