Warhola - Muziek heeft helemaal niets met grenzen te maken

Muziek heeft helemaal niets met grenzen te maken

Na de overwinning in de Rock Rally in 2014 en de ep ‘AURA’ in 2016 is het nu zover: de debuutplaat van Warhola is helemaal klaar om aan de veroveringstocht te beginnen. Ze heet ‘Young Loving’ en ze gaat natuurlijk over de liefde. Na de tomeloze liefde waarmee Bazart overstelpt werd, vond Oliver Symons nu eindelijk de tijd om Warhola echt op de voorgrond te plaatsen en om met ons een gesprek aan te gaan.

Oliver Symons: De tijd is er rijp voor. Sinds die overwinning in de Rock Rally vijf jaar geleden ben ik op alle vlakken geëvolueerd. Toen was Warhola echt nog een experiment, We gaan dat eens proberen, wie weet! Zoiets... We hadden toen ook nog maar drie, vier nummers. Sindsdien heb ik ongeveer tussen de vijftig en de honderd songs geschreven, allemaal voor Warhola.

Met Bazart heb je de laatste jaren zowat elke droom waargemaakt: hits scoren, Sportpaleizen plat spelen, elke festivaltent laten volstromen. Vind je het niet lastig dat je die doelen al allemaal behaald hebt aan wat eigenlijk nog maar het prille begin van je carrière is?

Lastig zou ik het niet bepaald noemen. (lacht) Ik hoop gewoon dat die dingen blijven gebeuren. Met Bazart hebben we bijvoorbeeld nog heel veel groeimarge in Nederland, waar we nu voor zalen spelen van ongeveer vijftienhonderd mensen. Dat is een uitdaging. En voor Warhola is de markt nog veel groter, omdat ik in het Engels zing. Ik wil ook echt wel buiten België en Nederland op verkenning.

Ik vind het een raar gegeven dat je je muziek zou laten stoppen aan de landsgrenzen. Muziek heeft helemaal niets met grenzen te maken. Het internet heeft alles grenzeloos gemaakt. De tijden zijn op dat vlak echt wel veranderd. Momenteel zetten we echt in op showcases: The Great Escape in Brighton is net geweest en zeer binnenkort zijn er showcases in Berlijn en Parijs waar ik me kan laten horen en zien. En dan volgt er in het najaar hopelijk een clubtourneetje.

In 2014, net na die overwinning, zei je nog in een interview dat je liever muziek maakt in je slaapkamer, omdat het moeilijk is om je muziek live helemaal te laten overkomen zoals je dat wil. Is daar iets in veranderd of is het maken van muziek nog steeds een grotere liefde dan het live brengen ervan?

Ik zit heel graag in de studio, dat is waar. Maar ik ben niet meer akkoord met wat ik verder zei. Het leuke aan live spelen is dat je veel meer ruimte hebt: er komt leven in de songs. Je kan er iets anders mee doen dan wat er op plaat staat. De songs, die op de plaat staan, spelen we ook al zo’n twee jaar live, zonder dat iemand ze kende. Nu komt de plaat uit en de reacties gaan veranderen, want nu gaan de mensen die songs ook leren kennen, een eigen favoriete song krijgen, enzovoort.

Heb je ooit een plan B gehad voor als het in de muziek niet zou lukken?

Goh, niet echt eigenlijk… Als kind wilde ik wel sportjournalist worden. Maar ik wist van zodra ik veertien was dat ik muzikant zou worden en er was geen weg meer naast.

Heb je een vaste werkwijze, wanneer je aan een song begint?

Meestal wordt de basis gelegd met het knutselen aan beats op de computer. Soms start het ook met de piano of de gitaar. De ene keer wordt dat meteen een song, een andere keer is het meer werken. En dan komen er stukken tekst. Dan begin ik te brabbelen waar er tekst moet komen en die stukken probeer ik dan tot een tekst uit te werken.

Ik heb nu drie jaar gewerkt aan een plaat waar twaalf songs op staan. Dus het is wel hard werken. Er zijn nummers waar ik maanden aan moet sleutelen voor ik vind dat ze goed zijn. Ik vrees dat ik nogal perfectionistisch ben. (lacht)

Tegenover de ep klinkt deze plaat al veel meer organisch. Drums en gitaren werden echt opgenomen, alleen zijn ze zo vervormd dat je ze niet meer als zodanig herkent. De meest pure song op dat vlak is toch Summer, de hidden track. Veel meer dan piano en stem zit daar niet in. Ik zie me ooit zeker nog wel een plaat maken zonder elektronica.

Vaak kennen muzikanten zelf ook veel muziek. Is dat bij jou ook zo?

Ik luister veel, maar ik ben geen maniak die alles wil ontdekken. Ik ben vaak al heel de dag bezig met muziek. En dan heb ik niet de behoefte om ’s avonds ook nog eens op zoek te gaan naar muziek die ik nog niet ken. Soms heb ik zelfs behoefte aan stilte. Dan mag er hooguit wat achtergrondmuziek op staan. De laatste jaren heb ik veel naar r&b en hiphop geluisterd, maar nu ben ik bijvoorbeeld weer veel naar R.E.M. aan het luisteren. Het varieert echt. De nieuwe plaat van James Blake vind ik ook heel goed. Maar ik heb nooit één of twee grote helden gehad die me in elke fase van mijn leven vergezeld hebben.

In de teksten gaat het heel vaak over de nacht en over de stad. Is dat wie jij bent: een nacht- en stadsmens? Of zie je je ook gedijen ergens in een klein dorpje tussen de koeien?

