#BRDCST24 - Dag 2 - Stuitend gebrek aan slechte muziek

Ancienne Belgique, 4 april 2024 - 7 april 2024

Normaal gezien is er altijd wel iets dat middelmatig is. Of zelfs slecht. Zeker op een festival als BRDCST is het niet altijd spek voor ieders bek. Maar zaterdag hadden we een parcours uitgestippeld dat ons quasi-uitsluitend langs zeer goede tot fantastische concerten leidde.

#BRDCST24 - Dag 2 - Stuitend gebrek aan slechte muziek

 

We waren te laat om de volledige set van de Braziliaanse pianist Amaro Freitas mee te pikken, maar die paar nummers, die we nog hoorden, waren mooie, lieflijke pianodeuntjes. De moeilijke jazz-muziek, die we verwacht hadden, was allicht eerder gepasseerd. Eén lied werd gespeeld op vingerpiano en de afsluiter was een slaapliedje dat zijn moeder hem voorzong, toen hij nog een kind was. Het werd enthousiast meegeneuried door het publiek en hij nam dankbaar de liefde in ontvangst.

Meteen daarna was het aan The Necks. Het is al veertig jaar dat ze in het vak zitten en ze krijgen eindelijk een beetje amour van de internationale pers en het publiek. Voor ons werd het een verpletterende kennismaking. De hele set bestond uit één lange improvisatie op drums, cello en piano. Het begon zacht met herhaalde, eenvoudige pianoakkoorden, een strijk op de cello af en toe en bijna onhoorbaar getrommel. Maar langzaam, bijna onmerkbaar, veranderde het tempo en de sfeer en werd het hectisch pulserend, dreigend of zelfs dansbaar. De muzikanten waren zo op elkaar ingespeeld dat het leek alsof ze samen één instrument vormden dat een eigen leven leidde en wiens wil ze slechts te volgen hadden. Na een uur brachten ze de muziek terug naar het begin. Het was een intense rollercoasterrit in uitvergrootte slowmotion, waar we direct een abonnement op willen nemen.

Doordat we bleven plakken aan de merchandisingstand misten we ook nog een deel van Adriaan De Roover in de kerk. Hij presenteerde een project, 'Other Rooms', dat eigenlijk samen met Fennesz had moeten gespeeld worden in een andere kerk in Laken. We hoorden nog een stuk elektronisch soundscape, aangevuld met falsetto zang. Het bisnummer, waarin Adriaan zonder versterking de akoestiek van de kerk verkende, werkte betoverend. Dit was duidelijk gemaakt voor deze galmende omgeving.

Terug in de zaal van de AB, stond de Hongaar Attila Csihar op het podium. Moest die outfit schrik aanjagen? Als een soort duivelse monnik droeg hij een zwarte pij, die hij vast nog liggen had van zijn tijd bij Sunn O))). Hij had ook fluorescerende verf op gezicht en handen gesmeerd. Op het altaar stond een knullig doodshoofdje tussen vier fake led-kaarsjes. Met van die doekjes die fladderen om vlammetjes na te bootsen zonder vuur te ontsteken. Het was heel erg kitscherig en viel onelegant tussen twee stoelen. Niet straf genoeg om indruk te maken en niet grappig genoeg om ironisch te zijn.

Wie angstaanjagende taferelen wou, werd op de wenken bediend bij het Ierse One Leg One Eye, een project van Ian Lynch, frontman van Lankum (in september nog eens in de AB), dat van Ierse folk een hedendaagse interpretatie maakt. De ingrediënten voor de cocktail waren samples van een prekende man, een Ierse doedelzak, een lang traditioneel lied, live gezongen, en een donkere grondlaag elektronica. Er werden beelden geprojecteerd van onherbergzame landschappen, een kadaver van een geitenbok en een vieze zwarte worm. Het Ierse platteland verloor heel even elke romantische connotatie. De toeristische dienst zal er niet blij mee zijn, maar wij boekten meteen een enkele vlucht naar Dublin.

In de grote zaal volgde daarna iets plezanters: het Japanse Goat, niet te verwarren met de Griekse of Zweedse gelijknamige band, zo vertelde de tekst in het boekje. Staat dat niet gewoon voor "Greatest Of All Time"? In elk geval maakte dit vijftal wat je akoestische techno zou kunnen noemen. De twee gitaristen hadden het geluid zo vervormd dat ze puur functioneerden als ritme-instrumenten, en de saxofonist had een flesje Fanta in de hoorn van het instrument geplaatst, waardoor het enkel schrale puffen kon produceren. Zelfs de kleppen van het instrument bleken dienst te kunnen doen als mini-trommels. Voeg daar nog de bongo- en de conventionele drummer bij, die het tempo superstrak hielden en je had techno-set die een dj nooit zo organisch uit de mengtafels zou kunnen halen.

