Raymond van het Groenewoud - Optreden in de ideale setting blijft mijn lust en mijn leven

Raymond van het Groenewoud viert dit jaar de veertigste verjaardag van Meisjes en doet dat met een tournee door Vlaanderen en met een nieuwe cd genoemd naar een flard uit eerder genoemde klassieker. ‘Allermooist Op Aard’ bevat een aantal heropgenomen parels naast een handvol splinternieuwe songs. De cd is een rauw, poëtisch, grappig, eerlijk en pakkend album geworden. Eigenschappen die we ook koppelen aan Raymond zelf, openhartig en authentiek in een heel fijne babbel.

Optreden in de ideale setting blijft mijn lust en mijn leven

Heb je lang moeten zoeken naar een geschikte titel voor je nieuwe plaat?
Raymond Van het Groenewoud: Ik had eerst een titel in gedachten die mijn karakter wat verraadt. Ik ben altijd gebiologeerd geweest door de zoekertjes in de krant; ook die voor intieme relaties en huwelijken. Daar stond vaak bij: "Onnodig indien niet ernstig".  En er is meer dan één reden om dat tof te vinden als cd-titel, maar omdat alleen ik daarbij welbepaalde associaties maak rond die titel, dacht ik op den duur aan iets anders, in naam van de commerce (lacht). Eerder toevallig - alles is toeval - kwam ik uit bij ‘Allermooist Op Aard’. Dat zinnetje komt uit Meisjes; de titel van dat liedje wou ik met opzet niet geven aan het album omdat ik het te plat vond.

Zo’n nieuwe cd, voel je daarbij nog een zekere trots? Of ben je dat gewend geraakt in de loop der jaren?
Eigenlijk ben ik op niet veel dingen trots. Ik ben heel blij dat ik het heb kunnen volhouden tot de laatste snik, want er duikt heel veel vervelend werk op in de studio; denk maar aan het mixen. Ik ga iedereen besparen wat die dingen inhouden, maar het is herbeluisteren, herbeluisteren en herbeluisteren tot je vindt dat alles in balans ligt. Dat is het laatste werkje bij het opnemen, maar ook het vervelendste. Ik ben dan wel content dat ik deze keer de discipline had om tot het einde te gaan, want normaal geef ik het onderweg al op.

Het meeste enthousiasme kan ik opbrengen voor de originele opname. We gaan zitten, spelen het nummer en ik zing; iets wat niet zo vaak meer gebeurt in het muzieklandschap anno 2017. Eens de song is ingespeeld, begin ik al de interesse te verliezen. Enkel geluidstechnici vinden het daarna nog leuk, omdat ze totaal anders luisteren. Het zijn specialisten tot in het oneindige. Dat interesseert me niet; ik ben vooral een performer. Het resultaat van al die herbeluisteringen is nu wel dat ik de plaat niet .meer wil horen. Alles bij elkaar: geen trots, maar wel tevredenheid dus.

Op ‘Allermooist Op Aard’ heb je een aantal gastvocalisten uitgenodigd. Hoe heb je hen geselecteerd?
Het begon met het voorstel van de platenmaatschappij om Meisjes door… veel meisjes te laten zingen. Eenmaal dat idee bezonken en geaccepteerd was door mij, want ze moeten me niet snel iets opdringen, dacht ik eraan om dan net zo goed een hele party te beginnen. Ik heb de mensen gevraagd met wie ik al veel en goed contact heb gehad in de loop der jaren. Die staan er dus op: Koen Wauters, Stef Bos, Jan Decleir; die vriendschappen gaan ver terug. De connectie met Slongs en Charlotte Schoeters, de operazangeres, zijn dan weer vrij recent. Ik voel dat die samenwerkingen gepast zijn.

De duetten met Slongs en Charlotte zijn voor de buitenwereld vrij verrassend te noemen. Snap je die verbazing?
Niemand wist dat ik Slongs had leren kennen tijdens een benefiet en dat ik haar daar heb leren appreciëren. Ik waardeerde haar direct voor haar spontaneïteit en plezante assertiviteit. Ze klonk ook wat overdreven Hollands (lacht). Haar ding is een beetje gemakkelijk rappen, wat niet zo moeilijk lijkt voor iemand die rad van tong is. Ze is gewoon ter plaatse haar ding komen doen. Ik dacht dat het wel paste bij mijn halfbakken hiphopnummer.

De operazangeres heb ik leren kennen door nog eens langs te gaan bij mijn oude pianolerares van dertig jaar geleden. Ze was bezig over haar kleindochter die met de grootste onderscheiding uit de Londense academie voor opera was geraakt. Ze was toevallig op tournee in Vlaanderen en ik ben gaan kijken. Toen ik na dat concert naar huis reed, besefte ik dat haar mooie stem zou kunnen passen in mijn nummer Vrede Zal Heersen. En na wat zoeken hebben we het gevonden.

