Bryan Ferry - Nog steeds charisma
Koningin Elisabethzaal, Antwerpen, 8 november 2008
Even denken we in een Kafkaïaans drama terechtgekomen te zijn wanneer tussen stoelen 25 en 27 alleen een trap te vinden is en stoel 26 spoorloos verdwenen lijkt te zijn. Maar de zaalbouwers hebben - zo blijkt uiteindelijk - de zaal gewoon opgedeeld in even en oneven. Wat een reporter al niet moet doormaken om een gentleman-singer aan het werk te zien. Maar voor Bryan Ferry hebben wij dat met plezier over. Zijn mix van Dylan-covers, solowerk en Roxy Music-klassiekers was dan ook bijzonder genietbaar.

Oeverloze gesprekken zijn er al gevoerd over de zin en onzin van de verschillende versies van Dylan songs. Ook nu weer met het verschijnen van Bryan Ferry’s laatste album vol covers van de man laaien de discussies opnieuw op. Persoonlijk vinden wij de interpretaties die de voormalige frontman van Roxy Music aan Bobs nummers geeft erg smaakvol. De stem van Ferry lijkt op één of andere manier zelfs beter bij de liedjes te passen dan het geneuzel van de grote troubadour. Maar we wijken af.
Het was met een Roxy Music-nummer dat het concert werd geopend. Een goed ingespeelde band zette met The In-Crowd de feestelijkheden in gang. In die band zit een goed uitgekiende mix van talent (de twee jonge gitaristen mochten om de beurt het voortouw nemen) en ervaring (Chris Spedding op gitaar, Andy Newmark op drums), die er allen van genieten de oude meester te mogen begeleiden.
Met zijn 62 jaar is Bryan Ferry inderdaad op een leeftijd gekomen dat mensen als u en ik beginnen na te denken over pensioen. Maar deze man is nog steeds uitstekend bij stem, al kan hij in de bindteksten de sleet niet steeds wegsteken. Een kniesoor echter die daarover valt.
De set is erg gevarieerd, hetgeen uiteraard niet verwonderlijk is als je ’s mans carrière bekijkt. Er passeren afwisselend soulvolle en intieme versies van solowerk als Kiss And Tell, The Island Earth en When She Walks In The Room. Allemaal nummers die enkel de echte fan kent, maar die daarom niet minder interessant zijn. Uiteraard is het een song als Don’t Stop The Dance die de dames uit hun pluchen zetels doet rijzen en voor een eerste keer de loopruimte voor het podium doet innemen. Tijdens de Dylan-covers keren ze dan toch weer terug naar hun plaats om te genieten van To Make You Feel My Love en Gates Of Eden. Op één of andere manier zijn het vooral die ingetogen nummers die ons het meest kunnen bekoren, al neemt dat niet weg dat wij ook kunnen genieten van klassiekers als All Along The Watchtower en The Times They Are A-Changin’.
Ferry verloochent ook zichzelf niet, want als tussendoortje neemt hij rustig de tijd om zelf op piano en met begeleiding van zijn saxofonist een jazzy intermezzo tussen de popclassics te gooien. Dat jazz hem na aan het hart ligt, blijkt ook al uit de muziek die als intro (en outro) wordt gedraaid.
Maar het zijn de hits die hij met Roxy Music scoorde, die de zaal werkelijk ondersteboven halen en het volk doet opstaan uit zijn klapzetel. Nummers als A Hard Rain’s Gonna Fall en afsluiter Love Is The Drug behoren dan ook tot het collectief muzikaal geheugen. Bryan Ferry heeft nog steeds het charisma dat al vanaf het begin van zijn loopbaan rondom hem hangt. Hij schuifelt over het parket, zet zijn muzikanten afwisselend in de kijker en begroet met zichtbaar genoegen het publiek dat tot tegen het podium is opgeschoven.
De verwachtingen voor dit concert waren eerder ingetogen, maar blijkbaar weet Bryan Ferry nog steeds hoe hij een publiek een avond lang kan entertainen. Bij momenten liepen de rillingen zelfs over de rug. Je hoort dergelijke klassiekers tenslotte niet elke dag op zo’n manier gebracht worden.