Ik zie me op dit moment van mijn leven enkel in de stad leven. De stad trekt me wel aan, het volk. Op elk moment van de dag op café kunnen gaan of een koffie kunnen drinken. Ik werk meestal overdag, maar ik hou wel van de sfeer van de nacht. Ik denk dat de muziek zich ook wel goed leent tot de nacht. Er zit ook wel wat seks in, wat je toch meer linkt met avond en nacht.

Het gaat heel vaak over de liefde, over aantrekken en afstoten. Was het meteen duidelijk voor jou dat dat het thema van je album zou worden?

Liefde is een dankbaar thema. Veel mensen kunnen zich erin herkennen. Iedereen heeft liefde nodig. Of het nu relaties zijn of vriendschappen, liefde is hét ding waar we in ons leven toch het meest mee bezig zijn.

In Same City zit er een heel kwetsbaar zinnetje: “Seems like I’ve been lonely for a long time.” Is dat iets dat je op een bepaald moment echt beseft hebt?

Op sommige momenten. Het was een soort zelfreflectie. Het is niet zo dat ik helemaal in de put zat omdat ik alleen was. Op dat moment had ik eigenlijk net mijn eerste vriendin. Ik had nog nooit echt een relatie gehad en daar ging dat gevoel ook over: de nood voelen aan iets meer dan vriendschap. De nood aan iets vast, aan houvast.

In de teksten zitten ook vaak zwemen van twijfel: “Is het dit nu?” “Komt het wel goed?” “Is dit de goeie weg? Moeten we hiervoor gaan?” Dat lijkt me een uiting van diezelfde onzekerheid en drang naar controle. Je zingt het ook in Sportkar: “Why can’t I just keep on trying / As long as I stay in control.”

Ik heb geen gebrek aan zelfvertrouwen op veel vlakken, maar ik ben wel perfectionistisch op alle vlakken. En het is niet omdat je vertrouwen hebt, dat er nooit een punt komt waarop je toch begint te twijfelen. En daar gaat het eigenlijk over. “Is het wel goed genoeg?”, is een vraag die ik mezelf wel regelmatig stel, maar dat is gezonde twijfel. En zelfzekerheid kan ook al eens verward worden met arrogantie, zeker in het bescheiden België.

Glow is een pleidooi om écht te leven. “Fuck your ANTI-lives”, zing je daar ook ergens. Heb je het gevoel dat veel mensen zo’n anti-leven leiden?

Onze levens zijn toch vaak voor een deel onecht. En dan kijk ik vooral naar de sociale media. Je kan daar echt elk verhaal vertellen dat je wil. Het hoeft niet per se te stroken met de waarheid. Iedereen moet het perfecte fantastische leven hebben. En anderzijds: de wildgroei aan meningen, negatieve meningen dan nog vooral, die anti-houding. Dat zijn twee dingen die me storen.

Anno 2019 hoort sociale media er voor een artiest uiteraard bij, maar Instagram bijvoorbeeld gebruik ik enkel als Warhola. Ik gebruik het puur als een tool, als platform om Warhola te promoten en te verspreiden. Ik wil mijn beroepsleven en mijn persoonlijk leven duidelijk gescheiden houden. Wat ik doe en waar ik ben, dat doet er niet echt toe.

We hebben jou nu een aantal interpretaties voor de voeten gegooid, maar dat waren onze interpretaties. Vind je het moeilijk dat die niet helemaal stroken met wat jij in gedachten had toen je de tekst schreef?

Daar heb ik absoluut geen problemen mee. Mijn songs zijn ook op een manier geschreven die voor mij heel duidelijk is, maar dat er toch nog ruimte is voor interpretatie. Ik heb nu al een paar interviews gedaan en ik vind toch wel dat de mensen altijd in de buurt zitten van wat ik bedoelde, toen ik de song schreef. En daar ben ik blij om. Ik wilde het niet te verdoezeld maken. Er moest toch een soort oprechtheid in zitten.

Deze generatie muzikanten werkt meer dan ooit samen. Jij hebt op je nieuwe plaat ook samengewerkt met GLINTS en Tessa Dixson voor Look At Me. Is het ook Tessa die meezingt op Drive.

Nee, maar ik begrijp de verwarring, want in de AB heb ik dat nummer met Tessa gezongen. Op de plaat is het Ayel, een Zweeds-Londense zangeres. Ik was op zoek naar een goede zangeres, toen ik dat nummer aan het schrijven was. En dan heb ik gevraagd aan de publisher of hij wat voorstellen kon doen. Hij vond haar en ze is dan een dag naar Brussel gekomen. Ik wilde haar er in de AB ook graag bij, maar ze kon toen niet. Dus dan heb ik weer aan mijn entourage gevraagd om alternatieven te zoeken. En zo ben ik in contact gekomen met Tessa. Toen ik voor Look At Me een stem zocht, was zij bijna een logische keuze.

Dat samenwerken vind ik wel fijn. Ik heb met Jeroen De Pessemier en met Wouter Souvereyns van de band ook wel wat aan de productie gewerkt. En na lange periodes van alleen werken is dat wel een aangename afwisseling. Alleen werken vraagt een vorm van zelfdiscipline. En die heb ik echt wel: ik sta ’s ochtends om negen uur op en ik werk door tot ’s avonds. Maar de variatie is wel leuk.

Als je mag dromen zonder beperkingen of limieten, met wie zou je dan nog eens willen samenwerken?

Symons: Als ik echt mag dromen: met James Blake. Maar je moet realistisch blijven natuurlijk. Hij is nu niet meteen de persoon die ik zou mailen. Of zelfs zou kunnen mailen. Het draait echt om contacten en connecties. Terrace Martin staat ook op het verlanglijstje. Da’s een producer die al onder andere met Kendrick Lamar, Travis Scott en YG heeft samengewerkt. Ik zal al beginnen dromen. (lacht)

 

16 mei 2019
Geert Verheyen