Arno - Ik heb nooit een joint in mijn eentje gerookt

Hoe zou het er in het hoofd van Arno aan toegaan? Regisseur Pascale Poissonier volgde Arno gedurende twee jaar – met tussenpozen – op tournee en tijdens de opnames van ‘Human Incognito.’ Het is de eerste keer dat iemand een blik mag werpen op het creatieve proces van Arno. Het resultaat heet ‘Arno: Dancing Inside My Head’, dat tijdens het Filmfestival in Gent in première ging.

Ik heb nooit een joint in mijn eentje gerookt

Het was Pascale Poissonnier die door producent Bart Van Langendonck werd aangesproken om dit project, waar Arno open voor stond, op zich te nemen. Van Langendonck over Pascale: “Pascale heeft de juiste attitude om tot een personage als dat van Arno door te dringen.” De logische openingsvraag aan Pascale Poissonnier was dan ook:

Kan je vertellen waarom het precies klikte tussen Arno en jou?
Pascale Poissonnier:
Vertrouwen en respect, denk ik. Arno is geen moeilijke mens op dat vlak. Openheid en open-mindedness ook. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets niet kon zeggen. Ik heb wel soms mijn wil doorgedreven. Arno doet nu al vijftig jaar zijn eigen zin en soms is het moeilijk om daar tegenin te gaan of hem iets te vragen waar hij geen zin in heeft. Soms had hij geen zin om af te spreken en had hij dat niet gezegd. En dan stond ik daar. (lacht)

Arno, waarom heb jij toegezegd?
Arno Hintjens:
De insteek was helemaal anders dan alles wat er voordien over mij was gemaakt. Pascale heeft me de camera doen vergeten. Hij was een deel van de crew, zat gewoon in de bus als één van ons. Het grootste gedeelte van de film speelt zich af in de studio en ook daar heeft hij het slim aangepakt.

Ik aarzelde een beetje om hem toe te laten tot die studio-omgeving, ik dacht dat de muzikanten afgeleid zouden worden door de camera, dat ze meer bezig zouden zijn met hoe hun haar zou liggen dan met hoe hun instrument klonk en dat zo een deel van de creativiteit vernietigd zou worden. Maar doordat Pascale lang met ons opgetrokken heeft en eerst ook een aantal keer in de studio is gekomen zonder camera, hoorde hij al bij het decor toen hij echt begon op te nemen en was zijn aanwezigheid geen afleiding meer.

Ik heb de film één keer gezien (en da’s meer dan genoeg). Er zitten beelden in de film waarvan ik me niet meer kan herinneren dat ze gefilmd zijn of waar en wanneer ze zich afspelen.

Hoe is dat zo, om naar jezelf te kijken?
Arno:
Dat is verschrikkelijk vreemd. Ik heb geen opinie over die film omdat hij voor mij abstract en surrealistisch is. Mensen zien altijd hun eigen reflectie in de spiegel, maar je ziet nooit je eigen rug. Je ziet nooit hoe je wandelt, zit, beweegt. Het is voor mij bijvoorbeeld vreemd om naar die scènes te kijken waarin ik in mezelf gekeerd zit, in mijn creativiteit. Zo heb ik mezelf nooit eerder gezien.

Pascale, je hebt er ook voor gekozen om archiefbeelden in de film te stoppen. Het lijkt erop dat er in al die jaren niet zo heel veel veranderd is, dat Arno nog altijd dezelfde is.
Pascale:
Dat klopt wel. Zeker als je hem op het podium ziet staan. Daar is hij nog altijd twintig. Mijn bedoeling met die archiefbeelden was tweeledig: enerzijds wilde ik nostalgie oproepen bij de toeschouwer omdat Arno ook met dat gevoel worstelt; anderzijds wilde ik een aantal feiten meegeven zonder het er al te nadrukkelijk over te moeten hebben. Ik wilde geen biopic maken en dit was een manier om de carrière van Arno toch in een notendop te tonen.

Arno, naar het einde van de film toe praat je over ouder worden en dat je daar geen voordelen in kan vinden. Maar je zit wel nog vol levenslust?
Arno:
Ik ben verslaafd aan het leven. Ik vind leven fantastisch en ik weet ook dat ik al een fantastisch leven heb gehad. Ik was jong in de jaren zestig, ik was zeventien in 1966, heb het allemaal gezien, gevoeld en meegemaakt. Ik heb een jongerencultuur opgebouwd zien worden van muziek en mode. The sky was the limit en de vrijheid was oneindig. AIDS bestond nog niet, er werd als zot in het rond gevogeld. De solidariteit was ook immens. Ik heb nooit een joint in mijn eentje gerookt. De frigo was van iedereen en sms bestond niet. Ik ging aan de deur bellen. Dat is allemaal verdwenen. Ik herinner me dat ik ooit autostop heb gedaan van Oostende naar Mykonos. Dat kan je je nu niet meer voorstellen. Het conservatisme van de wereld nu, de verrechtsing, Trump,... Die presidentsverkiezingen, dat is een Muppet Show. Dat maakt me bang. Die nostalgie, waar ik zo vaak onder lijd, die komt daaruit voort. Ik leef in een fundamenteel andere wereld dan waarin ik ben opgegroeid. Er zijn een aantal normen en waarden die ik kende gewoon verdwenen. Morgen is vandaag dood.

