Swell - 'Mercy Never Wanted Me'

Swell - 'Mercy Never Wanted Me'

We dachten even dat onze favoriete duistere psychedelische indieband nog enig lekkers uit de muzikale kluis haalde na het overlijden van frontman David Freel vorig jaar. Maar laat het duidelijk zijn: we spreken in dit geval over een Tilburgs vierpersoons metalcoregezelschap dat uitblonk in de afgelopen editie van de NMTH-talentselectie voor de Nederlandse Popronde. Even rewind dus.

En toch hebben we geen spijt, hoor. Want de dankzij het underground label Blindsided Records op cassette (!) uitgebrachte debuut-ep ‘Mercy Never Wanted Me’ blaast ons serieus van de sokken.

Vier liedjes. Langer hoeft een eerste muzikaal visitekaartje niet te duren. Daarbij mag je je verwachten aan bitsige, energieke punkvocals, zwaar rollende metalgitaargrooves en veel gebeuk. Maar ook aan progressieve songs als King Of Lies waarin gerapt wordt, waarin een gitaar even in het ijle soleert of in ritme daalt tot een loodzwaar hakkende structuur. En aan songteksten vol frustratie en woede. En aan een serieus uitgebalanceerde, brede sound. Wat je niet hoeft te verwachten, zijn de typische hardcorescreamo’s. Gelukkig. Want die hebben we wel een beetje gehad.

Het kwartet heeft dus duidelijk goed gesleuteld aan zowel de songstructuren als de klank van deze ep. Het resultaat van twee jaar in zieke en zielige isolatie vanwege Chinese beestjes. Want doorgaans groeit dit soort muziek live in clubs en kroegen om nadien de studiobalans te vinden. Shit happens. Het is net deze andere methode, die ‘Mercy Never Wanted Me’ zo’n solide sound geeft.

We zouden Swell dus zonder verpinken in het voorprogramma van Biohazard zetten. Al willen we ook nog even meegeven dat de single met dezelfde titel als deze ep ons misschien nog het minst aanspreekt door de intro met cleane vocals. Hou het agressief en gevaarlijk, heren. En doe gewoon jullie eigen ding. Zoals een videoclip opnemen die niet meer is dan een opname in jullie repetitiekot met een groezelige camera. We will meet again!

3 augustus 2022
Johan Giglot