Je hebt voor je plaat ook een aantal klassiekers opnieuw opgenomen. Hoe heb je een keuze gemaakt uit je rijke oeuvre?
Tot eind 2015 speelde ik met een erg geroutineerde groep waarbij we konden kiezen uit een lijstje van pakweg zestig nummers. We speelden gelukkig niet elke keer alles (grijnst). Tijdens die tour had ik bij sommige nummers toen het gevoel: "Zo moeten die liedjes dus gespeeld worden". Zij Houdt Van Vrijen is opgenomen in 1974. Ik dacht altijd dat het erin zat, maar toch zat het niet honderd procent juist. Door een stom toeval speelde mijn zoon Leander tijdens die tour slaggitaar en klonk het nummer zoals het zou moeten.

Ik had het destijds opgenomen om het opgenomen te hebben. Voor eigen rekening dus. Ik dacht: "Ik zal maar tegen een tram lopen of zo". De versie van 2017 vind ik heel veel levenslust vertolken en dat komt me goed uit. Er zit passie in. Voor zover ik radioluisteraar ben, hoor ik veel smaakvolle dingen in de popmuziek van vandaag, maar met veel bloedarmoede gespeeld. Zoiets wou ik koste wat kost vermijden. Misschien zitten we met een generatie die een burn-out het liefst bestrijdt door veel te chillen. Zelf ben ik niet zo "chillerig" in mijn muziek, ook niet als ik optreed.

Sommige van je teksten heb je ook lichtjes aangepast. Ik dacht dat die dingen voor eeuwig vastlagen.
(vastberaden) In mijn eigen werk mag ik prutsen zoveel ik wil. Ik val niemand anders lastig. Dus heb ik dat inderdaad gedaan. Mijn liedjes zijn voortdurend "work in progress". Niet dat ik dat zo opvatte bij de allereerste opname. Ik ben geen icoon van geduld zoals Jacques Brel en Leonard Cohen dat wel zijn. Ik ga vaak de baan op en maak dus relatief snel nummers. Ik wil nogal gretig zijn in het schrijven van songs. Een zestal woorden of wat halve zinnen zijn nog niet pico bello in mijn ogen, maar daar geeft toch niemand om. Achteraf wringt het dan soms toch bij mij. Dat probeer ik toch te vermijden bij wat ik nu maak. Bij de oudere liedjes schiet me soms wel iets te binnen waarvan ik denk, die flard tekst is toch veel beter dan het origineel.

Er staan ook een aantal nieuwe nummers op. Wordt het schrijven van liedjes gemakkelijker met de jaren of blijft het wroeten?
Technisch schrijven vind ik nooit een probleem, maar leuke motivatie hebben om het te doen, heb ik pas, als ik vertrek vanuit een flard muziek. Ik maak ook niet veel nieuwe nummers, tenzij er een militair met een pistool me gebiedt om elke dag twee, drie nummers te maken; dan kan ik niet anders (schatert).

Een tijdje terug was er een aanslag op een concert van Ariana Grande. Maakt je dat bang als muzikant die voor diverse publieken optreedt?
Ik denk niet dat de muziekwereld geviseerd wordt. Je moet ook niet gaan leven in functie van angst. Wat ik niet goed begrijp - en dat heeft niets met de muziekwereld te make - is de aanpak van de media. De berichtgeving rond al die aanslagen moet veel discreter. Als de politie overal wordt gestalkt, dan creëren we mee het probleem. Gebeurt dat niet, dan weet de kandidaat-dader niet dat hij bewaakt en bekeken wordt. Ik stel het systeem dus in vraag. Bovendien vind ik het ambetant, sociaal gesproken, dat men mikt op collectief bang maken door voortdurend op die trein te springen. In die zin ben ik ook blij dat er ook politici zijn die gewoon zeggen ‘we gaan ons niet laten bang maken en terroriseren door de angst’. Dat mag wel ietsje vaker gezegd worden. Het speelt in de kaart van de terroristen als er zoveel aandacht voor hen wordt vrijgemaakt. Dat is bemoedigend voor al die zieke geesten. Dat het opgeëist wordt door een organisatie is bijna bijkomstig.

Je hebt jarenlang het podium gedeeld met je zoon maar eind september komt daar een eind aan. Hoe ervaar je dat om als vader en zoon op het podium te staan?
Het was heel tof, maar het maande toch aan tot voorzichtigheid. Daarmee hield ik rekening van bij het begin van onze samenwerking. Van zijn kant was er altijd veel flexibiliteit en veel discipline om dingen in te studeren. Ik neem aan dat het ook in zijn voordeel was als hij veel stukken blokte. Het is geen weggegooide tijd. Voor Leander was ik niet strenger dan voor de andere muzikanten. Wel integendeel, ik heb vaak op eieren gelopen. Ik heb hem hier ook nooit over aangesproken in het bijzijn van de andere bandleden. Het ging vaak via sms of e-mail. Maar veel bijsturing was er niet nodig.

