Motorpsycho - We hebben geluk gehad

We hebben geluk gehad

"Je moet het verdienen." De slogan, die ooit door een supermarkt werd gehanteerd, geldt in overtreffende trap ook voor Motorpsycho. Dertig jaar steeds opnieuw verrassen is geen evidentie. Dan heb je uiteraard ook nog wat andere vragen dan gewoon over die meest recente plaat. Die krijgt u in deel twee van het grote Motorpsycho-interview.

Jullie muziek heette altijd al veeleisend te zijn, maar er lijkt ook echt een duidelijke behoefte aan te bestaan. Kan je op één of andere manier uitleggen waarom dat zo is? En hebben jullie het gevoel dat jullie muziek die behoefte ook beantwoordt?

Ik luister zelf graag naar muziek (of lees boeken of kijk naar kunst) die op wat voor manier ook de parameters van mijn denken verschuift en me enigszins beter doet begrijpen wat het is om een mens te zijn. Ook Hans-Magnus (Ryan, gitaar en zang, nvdr) en Tomas (Järmyr, drums, nvdr) zitten zo in elkaar, zodat we ernaar streven om muziek te creëren die de luisteraar op een gelijkaardige manier beïnvloedt. Sommige mensen bestempelen dit als “moeilijk”, voor anderen betekent dit louter “interessante” muziek, maar misschien is “veeleisend” nog wel een goede veralgemening.

De behoefte aan nieuwe impulsen is een menselijke eigenschap: we hebben er allemaal inherent nood aan om horizonten te verruimen, onbekende plaatsen te bezoeken, nieuwe ervaringen op te doen, ... Voor ons is het zó vanzelfsprekend dat muziek dat kan en misschien zelfs moet doen. Waarom zou je trouwens anders naar muziek luisteren? Misschien als troost, maar dat verschilt slechts bijna microscopisch van verveling. En waarom zou je daarnaar op zoek gaan?! Wij hebben geen aanvalsplan of beproefde formules om wat dan ook te doen. We volgen gewoon onze instincten. We amuseren ons veel beter bij het uitproberen van niet voor de hand liggende ideeën en kiezen niet zelden voor de iets vreemdere oplossingen.

Dat verklaart misschien waarom we wel eens als een uitdaging worden bestempeld. Als het eindresultaat daarvan is dat de luisteraar het gevoel heeft dat hij iets diepzinnigs heeft ervaren en/of zich als herboren voelt, dan zijn we geslaagd in ons opzet. We slaan de bal wel eens mis, maar af en toe...

Terwijl singles dezer dagen zowat de industriestandaard zijn, heeft Motorpsycho altijd geopteerd voor albums. Is het concept van een single te eenzijdig voor jullie? Zou het een hele opdracht zijn om jullie muziek in een song van drie minuten te "proppen"?

Het concept popsong, zoals het in de vroege jaren zestig werd neergelegd door The Beatles en anderen van die generatie, is intussen een dusdanig alomtegenwoordig en uitgemolken gemeengoed, dat het bijna onmogelijk is om een luisteraar daarmee te verrassen of te prikkelen. De muziekwereld heeft zich de afgelopen vijftig jaar uitvoerig beziggehouden met het ontleden, interpreteren en uiteindelijk definiëren van wat een nummer tot goede popsong maakt. En dus kennen we allemaal de codes en is alles al in overvloed opnieuw gedaan. Dat is de reden waarom we in de regel proberen om vormelijk uit te breiden en oorden op te zoeken die verdergaan dan de overbeproefde parameters.

Je luistert op een andere manier naar muziek als die de gewoonlijke vier-minuten-vers-refrein-structuur overstijgt. En wijzelf vinden het alleszins interessanter om zowel muziek te schrijven als te beluisteren die niet na tien seconden al transparant is.

Dit gezegd zijnde, weinig zaken overstijgen een echt goede "song". Dus als wij op een gegeven ogenblik denken een kanshebber vast te hebben, maken we het nummer niet onnodig langer of blijven we er niet aan prutsen, enkel maar omdat we dat kunnen. Ik denk dat onze oren goed genoeg geoefend zijn om te weten wat wel werkt en wat niet. Of daar gaan we tenminste toch van uit!

Jullie hebben een zeer toegewijde fanbasis die virtueel openstaat voor heel wat verschillende soorten muziek. Denk je dat die fans op hun beurt jullie muziek beïnvloeden? Indien wel, hoe dan? En indien niet, zouden jullie dat nog maar overwegen?

We hebben geluk gehad. Onze grote doorbraak was het album 'Demon Box' uit 1993, dat juist klinkt als een jukebox met veertien verschillende bands erop. Voor sommigen voelde dat allicht erg schizofreen, maar voor anderen was deze diversiteit en veelheid aan muzikale stijlen net de aantrekkingskracht van Motorpsycho. Deze groep luisteraars vormt nog steeds het fundament en de kern van ons publiek. Op die manier betekent “commercieel” voor ons eigenlijk gewaagd en uitdagend, en niet veilig, repetitief en gemakkelijk te verteren. Ons publiek stelt eigenlijk maar één enkele fundamentele eis: "Verras ons!". We beseffen maar al te goed dat we om daarin te slagen zelf enthousiast moeten zijn over waar we mee bezig zijn en dat we moeten proberen om ons resoluut nieuwsgierig op glad ijs te blijven begeven. Dat is onze levensader.

Het is een vreemde en atypische logica, maar het heeft voor ons zeer goed gewerkt en zal wellicht ook blijven werken. Dank daarvoor, psychonauten!

