Illuminine - Ik uit mijn woede in subtiele vormen

Ik uit mijn woede in subtiele vormen

Onlangs kwam de derde plaat van Illuminine uit. Wij spraken met frontman Kevin Imbrechts over dit tijdsdocument dat een beeld geeft van zijn geestelijke toestand in de twee jaar voor de plaat uitkwam en daarbij schuwde hij niet om over zijn stoornissen te praten. Een open gesprek werd het, bijna even mooi als de plaat zelf.

Je bent, de “reworks” niet meegeteld aan je derde album. Is er veel verschil met de vorige twee?
Voor mij niet. De voorbereidingen voor een nieuwe plaat neem ik altijd op dezelfde wijze. Ik schrijf de songs in de beslotenheid van mijn kamer. Het enige verschil met de vorige twee was, dat ik dit keer niet eens het gevoel had met een derde album bezig te zijn. De nummers kwamen heel spontaan tot stand. Ik zat in een nogal donkere periode en ik had echt de behoefte om die van me af te schrijven in nieuwe nummers zonder dat daar al een plan achter zat voor een derde album. Technisch is er niet veel veranderd, maar de organische manier waarop de inspiratie dit keer kwam, was wel nieuw.
Je zat in een donkere periode zeg je. Dat vier van de songs op #3 heten Apprehension en eentje Fright  is dus geen toeval.
Nee inderdaad. “Apprehension” betekent zoiets zoals een voorbereiding op iets wat staat te gebeuren, maar dan in de negatieve zin. De stukjes die zo heten, zijn eigenlijk de interludiums op de plaat, maar ze betekenen heel veel voor mij omdat het vervlogen stukjes zijn die mij terugkatapulteren naar die donkere periodes. Eén van de kenmerken van mijn stoornis is dat ik altijd anticipeer en denk dat het niet goed zal gaan en dit in extreme mate. Ze passen dus heel goed in het geheel van de plaat die helemaal ontstond in zo’n periode.

Je praat wel makkelijk en open over je stoornissen (gegeneraliseerde angststoornis en Asperger n.v.d.r.). Vind je dat belangrijk?
Ik heb die stap gezet met het Nederlandstalige project “Wij Weg”. Ik heb toen in De Morgen en op Radio 1 voor het eerst het taboe rond mijn stoornissen doorbroken. De reacties van de lezers en de luisteraars hebben mij heel veel deugd gedaan en sindsdien is alle gêne weggevallen. Praten helpt echt. Ik ben er een stuk bovenop geraakt. Er is voor mij een hele wereld opengegaan. Rond mentale ziektes hangt nog altijd een sfeer van taboe waardoor mensen er soms echt helemaal onderdoor gaan. Ik heb nu nog periodes dat het moeilijker gaat, maar al veel minder dan vroeger. Ik heb nu ook de juiste medicatie en volg verschillende therapieën en dat samen met die openheid, maakt dat ik nu beter functioneer.

We hadden het al over gelijkenissen. Ook nu weer beginnen sommige songtitels van jou met “dear”. Wat zit daar achter?
Ik schrijf mentaal altijd aan een concept. Dat kan een persoon zijn, maar ook iets anders. Dear, Dolores was geen ode aan een of andere vrouw, maar gaat over verdriet. De nieuwe nummers Dear, Limerence en Dear, Utopia gaan respectievelijk over een obsessief verlangen en over een onbereikbare plaats.

Twee nummers werden ingezongen door de IJslandse Hannah Corinne. Hoe kwam je met haar in contact?
Ik heb een IJslandse manager die vooral de internationale zaken behartigd van Illuminine. Die stuurde mij op een dag een filmpje door van Hannah die in een woonkamer stond de spelen met op de achtergrond IJslandse bergen. Vanaf het moment dat ik haar stem hoorde, was ik helemaal verkocht. Ik had toen toevallig ook nog een paar nummers liggen waarvan ik vond dat er nog iets aan miste. Dat “iets” was de zang van Hannah. Het was een match die gemaakt moest worden.

Het leek een speling van het lot en ik vertrouw graag op mijn buikgevoel. Als ik dat volg, komt alles wel op zijn pootjes terecht. De bergen in de clip van Dear Utopia kunnen best wel eens dezelfde bergen zijn als die in het filmpje dat ik doorgestuurd kreeg trouwens. Hannah woont net als Francesco Fabris, de man die de clips maakte bij de nummers, in Reykjavik.

Alle clips zullen uiteindelijk een albumfilm vormen. Nu is de link tussen de filmpjes nog niet duidelijk omdat de volgorde niet klopt. De plaat begint met Aura en Dear, Utopia staat in het midden. Dying Flame, waarvoor de beelden in Maleisië geschoten werden, daar tussenin en Fright helemaal aan het einde, maar uiteindelijk zal het verband wel duidelijk worden. Het contrast tussen het tropische en het arctische is sowieso al interessant, maar de uiteindelijke albumfilm zal een dag representeren van het ochtendgloren tot je terug gaat slapen. Heel de plaat is daarrond ook opgebouwd en elk clipje op zich toont ook die evolutie van dag tot nacht. Samen zal het een mooi geheel vormen.

Eerder dit jaar werkte je met Fien Deman samen. Toch is zij niet te horen op #3 waarom de lijn niet doorgetrokken?
Ik doe alles op het gevoel en de instrumentale versies van de songs waarop uiteindelijk Hannah te horen is, dateren uit dezelfde periode als de andere tracks. Het is ook een artistieke keuze. De instrumentatie is dezelfde en de songs op het album vormen daarom ook een geheel.
De nummers waarop Fien te horen is, dateren van een jaar of twee daarvoor. Daarom leek het mij logischer om die eerst en afzonderlijk van het album uit te brengen. Ze passen qua sfeer en de klank niet bij de rest van het album.

