TLP a.k.a. Troubleman - Wie kan zeggen dat hij al dertig jaar meedraait als dj?

TLP aka Troubleman viert dit jaar zijn "thirty years in the business". Een heuse mijlpaal, wat dan ook gepaard ging met een party in het bijzijn van al zijn homies en een typerende compilatie-cd bij NEWS Records. Aan herinneringen, topmomenten en soundtracks in ieder geval geen gebrek!

Wie kan zeggen dat hij al dertig jaar meedraait als dj?

Wanneer een dj iets uitbrengt, verwachten wij eerlijk gezegd een mix-cd. Maak je je er niet wat gemakkelijk van af met een compilatie?
TLP aka Troubleman: Wel, op de vinylplaat staan gewoon aparte tracks, maar als je de dubbel-cd koopt, krijg je daar een downloadcode voor een exclusieve mix bij. De laatste keer, dat ik eigen werk uitbracht, was als mc bij Rhyme Cut Core, waarmee ik in 1992 in de finale stond van Humo’s Rock Rally. Zo ben ik destijds mijn carrière gestart en pas later ben ik beginnen draaien. Het heeft enige tijd geduurd voor ik als rapper ook aanzien werd als dj, want spinbacks, scratches en beatmixes zijn nooit aan mij besteed geweest. Voor mij ging het in de eerste plaats om de selectie, nu nog altijd trouwens. Daarom voelt het voor mij zeker wel juist dat dit "maar" een compilatie is. Het past bij mij en het past in de huidige trend van "personality selections", zoals je die nu dikwijls vindt op Spotify en iTunes. Makkelijk was het trouwens zeker niet om al die tracks gecleard te krijgen. Sommige nummers op de compilatie komen nu pas voor het eerst uit op vinyl, waar ik dan ook best wel trots op ben.

Hoe heb je die tracks geselecteerd?
Enerzijds gaat het om soundtracks bij defining moments in mijn carrière. Zoals Hello Y’all van Shinehead, waardoor ik de hele soundsystemcultuur ben gaan bestuderen, of Ghetto Heaven van The Family Stand, wat dé tune was toen ik voor het eerst een echte soundsystem zag in de Brixton Academy in Londen. Anderzijds zit er ook wat education in de selectie, wat typisch is voor TLP-sets. Iedereen kent Casanova in de versie van Ultimate Kaos, maar de originele track van Levert is veel beter. Een ander voorbeeld is Cornbread, Fish & Collard Greens van Anthony Hamilton, wat pas bekend raakte nadat houseproducer Ben Pearce de vocals serieus versnelde voor What I Might Do. Als echte familyman moest ik er natuurlijk ook wat persoonlijke nummers in stoppen. I’m Gonna Have My Cake And Eat It Too van Teena Marie gaat over de moeizame combinatie van een artiestenleven on the road en een relatie. Out Deh van Chronixx staat er dan weer speciaal op voor mijn dochtertje, dat het helemaal kan meezingen. Tot slot gaat het natuurlijk ook over verschillende genres, van hiphop tot jazz, soul en reggae, wat een echte weerspiegeling is van mijn sets.

Het lijkt ons zeker geen evidentie om als vierenveertigjarige en anno 2016 nog altijd je brood te verdienen als dj. Hoe verklaar je zelf dat je carrière al zo lang duurt?
Wat ik de max vind aan mijzelf, is dat ik zowel voor een ouder publiek als voor studenten kan draaien. In mijn tienerjaren was ik echt verslaafd aan platen kopen; ik kocht toen vijftig tot honderd stuks per week. Bovendien verslond ik toen ook magazines als Echoes Magazine, NME en OOR, waardoor ik veel kennis opdeed over verschillende genres. Tegenwoordig koop ik natuurlijk nog altijd nieuwe muziek, zij het dan wel als WAV-files. Wat echter niet veranderd is, is dat ik altijd al karakter in mijn sets heb gestopt. Dat is volgens mij de reden waarom ik nog altijd gevraagd word in binnen- en buitenland, hoewel ik geen eigen producties heb.