Veel muzikanten blijven je trouw. Zo speel je al jaren samen met drummer Cesar Janssens en bassist Mich Verbelen. Is dat omwille van hun métier of is het de vriendschap die jullie telkens samenbrengt?
Je dwingt me in een positie waarbij gemakkelijk arrogantie de kop kan opsteken. Ik stel vast dat ze graag met mij spelen; ik deel ook graag de studio en het podium met hen. Als het evolueert naar een situatie waarbij ik bas, drums en mezelf als één aanvoel, dan is het ook een compliment naar hen toe. Ze hebben enorm veel bereidheid getoond om dicht bij mijn beleving te geraken. Ik ben ook naar hen  toegegroeid. Heel lang geleden was de drummer niet zo’n contente mens omdat hij de lat heel hoog legde. Ik heb daar uiteindelijk veel aan gehad. Niet dat je jezelf moet kwellen dat het op niets trekt, maar je mag gerust dingen in vraag stellen. Op den duur wordt dat zelfs plezant.

Ben je voor jezelf strenger geworden doorheen de jaren?
Ja, maar het is een plezier, geen kwelling. Het zit in de mogelijkheden van de mens om elke dag beter te worden. Je moet je gewoon kunnen focussen op datgene waarvan je weet dat het niet optimaal is. Als je weet dat je een bepaald fragment nog niet optimaal kan spelen, dan besef je dat er elke dag een uitnodiging wacht om het nog verder in te oefenen. Tegen dat ik dat stuk dan weer onder de knie heb, wacht er alweer iets anders. Belangrijk is dat je plezier ervaart terwijl je werkt aan je mankementen. Het is een overeenkomst met jezelf. Je moet bij de les blijven. Maar dat doe ik met plezier.

Beleef je evenveel vreugde aan het schrijven van liedjes als aan het optreden? Ligt dat in balans?
Bij het schrijven van teksten of muziek is alleen maar de vondst plezant. Dat is het startpunt. Helaas is het lied dan meestal nog niet af en moet je verder op zoek om het af te maken. Vanaf dan wordt het wat saaier. Een optreden is, als de omstandigheden wat gunstig zijn met het aura van het publiek en de perfecte akoestiek, superaangenaam. Optreden in de ideale setting, dat blijft mijn lust en mijn leven.

Je speelt nog altijd graag en gretig. Vrees je dat je leeftijd op termijn stokken in de wielen kan steken?
Voorlopig niet. Ik besef één en ander over mijn conditie en energiepeil. Waar ik in mijn jonge jaren onbesuisd was buiten de uren van het optreden, heb ik nu het heilige vuur dat het optreden zo zuiver moet zijn als maar kan. Dan besef ik de dag van het concert dat ik moet letten op details. Ik maak in mezelf ruimte voor wat komen gaat, maar ook weer niet te veel. Ik ben vooral met mezelf bezig, ik ga dan niet de les spellen aan anderen. Er is geen sprake van te laat komen, files inbegrepen. Op tijd komen op een optreden is heel ontspannend. Na de soundcheck trek ik me terug. De andere bandleden doen wat ze willen, maar ik kies voor rust.

Ook na het optreden ben ik snel weg. Dat is gekomen met het passeren der jaren. Soms is er de speciale goesting om nog eentje te drinken, maar meestal ben je na een concert in een soort niemandsland en besef je dat je best snel naar huis gaat. De meeste autoritten nadien beleef ik al slapend. Mijn manager heeft een camionette die is omgebouwd tot mobilhome. Terwijl hij me veilig naar huis rijdt, beleef ik mijn grootste punt van rust.

Is succes nog iets wat je bezighoudt op je leeftijd?
Dat blijft een enorm belangrijke basis: ik kan overleven op grond van mijn muziek. Daar ben ik de sterren en het publiek dankbaar voor. Ik ondervind de laatste jaren meer deugd van een individuele benadering van iemand dan van collectief applaus. Als iemand me in de rust van het leven aanspreekt, dankbaar is voor een lied en me tegelijkertijd integer aankijkt, kan ik alleen maar dankjewel terug zeggen. Het is alleen door die mensen dat ik dit luizenleven kan leiden. Pas op: ik moet ook werken. Het lijkt gemakkelijker dan het is, maar ik kan alvast de schijn wekken dat ik het voor mijn plezier kan doen. Dat cadeau heb ik zelf afgedwongen, maar in de loop der tijden had ik ook nog wat geluk nodig. Om het wiel draaiende te houden. Ik heb naar het publiek toe kunnen werken zonder mijn ziel te verloochenen.

Tot slot, een dag in het leven zonder muziek. Lukt je dat?
De vakantieperiodes zijn echt vakantie voor mij, maar toevallig zit ik in een vak waarbij ik haast elke dag gitaar moet studeren. In verlofperiodes speel ik meestal niet. Dan kies ik vaak voor stilte. Ik heb ook geen walkman of iets dergelijks. De muziek zit dan vooral ergens vanbinnen. Meer is er dan niet nodig. Ik ga op vakantie niet actief op zoek naar muziek, maar als ik toevallig een bandje zie spelen, ga ik dat toch niet laten liggen. Dat genot wil ik me op dat moment zeker niet ontzeggen.

Alle info over de plaat en de concerten vind je op www.raymondvanhetgroenewoud.be.

 

15 juli 2017
Steven Verhamme