Eefje de Visser - Het voelt eindelijk als thuis
Met haar dromerige stem, poëtische teksten en zorgvuldig uitgekiende soundscapes heeft Eefje de Visser zich de voorbije jaren stevig verankerd in het Nederlandstalige muzieklandschap. Na het intieme ‘Heimwee’ komt ze nu met ‘Vlijmscherp’, het vurige tweede deel van een muzikaal tweeluik dat samen een beeld vormt van haar artistieke evolutie. In dit openhartige gesprek vertelt ze over het creatieve proces achter beide albums, haar samenwerking met partner en producer Pieterjan Coppejans, de invloed van het moederschap en de balans tussen kwetsbaarheid en kracht.
‘Vlijmscherp’ vormt samen met ‘Heimwee’ een tweeluik. Wanneer wist jij dat deze twee albums bij elkaar hoorden en niet gewoon twee aparte projecten waren?
Eefje de Visser: Dat wist ik al tijdens het maken van ‘Heimwee’. Ik had namelijk te veel liedjes geschreven. Het lukte me niet om in één keer tweeëntwintig nummers af te ronden en op één plaat te zetten. Ik had dat eerlijk gezegd ook niet gewild, het leek me niet haalbaar en ook niet verstandig. Daarom heb ik het proces opgesplitst. Ik wist toen nog niet precies hoeveel nummers er uiteindelijk op zouden komen, of hoeveel we er daadwerkelijk konden afmaken. Er zijn zelfs nog meer liedjes die we niet op de plaat hebben gezet, simpelweg omdat ik niet wilde dat het project nóg langer dan een jaar zou duren. Binnen de tijd die we hadden, hebben we alles afgerond wat ik echt nog graag wilde uitbrengen. Dat zijn uiteindelijk tien extra nummers geworden.
Je beschrijft ‘Vlijmscherp’ als vinnig, vurig en dansbaar. Terwijl ‘Heimwee’ eerder organisch en nostalgisch klonk. Was dat voor jou een bewuste beweging, van zachtheid naar scherpte?
Na ‘Bitterzoet’ - en zeker nadat ik die nummers live had gespeeld - merkte ik dat ik iets miste: akoestische gitaren. Het maken van echt mooie, pure songs, liedjes die in alle rust binnenkomen, ontbrak. Tegelijkertijd had ik ook veel nummers geschreven die juist elektronischer waren. Uit Het Oog is daar bijvoorbeeld eentje van, een song die uiteindelijk op ‘Heimwee’ terecht is gekomen en die duidelijk dansbaarder is. Alle andere nummers met die elektronische invloeden, die snellere en meer uptempo energie, heb ik bewust naar de tweede plaat verplaatst. Misschien was het commercieel gezien logischer geweest om dat andersom te doen, maar ik had echt behoefte om met ‘Heimwee’ juist een contrast te maken met ‘Bitterzoet’.
Thema’s als vervreemding en houvast keren vaak terug in je werk.
Dat blijft erin zitten, merk ik. Het zijn misschien ook heel universele thema’s. Soms hoop ik wel dat ik daar niet voor altijd in blijf hangen, maar tegelijkertijd geef ik er in elke song weer een andere invulling aan. Elke track heeft zijn eigen richting en betekenis. Dus hoewel vervreemding en houvast inderdaad vaak de kern vormen, zitten er altijd nieuwe lagen en nuances in. Toch zijn het precies die twee uitersten die me blijven fascineren. Ze zijn eigenlijk altijd al aanwezig geweest in mijn muziek.
In je teksten schuilt altijd wel iets van magisch realisme, een gegeven waarin droom en werkelijkheid door elkaar lopen. Waar komt die fascinatie daar vandaan?
Ik denk dat het eigenlijk vanzelf gaat. Als ik begin met schrijven, voel ik vaak Engelse woorden opborrelen. Dan moet ik echt een flinke vertaalslag maken in mijn hoofd om dat om te zetten naar een Nederlandstalige tekst. De manier waarop dat lukt, is door mezelf juist zo min mogelijk beperkingen op te leggen. Ik hou mijn hoofd open voor wat ik wil zeggen zonder meteen te veel te sturen of te redeneren. Op dat moment kom ik in een soort dromende staat van mijn geest terecht. In dromen valt alle logica weg: je maakt vreemde combinaties en ziet beelden die op een rare manier toch betekenis hebben omdat ze met jouw leven te maken hebben. Dat gevoel probeer ik ook tijdens het schrijven te bereiken. Ik denk dan niet te veel na, maar vertrouw op dat deel van mijn hersenen dat associeert, fantaseert en verbindingen legt zonder dat het hoeft te kloppen. Tegelijkertijd probeer ik inhoudelijk genoeg houvast te houden. Als het alleen maar vrije associatie zou zijn, zou het te leeg worden. Er moet altijd iets van realiteit, van helderheid in blijven zitten, iets wat het terugtrekt naar het echte leven. Anders zou ik bang zijn om te vervallen in geneuzel of een te poëtisch stijltje. Dus wat ik schrijf, blijft altijd geworteld in mijn eigen leven.
