Spinvis - Een soundtrack is geven en nemen

Met de tekst "Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep, kom terug" citeerde auteur Griet Op de Beeck de Nederlandse muzikant Spinvis op de allereerste pagina van haar roman ‘Vele Hemels Boven De Zevende’. Geen wonder dat de 61-jarige Erik de Jong, aka Spinvis, de warme soundtrack bij de verfilming van haar roman ‘Vele Hemels Boven De Zevende’ door regisseur Jan Matthys mocht schrijven. Zo kregen de woorden van de Nederlander plots een bijkomende en diepere dimensie, zeker ook door de samenwerking met het Unintended String Quartet.

Een soundtrack is geven en nemen

Hoe ben jij ooit in contact gekomen met Griet Op de Beeck?

de Jong: Dat is al echt lang geleden, voor Griet de grote schrijfster werd die ze nu is. Toen schreef ze columns in een Vlaamse krant en wilde ze een interview met me. Ze was fan van mijn werk en we hebben elkaar voor het eerst ontmoet in de Efteling. Een erg leuke plek om elkaar voor ’t eerst te zien trouwens. Daarna is ze boeken gaan schrijven waaronder ‘Vele Hemels Boven De Zevende'. In het begin van die roman komt "Reis ver, drink wijn, denk na, lach hard, duik diep, kom terug" voor, een citaat uit Kom Terug, een van mijn songs. Het lied zou ook belangrijk worden in de verfilming van het boek. Zo werd de verbinding tussen Griet en mij definitief gemaakt.

Regisseur Jan Matthys kon haast niet anders dan bij jou uitkomen voor de soundtrack van zijn film.

Jan koos me in samenspraak met de producent. Hij geloofde erin want hij kende mijn muziek ook. In die zin lag het voor de hand. Het begon met een gesprek tussen Jan en mij in Antwerpen. Er werd helemaal niet over muziek gepraat, wel over film- en muzieksmaken en over stijl. We kwamen erachter dat we veel gemeenschappelijk hadden. Dat was het startpunt. Als je muziek zou maken voor een sciencefictionfilm is het idioom snel duidelijk, maar bij deze, een puur relatiedrama, lag het niet voor de hand. Je kon alle kanten op met strijkers en piano, die konden we onmogelijk uit de weg gaan. We hebben gezocht naar het juiste palet van klanken. Bij Jan ging dat vrij snel.

Daarna kwam een complex traject, want het hele verhaal was al in wording terwijl ik de muziek nog moest gaan aanleveren voor scènes die misschien in de definitieve montage gingen verdwijnen. De kans is altijd bestaande dat je muziek niet wordt gebruikt om allerlei redenen. Dat is gezond. Als Spinvis ben ik koning in mijn eigen tuin en mag ik alles zelf uitmaken, nu stond ik te dienste van een grote productie. Ik was maar een onderdeel in het geheel.

Moet je dan artistieke toegevingen doen en je aanpassen?

Jawel, dat is ook goed want daar zit een uitdaging. Op een bepaald moment vroeg Jan of de aangeleverde stukken wel Spinvis genoeg waren. Daar zorgde ik wel voor omdat ik niet anders kon (lacht). Wat ook leuk was bij dit proces, was dat het niet belangrijk was wat voor muziek er werd gemaakt, maar wanneer de muziek in de film aan bod zou komen en weer zou verdwijnen. Dat was een ontzettend leuke discussie. Er zijn mensen die goed aanvoelen wanneer er muziek moet zijn en wanneer niet in een film.

Hoe was het om jouw muziek voor het eerst in een echte filmzaal te horen?

Dan ben ik echt heel kritisch, dat is geen leuk moment. Ik zou heel graag mijn geheugen wissen en gewoon als normaal bezoeker de zaal binnenstappen. Je hebt alle vorige versies gezien en dat zijn er wel tien. Je opinie is zodanig gekleurd dat het heel moeilijk is om objectief te oordelen over het uiteindelijke resultaat. Dat vond ik heel moeilijk. Naast de muziek zijn er de geluiden die voorkomen in de film en daarvoor is de man of vrouw die de eindmix maakt verantwoordelijk. Dat zorgt voor een concurrentie met de componist. Uiteindelijk beslissen er vijf, zes mensen hoe de klankkleur van een film eruit ziet. Het was een constant geven en nemen.

De film ging in première in de Roma en het toeval wil dat je daar zaterdag opnieuw speelde.

Het blijft een bijzondere plek voor mij. Het hele verhaal van de Roma is zo mooi. Vrijwilligers hebben de oude filmzaal in ere hersteld. Alle grote jazzlegendes hebben daar gestaan. Nu is de Roma zoals ze moet zijn. Een zaal voor de stad.

Wat brengt 2018 voor je?

We hebben een nieuwe plaat uitgebracht in 2017 en heel veel gespeeld met een vrijwel compleet nieuwe bezetting. We spelen nu met drie mannen en drie vrouwen, alle leeftijden door elkaar, dat moet in elkaar groeien. Mensen moeten vrienden worden en muzikaal moet het goed klinken. Stilaan zijn we een hechte groep aan ’t worden. Volgend jaar spelen we opnieuw vaak. Ik zie er met veel vertrouwen naar uit! We voelen ons heel sterk.
 

27 december 2017
Steven Verhamme