Maar je kunt dat ook allemaal uit een digitaal tabletje halen dat niet groter is dan een zakdoek, zo illustreerde H31R in de club. Dit East Coast-rapduo kwam het album 'Headspace' presenteren. JWords haalde de beats uit dat mini-instrument, en Maassai vulde die aan met raps en af en toe een flard soulvolle zang. Spijtig dat we de teksten niet begrepen, want een toeschouwer naast ons, die dat schijnbaar wel deed, schoot af en toe in een schaterlach. Er was vast een laag die ons ontging, maar we genoten toch van dat dansbaar uur muziek.

Headliner van de avond was onze favoriete positivo Alabaster DePlume, een boomlange hippie uit Londen. Hij kwam niet op het podium, hij sprong erop, enthousiast dat hij weer eens mocht spelen. Ter introductie vertelde hij hoe hij van ons hield en dat we niet moesten geloven dat hij ook maar enig idee had van wat hij aan het doen was.

Dat was een leugen: de man is enorm getalenteerd en had muzikanten bij zich die boven zichzelf uitstegen onder zijn aanstekelijke aanmoedigingen. De bassiste vooral, die van bij het eerste nummer de motor bleek die de band vooruit stuwde. Buy It had een tekst, die eerder bestond als een stuk spoken word poëzie, maar die hier werd verwerkt tot een vijfentwintig minuten lang stuk jazz. Het was een antikapitalistisch manifest, maar gelardeerd met een stevige dosis humor en voortreffelijke muziek.

Hij bracht de vorige passage in de ab in herinnering, toen hij samen met Jaimie Branch had gespeeld. Wie er bij was, weet hoe memorabel dat was, zeker ook omdat Jaimie Branch kort daarna overleed op veel te jonge leeftijd. Alabaster was met haar aan een nummer aan het werken dat hij graag voor de gelegenheid wou spelen. Where's Miss Bratt heette het. Het was onafgewerkt, maar we zouden wel zien waar we er mee zouden uitkomen. Zo kondigde hij aan.

Het bleek een interpretatie van People: What's The Difference? te zijn, een nummer uit het gelauwerde 'GOLD'. Alweer schopte dat de mensen een geweten op een zachte manier. De opsomming van alle soorten mensen convergeerde gaandeweg naar de minder fortuinlijken onder ons om te eindigen bij de drenkelingen tijdens het herhaalde "People in the sea, people in the sea, people in the sea". Het was aangrijpend en mooi.

Daarna wou Alabaster een nummer aanheffen op saxofoon, maar toen iemand "From the people to the sea" riep, nam hij een gitaar ter hand, die achter hem had staan wachten op een gelegenheid om gebruikt te worden. Kerstmis was altijd een moeilijke periode geweest om door te komen, zo vertelde hij. Maar de vorige was zwaarder dan ooit met de genocide in Gaza. En als troost had hij een nummer geschreven. Het was een mooie ballade, die hij onvoorbereid bracht en waarbij de overige muzikanten hem de ruimte lieten door zich te verschuilen achter de instrumenten.

Er volgde nog I Want A Red Car, dat begon als bijna een disconummer, maar al snel overging in potige jazz en eindigde met het thema dat als een rode draad door het recente werk loopt: een frase saxofoon die erg doet denken aan Mulatu Astatke. Met nog een bisnummer erbij ging Alabaster DePlume ruimschoots over de hem toegemeten tijd. Het enige spijtige was dat er effectief een einde kwam aan de set.

Dat gaf ons wel de gelegenheid om nog een paar nummers van Beans mee door te nemen. De Amerikaan rapte rapper dan zijn schaduw. Hij had een stevig feestje gebouwd, enkel met een snedige flow en wat beats uit een telefoon. Voor het laatste nummer nam hij zelfs niet meer de moeite om te rappen. Hij speelde het gewoon af en stond erbij te grijnzen.

Kurt Overbergh speelt met het idee om Accidental Meetings volgend jaar uit te nodigen voor een curatorschap. Afgaande op de dj-set achteraf kunnen we dat toejuichen. Ze mixten dubplaatjes door elkaar. En laat dat nu net het dansgenre zijn waar we ons tegenwoordig graag op uitleven.

We bleven langer plakken dan goed was voor de fysieke conditie, die de laatste dag ongetwijfeld zal vergen. Maar dat waren zorgen voor later. Dit was een topdag waar, nog lang van zal nagenoten worden.

8 april 2024
Kristof Van Landschoot