Je geeft niet veel expliciet over je privéleven prijs, maar er zit wel een intieme lading in jouw teksten. Hoe bepaal je wat je wel en wat je niet deelt met het publiek?
Ik hou het meestal bewust wat algemener, dat is ook gewoon hoe ik erin sta. Ik heb nooit de behoefte gehad om te praten over mensen die er niet voor hebben gekozen om in de schijnwerpers te staan, of om mijn verhaal in de media terug te zien. Daar blijf ik echt liever buiten. Daarom trek ik het, als ik ergens over praat, vaak naar iets breders, iets universelers. Naar dat stuk waar iedereen zich wel in kan herkennen. Frictie in een relatie en het zoeken naar harmonie zijn thema’s die veel mensen kennen en waarin ze iets van zichzelf kunnen terugzien. In die zin vind ik het vaak ook wel duidelijk waar mijn songs over gaan. Bij nummers als Gloeien of Onomkeerbaar voel je dat volgens mij meteen. De meeste mensen begrijpen wel waar dat over gaat.
Het is alom bekend natuurlijk dat je de platen maakt met je partner Pieterjan Coppejans. Hoe is dat als werk en privé een beetje door elkaar lopen?
Het is echt een groot leerproces voor ons allebei. We ontwikkelen ons allebei enorm door samen te werken, we leren veel van elkaar en groeien ook als team en als muziekmakers. Het voelt als een hele veilige plek, we hoeven niet op eieren te lopen of elkaar met fluwelen handschoentjes te behandelen. Soms botsen we in de studio, hebben we ruzie over hoe we met elkaar omgaan, en op andere momenten zitten we helemaal in een flow en vullen we elkaar perfect aan. Dat maakt het juist zo leuk.
Een tijdje terug ben je ook mama geworden. Proficiat! Heeft dat het songschrijven ergens beïnvloed? Ben je zachter en milder geworden?
Dat klopt misschien wel, al wil ik dat niet te groot maken. Ik denk wel dat er een bepaalde warmte in je leven komt. Je bent voortdurend met emoties bezig. Een kind is zó emotioneel, helemaal all over the place. Je bent de hele tijd aan het troosten en aan het geruststellen vol liefde en gevoel. Dat maakt je vanzelf empathischer. Tegelijkertijd is dat natuurlijk niet grenzeloos. Je kunt niet overal empathie voor blijven voelen. Soms word je ook gewoon gek van een kind dat zichzelf nog niet kan reguleren en overstuur raakt om iets kleins, maar dat je uiteindelijk toch kan troosten. Dat vind ik iets heel moois. Dat zouden we als mens veel meer moeten doen. Ik heb soms het gevoel dat we daar wat ongemakkelijk in zijn geworden. Aan de ene kant drukken we emoties vaak heel uitbundig uit, maar de echte, menselijke pijn, die we allemaal delen, daar gaan we niet altijd even natuurlijk mee om. Terwijl troost juist essentieel is voor goede relaties en verbinding. Met een kind wordt dat deel van jezelf enorm aangewakkerd. Je leert opnieuw wat het is om echt nabij te zijn. In die zin ben ik daardoor ook echt veranderd.
Je zou ook kunnen zeggen dat Eefje de Visser veel kwetsbaarder is geworden dan vroeger. Is dat een juiste perceptie?
Gek genoeg niet. Ik heb juist het gevoel dat ik veel sterker ben geworden. Je voelt die verantwoordelijkheid van het ouderschap en dat geeft je als het ware een ruggengraat. Het draait niet meer alleen om mijn eigen gevoelens. Niet dat dat vroeger per se zo was, maar zonder kind heb je toch minder dat besef van verantwoordelijkheid, minder dat idee dat er iemand écht op je rekent. Ik voel me dus niet kwetsbaarder, eerder het tegenovergestelde. Ik laat me minder snel van mijn stuk brengen en kan dingen beter relativeren. Tegelijkertijd is er wel een andere vorm van kwetsbaarheid bijgekomen, eentje die meer met warmte te maken heeft. In die zin horen kracht en empathie voor mij nu veel meer bij elkaar.
Je nieuwe nummers moeten ook gespeeld worden voor een livepubliek. Hoe groot is de honger naar het podium na een indrukwekkend zomerseizoen?
Heel groot! Ik hou enorm van het ontwikkelen van liveshows. Het hele proces van repeteren, setlists maken, de volgorde van de songs bepalen, die spanningsbogen opbouwen vind ik geweldig. Ik kan uren fantaseren over de muzikale invulling en over hoe we het spannend en gelaagd kunnen maken in plaats van gewoon de plaat live te spelen. Het podiumbeeld, de performance en alles daaromheen vind ik echt ontzettend leuk, het is één groot spel. Ik heb gelukkig een fantastisch team om me heen om dat samen te doen. Ik kijk daar enorm naar uit, maar eerst moet ik nog de Radio 1-sessie overleven op 19 november. Dat is echt veel werk, dus daar zit mijn hoofd nu vooral vol mee. Daarna stort ik me helemaal op de liveshows.
