Goose - Tiens, is dit ook Goose?

Het moge duidelijk zijn: het nieuwe, synthesizergevoelige, album van Goose laat niemand onberoerd. Iedereen heeft er een mening over en die meningen lopen danig uit elkaar. Maar zelf laat dat hen eerder koud. Ze zijn fier op 'Synrise' als ware het hun eerste rapport zonder buizen.

Tiens, is dit ook Goose?



Jullie hebben waarschijnlijk al wel heel wat interviews gedaan?
Dave Martijn: Ja, en het blijft boeiend. Dat klinkt misschien raar (lacht), maar het is een plaat waarover we zelf veel kunnen vertellen, dus het voelt niet echt aan als een opdracht. Dus dat is leuk.

De plaat komt vandaag officieel uit. Wordt er champagne gedronken vanavond?
Mickael Karkousse: Vanavond gaan we wel een keer iets drinken.
Martijn: Als we tijd hebben, want het is erg druk. Maar eigenlijk zijn we het aan onszelf verplicht om iets te gaan drinken (lacht). Als we zien waar we een jaar geleden stonden en wat we nu voor onze neus hebben liggen... Dat moet gevierd worden.
Karkousse: We hebben het ook zo druk. We hebben alles zelf gedaan: de opnames, de productie,  tot de hoes toe. Alles moest eerst via onze handen passeren. We wilden alles zelf onder controle hebben.

Was dat dan anders bij de eerste plaat?
Karkousse: Bij de vorige plaat hebben we ons meer laten leiden.
Martijn: Toen waren we evengoed controlefreaks: we hebben toen ook alles zelf gemixt, opgenomen, het artwork bepaald, enzovoort. Maar het was meer uit een soort naïviteit. We deden gewoon maar. Nu dachten we er drie keer over na. Het was gewoon niet de eerste keer meer. We wisten nu al een beetje wat ons te wachten stond.

Karkousse: Het gaat allemaal verschrikkelijk snel en daarom moet je ook goed nadenken over wat je wil. Als we morgen een videoclip willen en de eerste de beste daarvoor aanspreken is het al te laat. De bal is dan al aan het rollen gegaan. Je moet ook beseffen dat er veel mensen naast de band werken met en voor je muziek. Je moet dus heel geconcentreerd en superscherp zijn.
Martijn: En dat zijn wij niet (lacht)

Vorig jaar zagen we jullie als surprise guest op Soulwaxmas in Antwerpen. Jullie brachten toen een nummer van Vangelis. Was dat een bewuste voorbode van 'Synrise'?
Karkousse: Eigenlijk niet. Het feit dat we aan Vangelis gedacht hebben was dat dan misschien weer wel.
Martijn: Tja, dat zit ook wel een beetje in 'Synrise'.
Karkousse: Maar Soulwax had ons gevraagd om een surprise te doen en wij dachten erover om een nieuw nummer te brengen. Dat moest dan wel écht een goed nummer zijn. Daar hadden we dan weer geen zin in want het moest toch ontspanning zijn voor ons, een goede reden om nog eens uit onze studio te komen. Toen botsten we op Vangelis en omdat het zo bekend is en zo "erover" hebben we dat toen genomen.
Martijn: We hebben het toen bewust met vier gitaren gedaan en niet met synths. Die synths gebruikten we toen volop voor de opnames van 'Synrise' en dan zou het plots weer te serieus geworden zijn. Die vier gitaren maakten het nu net zo grappig.

Maar jullie zijn wel gaan neuzen in de geschiedenis van de elektronische muziek?
Martijn : Bwa, die geschiedenis zit gewoon in ons onderbewustzijn. Die eightiesmuziek was er gewoon. Of je ze nu graag hoorde of niet, ze passeerde op radio of televisie.
Karkousse: Zo'n dingen nam je op terwijl je aan het eten of met je autootjes aan het spelen was.

Die synths hebben uiteindelijk altijd wel een belangrijke positie in Goose gehad.

Martijn: Op de eerste plaat wilden we vooral de synths gebruiken zoals een gitaar gebruikt wordt. We zetten er dan bijvoorbeeld distortion op zoals we dat op een gitaar zouden doen. Maar dat konden we nu geen tweede keer meer doen. Ondertussen hadden we heel wat synths verzameld en die begonnen we eigenlijk op een heel old fashioned way te herontdekken. Zonder trucjes, gewoon de machines laten spreken.

Nooit bang geweest om met die synthbands uit de jaren tachtig vergeleken te worden?
Karkousse: Je wordt uiteindelijk altijd wel met iets vergeleken. De invloeden zijn er en daar hoeven we ons ook niet voor te schamen.
Martijn: Ik ben vooral blij dat als ze eightiesinvloeden zeggen, dat ze er dan ook de juiste bands bij plakken. Dat ze niet Bros zeggen en wel Depeche Mode. Dat is toch een compliment?
Karkousse: Wat ons zo aanspreekt in die muziek is melodie. De zoektocht naar melodie was heel belangrijk op 'Synrise'. Of dat nu gitaren waren of synthesizers, het is de melodie die spreekt. En voor ons was dat nu de grote verandering. Ook dat we een iets meer emotionele kant durfden tonen.

Wanneer waren jullie zelf eigenlijk tevreden over de nieuwe nummers op de plaat?
Karkousse: Drie maanden nadat ze klaar waren (lacht).
Martijn: Toen we wisten waar we voor wilden gaan. Ook al waren er veel mensen rondom ons die daar niet zo zeker van waren. Wij waren zeker van ons stuk. Als de mensen het maar niets zouden vinden, dan was dat maar zo.