Je maakte ook een song (Dear, Utopia) met Adam Bryanbaum Wiltzie. Een held van jou?
Ja, dat is toch wel een ambient veteraan. Ik was heel blij dat we met elkaar in contact gekomen zijn. We hebben ooit samen gespeeld met Illuminine en Winged Victory For The Sullen en op een bepaald moment had ik een nummer geschreven waarvan ik wel vond dat het bij zijn stijl paste. Ik heb het hem opgestuurd en hij was ook enthousiast. Een jaar later belde hij mij op en zei: “Ik ben aan het opnemen met een filmorkest en we kunnen dat nummer misschien ook gebruiken.” En zo is die samenwerking tot stand gekomen. Dat het op de plaat staat, is ook weer omdat het uit dezelfde periode stamt als de andere nummers. Het is een van de puzzelstukjes die samenvielen.

Vroeger liet je je beest uit bij Mosquito en later bij Daghraven. Heb je toch af en toe een uitlaatklep nodig?
Eigenlijk niet. Ik toon weinig emoties in het echte leven. Dat is een van de kenmerken van mijn stoornissen. Verdriet of kwaadheid kan ik moeilijk veruitwendigen. Vroeger had ik dat wel nodig en had ik Mosquito, maar ik ben daarin radicaal veranderd. Je zal nog moeilijk een kwaad kantje aan mij vinden al zit er nog wel ingehouden woede in een nummer als Alas, Orpheus dat eigenlijk een heel kwaad, wanhopig nummer is. Maar ik uit mijn woede in subtiele vormen en niet meer met loeiharde gitaren en dissonante structuren.  

Op de hoes van je plaat sta je in een nachtelijk maïsveld. Dat lijkt me wel eng. Je kan daar zelfs overdag al totaal gedesoriënteerd geraken.
Dat beeld toont hoe ik mij destijds voelde: verloren. Als je ’s nachts in een maïsveld of een groot veld staat, ga je op in het geheel. Je bent eigenlijk bijna onzichtbaar. En zo voelde ik mij soms en dat beeld vat dat en dat gevoel zou ook uit de nummers moeten spreken. Ik wou per sé dat beeld en het is het ook geworden. De hoes is heel belangrijk, zeker bij instrumentale muziek. Het is de eerste indruk die mensen van een plaat krijgen en daarom wou ik ook deze foto van Christopher De Béthune. Die maakt vaak heel korrelige, analoge zwartwit foto’s en de sfeer die hij oproept, spreekt me heel erg aan. Ik ben erg blij met de foto die hij maakte voor de hoes.

In het begin van ons gesprek vertelde je dat je muziek altijd ontstaat in de beslotenheid van je slaapkamer, maar als je live gaat spelen, neem je altijd heel veel mensen mee. Nu ook weer?
We zullen inderdaad weer met zes of zeven op het podium staan. Ik maak de nummers inderdaad zo veel als mogelijk zelf en betrek zo weinig mogelijk mensen bij het schrijven van mijn nummers want van zodra iemand zijn mening geeft, verlies je je eigenheid. Ik wil zo dicht mogelijk bij mijn kern blijven. Live geef ik de nummers dan weer graag in handen van mijn vertrouwde muzikanten. Ik laat hen de plaat horen en live mogen zij er dan hun eigenheid in leggen. We spelen al lang samen en ik weet dat ik hen kan vertrouwen. Ik geef hen geen richtlijnen. Ze mogen de nummers spelen zoals zij willen. De nummers klinken live dan wel niet helemaal hetzelfde als op de plaat, maar geven toch een goede impressie. Die twee werelden houden mij fris en ook voor de luisteraars is het leuk om de nummers opnieuw te ontdekken.

En wie gaat er zingen?
De gezongen nummers spelen we niet, jammer genoeg. Alleen mocht Hannah Corinne tijdens de tour in Europa zijn, zou het wel kunnen dat we ze samen brengen. Ze moeten door haar gezongen worden anders klopt het voor mij niet.
Voor de tweede plaat, die ik maakte met Jan Swerts, was dat makkelijker. We zien elkaar heel regelmatig en hij kon makkelijk eens op het podium springen, maar met Hannah ligt dat jammer genoeg moeilijker.

Je neemt ook Bruno Vanden Broecke mee deze keer, nietwaar?
Ja en hij gaat wel zingen, maar dan wel zijn eigen nummers. Het wordt een echte kruisbestuiving. Hij heeft mooie kleinkunst nummers die we in een Illuminine-jasje steken en hij zal op zijn beurt deel uitmaken van onze band. Het is niet zo dat hij ons voorprogramma speelt of zo. We spelen een achttal van onze nummers en vier van hem die echt een geheel gaan vormen. Het wordt een samenkomst van twee werelden. De repetities zijn al achter de rug en het wordt heel mooi.

Hoe mooi dat wordt, kan je zelf vaststellen en wel hier:

Nov 24th - De Velinx - Tongeren (BE) 
Dec 1st - Schouwburg - Mechelen (BE) 
Dec 4th - Schouwburg- Leuven (BE)
Dec 8th - CC Westrand - Dilbeek (BE)
Dec 9th - CC Evergem - Evergem (BE) 
Dec 11th - Arenbergschouwburg - Antwerpen (BE) 
Dec 14th - CC Factorij - Zaventem (BE) 
Dec 22nd - De Spil - Roeselare (BE)

3 november 2018
Marc Alenus