Gemakkelijk gezegd, maar hoe doe je dat concreet?
Een set opbouwen is echt puzzelen; het is telkens weer een spel met het publiek. Je vertelt een verhaal en je wil dat ze luisteren, door verrassend uit de hoek te komen. Dat lukt niet altijd, maar als ze geboeid zijn wanneer je geen evidente dingen draait, word ik echt gelukkig. Dat ik residencies kreeg, bijvoorbeeld in de Culture Club in Gent, heeft mijn carrière enigszins wat vastgezet, maar zo heb ik echt leren draaien. In de beginjaren deed ik altijd de warm-up of de closing; later werd ik beroemd om mijn allnighters, van 23 uur tot pakweg 7 uur. Dat is natuurlijk veel moeilijker dan even een uurtje de hitjes te draaien die iedereen wil horen.

Horen we je nu een sneer geven aan hedendaagse dj’s?
Neen, anders zal ik weer arrogant overkomen. (lacht) Het is wel een feit dat het nu allemaal veel gemakkelijker is geworden dankzij het internet, maar ook minder leuk. Waar je vroeger een half jaar en de halve wereld moest rondreizen tot je een rare groove te pakken had, kun je die nu gewoon vinden op YouTube of Discogs. Ik mis ook het sociale aspect van de record stores. Daar kwam ik vroeger samen met gelijkgestemden om drie uur lang in de platenbakken te diggen. Ik ben dan ook tevreden met de huidige vinylrevival, hoewel ik nu zelf alleen nog reissues en exclusives koop, voor in house listening. Ik heb er lang weigerachtig tegenover gestaan, maar toen ik een boeking kreeg in Japan, ben ik toch overgeschakeld op Serato. Vooral uit praktische overwegingen dus, want je kan geen tien platenbakken meenemen op het vliegtuig. Nu heb ik zo’n 1,3 Terra op mijn laptop staan; zo’n half miljoen tracks. Ik heb daarmee waarschijnlijk een van de grootste, digitale collecties, bovenop mijn vijftienduizend platen. Zelfs Rich Medina was ervan onder de indruk!

Kom je nu inderdaad niet wat over als de Serge Simonart onder de dj’s?
Noem me gerust arrogant – ik noem het zelf zelfvertrouwen – maar wie kan zeggen dat hij al dertig jaar meedraait en nog altijd gevraagd wordt? En dat dus niet alleen in eigen land, maar ook in Parijs, Londen, New York, … Als dj ben je net zoals een sportman maar zo goed als je laatste wedstrijd. Je moet jezelf telkens opnieuw bewijzen en je carrière kan zo gedaan zijn. De mijne duurt nu al dertig jaar, so I must be doing something right. Ik zie het niet meteen iemand mij nadoen, al beschouw ik mijn Stubru-collega’s Faisal en Junior Goodfellaz in zekere zin wel als jonge versies van mezelf. Zij hebben diezelfde passie en hebben op jonge leeftijd al veel muzikale kennis verworven. Ook voor Mota heb ik veel respect, als mc dan.

Je won al Red Bull Elektropedia Awards als dj en als mc, maar je radioshow kreeg ook dit jaar weer geen nominatie, zoals je zelf opmerkte op Facebook. Knaagt dat?
Ik vind mijn radiowerk zeker even belangrijk als mijn dj-werk, want het is eveneens een manier om de hiphop- en soundsystemcultuur te promoten. Ik vond het dan ook bijzonder jammer en onterecht dat mijn reggaeshow 'Bounce' destijds werd afgevoerd en dat ik tegenwoordig nog maar één uur krijg in plaats van twee. Zo kan ik minder diep gaan en heeft de radioshow naar mijn gevoel minder waarde. Toch ben ik de mensen bij Studio Brussel natuurlijk bijzonder dankbaar dat ik er al zo lang mijn ding mag doen. Het nachtleven kan ik niet blijven volhouden, maar ik wil wel heel graag radio blijven maken. Wanneer mijn dagen bij Stubru geteld zijn, wil ik graag als connoisseur aan de slag bij Radio 1 of Nostalgie. Daar moet volgens mij zeker plaats zijn voor een show met rootsreggae of soulclassics. Wanneer ik ook dat verwezenlijkt heb, kan ik vredig sterven. (lacht)

TLP aka Troubleman – ‘RecordBox #01’ is verkrijgbaar op vinyl of als dubbel-cd. Alle details vind je via deze link

Foto: Lowie Clapéron

19 november 2016
Wouter Verheecke