Waren er echt mensen rondom jullie die niet voor jullie ideeën te vinden waren?

Karkousse: Dat speelde niet echt mee hoor. We vroegen Storm (Thorgerson, de man die vooral bekendheid geniet vanwege zijn hoesontwerpen voor Pink Floyd; nvdr), die onze hoes heeft gemaakt, of we tijdens de shoot aanwezig konden zijn. Hij zei: "Neen, dat kan niet. Hoe ik die hoes maak en met welke camera ik werk, maakt niet uit. Je zou er alleen maar verkeerde verwachtingen door scheppen." Dat is met iedere kunstvorm zo. Elke tussenstap, elke demo, dat moeten de mensen allemaal niet horen. Het resultaat telt.

Jullie gingen de afgelopen jaren de hort op met Soulwax, stonden geprogrammeerd in dancetenten op festivals, raakten bevriend met Justice,... was die elektro/dancescene of de artiesten die er schuil achter gaan ook invloeden op 'Synrise'?
Karkousse: Justice heeft ons twee jaar geleden de raad gegeven om alles zelf in handen te houden. Wij waren toen hardop aan het nadenken over een producer, maar hij raadde dat af. Uiteindelijk bleek dat een heel goede raad te zijn.

Ik had de indruk dat jullie bij 'Bring It On' vooral wilden revolteren, tegendraads zijn. Was dat ook de idee achter 'Synrise'?
Karkousse: We wilden vooral de mensen doen bewegen. Het is niet omdat het een optreden is en geen dj-set dat je plots moet stilstaan.
Martijn: Als je naar een optreden gaat, dan ken je vaak maar twee liedjes van een groep en dan sta je daar te wachten tot eindelijk die twee nummers gespeeld worden. Verder sta je je daar stiekem te vervelen. Wij wilden vooral dat de mensen zich amuseerden, ook al kenden ze ons niet.
Karkousse: En dat zit er nog altijd in. Als we nu met de nieuwe plaat live spelen dan springt die vonk energie over op het publiek. Het album klinkt misschien anders, maar op het podium verandert dat niet veel.

Ik hoor anders wel zeer uiteenlopende reacties op 'Synrise'. Liggen jullie daar nog wakker van?
Karkousse: Wij zijn er tevreden mee en dat is voor ons het belangrijkste.
Martijn: Ik vind die uiteenlopende reacties wel goed. Nu kunnen ze tenminste niet zeggen dat het meer van hetzelfde is. Of je houdt ervan of niet. Het is misschien inderdaad geen instantplaat, maar dat is toch goed? We kunnen er fier op zijn dat we compleet onze eigen zin hebben gedaan en niet de hedendaagse modetrends hebben gevolgd. Volgens mij gaan we daarom over twintig jaar nog fier zijn op deze plaat.

Een opvallend nummer op dit album is Hunt. Wij hadden Goose nooit zo euh... intiem verwacht.
Karkousse: Dat nummer heeft eigenlijk heel veel verschillende vormen gekend. Eerst was het heel schreeuwerig, zoals je van Goose verwacht. Er zat een goede song in, maar er schortte iets aan. Het was pas toen we het nummer wilden opnemen in de Jet Studio dat Dave een gitaar vastpakte, de enige keer wellicht dat hij een gitaar heeft vastgehad, en dat hij de akkoorden begon te veranderen en er een soort soundscape begon rond te bouwen.
Martijn: Dat is gewoon heel snel gebeurd terwijl de rest even zat te pauzeren.
Karkousse: Daarom was het ook goed dat we naar Jet zijn getrokken. In onze homestudio zouden we dat nooit gedurfd hebben.

Ik zou denken dat je net het meest op je gemak bent in je eigen studio?
Martijn: Dan ben je net iets te veel op je gemak. Dan zit je aan kleine details te prutsen. Nu zat je met tijdsdruk en die dwingt je verder te doen. Anders zouden we echt nooit op zo'n ballad gestoten zijn.
Karkousse: Nu werd het plots heel confronterend voor iedereen. We vroegen ons af: "Tiens, is dit ook Goose?" En dat bleek ook al snel het geval te zijn

Tegenwoordig word je er ook raar op aangekeken als je geen remixes van je plaat laat maken. Wie mogen we verwachten?
Karkousse: Voor Words hebben we Boris Dlugosch (Duitse producer die meer remixes op zijn palmares heeft staan dan eigen producties, nvdr), Joe And Will Ask? en The Living Islands gevraagd. We wisten wel welke mensen we wilden vragen en meestal ook voor welk nummer we hen wilden vragen. Anderen gaven we gewoon het album en vroegen we om een nummer te kiezen.

Wat was voor jullie de grootste verrassing?
Martijn: De versie van The Living Islands. Zij hebben echt iets helemaal anders van Words gemaakt. Vaak is het belangrijk dat een remix een absolute bom op de dansvloer is, maar zij maken er net iets gezellig van om thuis op te leggen. Heel goed.

Waar komt de naam Synrise vandaan?

Karkousse: Euh..., "syn", van "synthesizer" en "rise" van euh ... hoop.

Hoop? En de plaat klinkt zo donker.

Martijn: Het is een donkere plaat, maar dan met hoop in.
Karkousse: Wij zijn geen donkere jongens. Misschien wel een beetje duister (lacht).

24 oktober 2010
Koen Van Dijck