Veel mensen associëren jou met België en Nederland, maar de tour gaat verder en brengt je ook in andere landen. Hoe kijk je er naar uit om je werk ook in niet-Nederlandstalige landen te brengen?
Dat is echt heel leuk. Ik moet eigenlijk helemaal opnieuw beginnen en weer al die kleine clubjes doen. Dat voelt voor mij altijd een beetje als een parallel universum. Alles lijkt hetzelfde en toch is alles anders. Die subtiele culturele verschillen tussen Duitsland en Nederland vallen me altijd op. Het straatbeeld is anders, de sfeer in de clubs ook. In Duitsland zijn die zaaltjes vaak nog wat ouder, minder opgeknapt of clean dan in Nederland en juist daardoor hebben ze veel charme. De mensen zijn er zó lief. In Zwitserland is er dan weer veel aandacht voor cultuur en muziek. Ik vind het ook geweldig om te spelen als support voor andere bands. Dat voegt echt iets toe aan je leven. Toeren is iets heel anders dan gewoon op vakantie gaan. Je maakt muziek en bent even onderdeel van het leven van mensen daar. Dat is zó bijzonder.
Je shows zijn meer dan muziek, ze zijn een feest voor alle zintuigen. Hoe belangrijk is die cinematografische sfeer die je telkens creëert?
Het is iets wat ik altijd al graag heb willen doen. Bij de eerste drie platen was ik nog veel minder omringd dan nu. Toen had ik een piepklein team en bijna geen budget. Ik was al blij als het me lukte om gewoon een goede clubshow neer te zetten met wat licht erbij. Alles moest snel en met beperkte middelen. Toch had ik toen al die behoefte om iets meer te doen met het visuele en de beleving. Alleen heb je daar ook mensen voor nodig die begrijpen wat je bedoelt, die echt naast je staan in wat je wil vertellen. Dat is iets wat ik nu veel meer heb. Ik werk met mensen die ook luisteren naar mij in plaats van alleen maar andersom. Dat verschil is enorm. Die wens om te creëren was er altijd al, maar nu voel ik dat ik er eindelijk écht mee kan werken. Ik hou van een mooi beeld. Dat hoeft niet uitbundig of duur te zijn. Het kan juist iets eenvoudigs zijn, zolang het maar klopt en iets toevoegt aan de muziek. Ooit hadden we een wilde lichtshow met maar drie lampen, maar iemand maakte daar met zijn creativiteit iets bijzonders van. Daar geniet ik het meest van.
Je woont al een tijdje in België. Het is bekend dat er raakvlakken zijn tussen Belgen en Nederlanders, maar dat er ook veel verschillen zijn. Hoe beïnvloedt die nieuwe omgeving jou cultureel en muzikaal?
Ik weet zeker dat ik enorm veranderd ben door hier te wonen. Mijn smaak is ook helemaal mee veranderd. Wanneer ik een nieuwe liefde had of nieuwe vrienden leerde kennen, veranderde er ook iets in mij. Je evolueert voortdurend. Je groeit toe naar de smaak en de wereld van de mensen om je heen. Ik ben dus echt veranderd. Wat dat betreft ben ik inmiddels ook wel een beetje Belg geworden. De muziek die hier aanslaat, zou ik vroeger misschien minder snel hebben opgezocht, maar ik begrijp dat nu veel beter. Wat ik ook merk, is dat het in België steeds beter gaat. In Nederland heb ik met deze plaat geen airplay, maar ik verkoop nog steeds veel tickets. Het loopt goed en ik ben heel tevreden. In België wordt er misschien nu beter begrepen wat ik doe. Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat ik hier woon, met de vrienden die ik hier heb gemaakt en de muziek die ik hier heb leren kennen.
Ondertussen zijn er veel mensen die jou een warm hart toedragen. Ook de media zien je als een halve Belgische. Voel je dat ook zo aan of blijf je die Nederlandse die je altijd was?
Ik voel me toch nog altijd een Nederlander die in België woont. Mijn accent verandert ook niet echt, hooguit sluipen er wat woorden of zinswendingen in die wat Belgischer klinken, maar verder blijft het gewoon wie ik ben. Ik voel me nog steeds sterk geworteld in de plek waar ik ben opgegroeid, in het gezin en de omgeving die me hebben gevormd. Ik ben dus geen nieuwe Belg, maar voel me hier wél thuis. Dat is iets wat me in Nederland nooit lange tijd echt is gelukt. Daar had ik moeite om een gevoel van thuis te vinden, het was altijd een thema in mijn leven. Nu woon ik hier al zo lang, heb ik mijn plek gevonden en iets opgebouwd voor mezelf. Daardoor voelt het eindelijk echt als thuis.
Woensdag 19 november – Radio 1 Sessie, Antwerpen
Zaterdag 20 december – Old Bathhouse, Antwerpen
Dinsdag 24 februari 2026 – Vooruit, Gent
Woensdag 25 februari 2026 – Vooruit, Gent
Donderdag 26 februari 2026 – Vooruit, Gent