Arno heeft een aantal regeltjes uit nummers ingelezen voor de documentaire. Eén daarvan is “Je n'suis pas malheureux / mais je n'suis pas bien” uit Vive Ma Liberté, wat misschien toch hét Arno-nummer bij uitstek is. Het leek de eerste keer dat we die regel echt hoorden.
Pascale:
Dat nummer is een classic.. We kennen dat allemaal. En tegelijkertijd heb je er inderdaad nog nooit naar geluisterd. Dat was ook waarom ik een aantal van die zinnetjes wilde belichten. Zijn teksten zijn belangrijk, zeggen heel veel over Arno en over hoe zijn hoofd werkt. En ze worden misschien wel onderschat. Ik ben blij dat dat zo goed is overgekomen.

Eén van de mooiste momenten uit de film is het moment na een concert waarop er een vrouw naar je toekomt en zegt: “Ik kende je vooraf niet, maar ik vond het geweldig!” Dat doet je echt iets?
Arno:
Dat was in Los Angeles. Dat weet ik nog. Ik heb altijd beseft dat ik besta bij de gratie van het publiek. Zonder publiek is een performer niks. Jij schrijft ook voor mensen met de bedoeling dat er toch een paar mensen dit artikel willen lezen. Waar doe je het anders voor? Ik dank alles aan mensen. Mensen inspireren me.

Dat voortdurende toeren, op en af de bus, op en af de boot, hotel in, hotel uit, moeten zeuren voor een andere kamer omdat je goed wil kunnen slapen,... Dat lijkt vermoeiend, maar jij lijkt ervan te blijven genieten?
Arno:
Hotels zijn mijn tweede thuis, een deel van mijn leven. Die mogen best eenvoudig zijn. Ik wil kunnen slapen. Ik wil de metro niet moeten nemen om te gaan pissen. Ik wil geen twintig minuten onderweg zijn naar de wc. Ik ben weinig thuis. Ook als ik niet op tournee ben, ben ik alleen maar thuis om te slapen. Ik leef van tournee naar tournee. Da’s mijn leven en het is te laat om dat te veranderen. Vroeger ging ik nog naar huis omdat ik mijn kinderen miste, maar die zijn groot nu, hebben een eigen leven.

Pascale: Jij leeft onder de mensen, hé; gaat wandelen, op café, op restaurant. Er zitten wandelscènes in de film in Oostende, Brussel en Parijs, de plaatsen waar Arno het meest verblijft. Het is ook echt zo: als je in het centrum van Brussel rondloopt, kan het best dat je Arno tegen het lijf loopt.

Arno: Ik eet nooit thuis. Ik ontbijt buitenshuis. Ik drink ’s morgens mijn theetje op een terras, lees mijn krant. Als ik in België ben, lees ik elke dag drie kranten: twee Vlaamse, één Franse. I’m an old motherfucker. (lacht) Jonge mensen lezen geen kranten meer. Jonge mensen kopen ook geen platen meer. Vroeger kreeg je in België een gouden plaat als je honderdduizend exemplaren verkocht had. Nu staat het op tienduizend.

The Times They Are a-Changin'...
Arno:
Steeds sneller. Jonge mensen nu studeren voor een beroep dat misschien binnen vijf jaar niet meer bestaat. Wij ontmoetten elkaar op café.

Pascale, je hebt ruim anderhalf jaar gedraaid met tussenpozen. Heb je nu het gevoel dat je Arno kent?
Pascale:
In ieder geval beter dan jij. (lacht) Ik heb hem van heel dichtbij meegemaakt. Ik heb volgens mij een helder beeld van Arno, maar dat is wel de kijk die ik op hem heb, hoe ik hem ervaren heb. Natuurlijk, er is veel meer gedraaid dan wat je in de film ziet. Ik heb een lijn proberen trekken. ‘Dancing Inside My Head’ is mijn kijk op Arno. Ken ik hem dan ook? Ik weet het niet. Ik heb alleszins een beeld van hem. Ik vond het wel fijn en bijzonder.

Zijn jullie vrienden?
Arno:
(glimlacht) Alleszins geen vijanden. 

3 november 2016
Geert Verheyen