Hoe overleven jullie in hemelsnaam dertig jaar in een industrie die voortdurend verandert? En kan je uitleggen hoe belangrijk muziek (en je eigen muziek) is in jullie leven?

Euh... ik heb geen sluitend antwoord op deze vraag. Ik weet het eigenlijk net zo min als jij, maar ik heb hierover al een belangrijk aspect aangehaald: dat zolang er behoefte is aan een band als Motorpsycho, Motorpsycho zal blijven bestaan en die rol zal blijven spelen. We zijn ons heel erg bewust dat we een nichegroep zijn, maar zolang er geen andere groep doet wat wij doen op de manier waarop wij het kunnen, zullen we volgens mij overeind blijven.

Dit is onze job he. Wij werken voor de groep als vaste werknemers en werken in lange periodes van tien uur 's ochtends tot Hans-Magnus zijn kinderen van school of van de crèche moet afhalen. Dit is wat wij al meer dan dertig jaar doen. Dus is het inmiddels gewoon wie we zijn. Of we dat nu leuk vinden of niet.

Op een gegeven moment sloeg het om van wat wij dachten dat een carrière als rockartiest was, naar een soort levenslang kunstproject dat we sindsdien steeds meer koesteren. We respecteren deze evolutie enorm en zijn dankbaar dat het ons zoveel mogelijkheden heeft gegeven. Maar hoe we van het één in het ander zijn beland en hoe dat dan precies in zijn werk is gegaan, daar heb ik echt het raden naar. Een flinke portie geluk had er zeker mee te maken!

Op de een of ander manier lijkt het publiek toch te verschillen tussen landen als Italië, Nederland en Duitsland, waar jullie zowaar een cultstatus hebben bereikt, en andere landen (zoals België) waar dit veel minder het geval is en waar vooral de fanatieke fans steevast op jullie concerten aanwezig zijn. Maakt dat het gemakkelijker om in die landen op te treden? Is er überhaupt een verschil tussen de concerten onderling? Voelen ze onderling verschillend aan?

Ik moet de stelling dat enkel de diehard fans op onze concerten afkomen, tegenspreken. We zien nieuwe gezichten bij zowat elk optreden, van zestien tot en zesenzeventig jaar oud, dus het is een zeer divers en veelkleurig publiek. Meer dan ooit, eigenlijk. Dat velen van hen ons trouw blijven en telkens opnieuw komen kijken naar onze optredens, is een ander verhaal. Dat betekent gewoon dat we onze job goed doen! Maar het is niet iets dat we kunnen verklaren, laat staan veranderen.

In de drie landen, die je aanhaalde, hadden we in de jaren negentig mainstreamsucces. We waren daar toen groter dan bv. in België en hebben daar een zichtbaarder profiel. Dus komen er meer mensen naar de optredens. Eigenlijk zijn we veel meer een cultaangelegenheid in België, omdat we daar destijds minder impact hadden. En dus trekken we daar meer mensen die op dat moment grote fan zijn van onze muziek.

We doen ons stinkende best om elke show anders te maken. Dus alle optredens zijn idealiter heel verschillend van elkaar, ongeacht waar we spelen. Ons Belgische publiek is altijd een erg luisterend en aandachtig publiek geweest. We zijn hen even dankbaar en houden evenveel van hen als ieder ander die naar ons komt kijken.

Is het belangrijk voor muzikanten om een boodschap over te brengen aan het publiek? En wat is dan de boodschap die jullie trachten mee te delen?

Je kan enkel maar zijn wie je zelf bent en doen wat je doet. Mensen zullen er zelf in lezen wat ze willen lezen. En het is aan hen om er zelf betekenis en boodschap uit te halen. Muziek is een kunstvorm waarbij de uitvoerders in staat zijn om dingen uit te drukken die woorden en beelden niet kunnen. Soms zit er een boodschap of externe betekenis achter, maar het is aan de artiest om te bepalen of hij dat wil of niet. Wij hebben geen allesomvattende boodschap die we willen overmaken of opleggen aan de luisteraar. Wij denken soms luidop en nemen stelling, maar dat is niet de reden waarom we dat ene nummer hebben geschreven of zo.

Naar welke muziek luisteren jullie zelf en naar welke artiesten kijken jullie uit? En hoeveel invloed gaat daarvan uit, zowel op dit album als op jullie muziek in het algemeen?

Oh, wij luisteren naar heel veel verschillende dingen. Dat gaat van nieuw naar oud, van de ene muziekstijl naar de andere. En de inspiratie ligt voor het grijpen in elk van die muziekvormen. Voor 'The All Is One' is Mahler relevant voor de opbouw en er zit waarschijnlijk ook meer Beatles in dan in de vorige twee albums. Voila, het geheim is onthuld!

Ik kijk uit naar het nieuwe album van Lemon Twigs en heb recent Green Seagull ontdekt. Ik vind 'Brothers And Sisters Of The Eternal Sun' van Damien Jurado heel erg goed, en ik heb een traan weggepinkt toen Peter Green is overleden. Ik hou eveneens van de originele choreografie van 'The Rite Of Spring' (Stravinsky, nvdr) en ik heb me pas de boxset van The Mothers (de band van Frank Zappa, nvdr) uit 1970 aangeschaft. Al die dingen moeten kunnen.

Lees ook deel 1 van dit interview.

Met dank aan Michiel De Gieter.

Foto: Terje Visnes

25 augustus 2020
Patrick Van Gestel