Cactusfestival 2017 - Dag1: Om duimen en vingers van af te likken

Minnewaterpark, 7 juli 2017 - 9 juli 2017

We zijn er altijd graag bij op Cactusfestival. En ook dit jaar was dat niet anders. Fris en monter betraden we het bescheiden maar bijzonder gemoedelijke Minnewaterpark voor een driedaagse die vooraf al om duimen en vingers van af te likken was.

Cactusfestival 2017 - Dag1: Om duimen en vingers van af te likken

Over Tamino is de laatste tijd al enorm veel gezegd en geschreven. Het gaat dan ook bijzonder snel voor hem. Begin dit jaar won hij De Nieuwe Lichting bij Studio Brussel en deze zomer staat hij op basis van een bijzonder goede ep op alle grote festivals waaronder dus ook Cactusfestival. Een week eerder waren de reacties bijzonder extatisch na Rock Werchter. We waren dan ook met bijzonder veel verwachtingen naar zijn optreden getrokken.

En het mag gezegd: al het goede was waar! Hij startte in zijn eentje met Tummy en nam ons mee op een bijzonder fraaie trip om af te ronden met het alombekende Habibi. De cover van Arctic Monkeys’ I Bet You Look Good On The Dancefloor zette hij ook nog eens volledig naar zijn hand. We zijn er nog niet helemaal uit of we dat echt een meerwaarde vonden, maar het pleit voor Tamino dat hij er zijn eigen stempel op kon drukken.

Het absolute hoogtepunt in de set was het ingetogen en door merg en been snijdende Indigo Night. Het valt op dat de songs van Tamino het niet moeten hebben van de ingewikkelde songstructuren, maar in die stem wordt al zoveel gevoel en nuance gelegd, dat een mens eigenlijk niet veel meer nodig heeft

Het Zesde Metaal begon de set met een onheilspellend stukje klassieke muziek dat ze dan als band op een overtuigende manier overnamen om die dreiging consequent door te trekken met Ier Bie Oes.

Het tempo lag bijzonder hoog, mede doordat Wannes Cappelle, die nochtans een uitstekende verteller is, de bindteksten beperkt hield. Toch schopte hij ons bij aanvang van Calais een geweten door erop te wijzen dat wij hopelijk beter ontvangen zullen worden, mochten wij op de vlucht moeten.

Calais mondde trouwens uit in een dijk van een gitaaroutro. De gitaren mochten zich doorheen de set regelmatig roeren zoals in massieve versies van Gie, Den Otto En Ik, Nie Voe Kinders en Naar De Wuppe.

De hoogtepunten van de set waren dan weer Boze Wolven, de cover/ode aan Luc De Vos, in een mashup met Where Is My Mind van The Pixies en het meeslepende en progressief opgebouwde Toe Nu Maar.

Het optreden van Michael Kiwanuka liet ons wat verweesd en ontgoocheld achter. Na een minutenlange sfeervolle, maar iets te lange instrumental, Cold Little Heart, kwam het optreden op gang met frisse nummers als One More Night en Black Man In A White World. Hij kreeg de handen op elkaar en er werden zelfs voorzichtige dansjes geplaceerd.

Daarna ging de vaart uit de set en met de tragere nummers als I’m Getting Ready en zelfs Home Again kon hij het publiek niet blijven boeien. Pas met The Final Frame en Father's Child verhoogde hij het tempo weer wat en gelukkig was er nog afsluiter en topsong Love & Hate om het optreden af te ronden, maar toch.

Heel andere koek toch wel bij Richard Ashcroft. Ooit was hij frontman van The Verve, één van dé Britpopbands van de jaren negentig en met ‘Urban Hymns’ heeft die band ook nog eens een van de allerbeste platen uit de Britpopgeschiedenis op het palmares. Ashcroft kreeg, met andere woorden, heel veel krediet. Het solowerk dat hij sindsdien uitbracht kan gerust naast het werk van The Verve gezet worden. We kregen in Brugge bijgevolg een mooie, evenwichtige set op het bord.

Er werd overtuigend met de deur in huis gevallen met recentste single Out Of My Mind uit laatste plaat ‘These People’. Daaruit passeerden overigens enkel singles This Is How It Feels en Hold On en alle drie bleken ze voortreffelijke crowdpleasers te zijn met stadionallures. Iets dat Ashcroft graag en met vuur uitspeelde.

Je moet deze man absoluut niet leren hoe hij een publiek moet bespelen. Met een combinatie van vakmanschap en lichte arrogantie zette hij het Minnewaterpark moeiteloos naar zijn hand. Zo werden Break The Night With Colour en Music Is Power uit ‘Keys To The World’ bijzonder lang uitgerokken en lang nadat de meelopende tape gestopt was, stuiterde de band, op aansturen van Ashcroft, nog alle richtingen uit op een bijzonder hoog niveau. U las het inderdaad goed: een tape!! Jammer dat geen van de strijkers- en toetsenarrangementen live gespeeld werd, maar laat dat detailkritiek zijn.

Uiteraard passeerden ook de klassiekers uit het ondertussen reeds twintigjarige ‘Urban Hymns’; Sonnet kwam zeer vroeg piepen en kreeg onmiddellijk de handen in de lucht en op elkaar. Ook minder bekende nummers uit dat album als het breed uitgesmeerde Space And Time en het meer ingetogen Velvet Morning kwamen aan bod. Lucky Man en Bittersweet Symphony mochten finaal de strik rond de set doen.

Dat was alvast een stevig begin en ook dag twee beloofde meer dan de moeite te worden.

8 juli 2017
Patrick Blomme