Cat Power - Zoals het leven zelf

Ancienne Belgique, 26 oktober 2018

Cat Power - Zoals het leven zelf

Een concert van Cat Power bijwonen, is altijd een risico, maar haar laatste album ‘Wanderer’ is zo ontzettend mooi dat we het er toch op waagden.

Eerst moesten we nog voorbij Stephanie Goodman, zeker geen nieuwkomer in de business, maar nog altijd onbekend. De zangeres uit Bristol, die eerder haar sporen verdiende bij The Blue Minkies en Shrag, had gitarist Jon Slade meegebracht en een bandje waarop de toetspartijen en beats meeliepen.

We zagen dus een duo dat klonk als een groep en dat af en toe wel betoverde door de mooie samenhang tussen de donkere rasp van Slade en de rokerige alt van Goodman, maar dat ook stuurloos rondwaarde ergens in een niemandsland tussen The Velvet Underground en The Limiñanas. Het leverde een vreemde set op waarbij het mooiste nummer van de hand van Donovan kwam, het breekbare Catch The Wind.

Ook Cat Power heeft al heel wat watertjes doorzwommen; en niet alleen muzikale. Ze sleepte zich door depressies, liefdesbreuken en zelfmoordneigingen in een constant gevecht met demonen die zich door alcohol, noch door andere middelen lieten temmen; zelfs niet door het moederschap dat haar als drieënveertigjarige overviel. Maar het dient gezegd: met ‘Wanderer’ leverde ze onlangs één van haar beste platen af.

Uiteraard putte ze in de AB uit die plaat, maar zoals steeds doorspekte ze de set met covers en stukjes van liedjes van anderen. Vreemd toch, want met een catalogus van tien albums zou je verwachten dat de zangeres over meer dan genoeg eigen materiaal beschikt.

De in een tijdloos zwarte jurk gestoken zangeres begon wel met een oud meesterwerkje van zichzelf. Terwijl de rook van een vreemde, smalle sigaret van tussen haar vingers omhoog kringelde, bracht ze een aarzelende versie van He Turns Down, terwijl ze met dwingende gebaren boodschappen over probeerde brengen naar haar klankman.

Dat is een constante bij Chan Marshall: ze is nooit tevreden over het geluid. Ook vanavond gesticuleerde ze constant om het beter te maken, zeurde over storende hoge frequenties, stak het op de rubberen tegels van het podium, rukte het dopje van haar microfoon, vroeg zich wanhopig af wat de AB was voor het een concertzaal werd en siste en mompelde tussendoor alsof ze met heksenspreuken de klank meester wou worden.

Ondanks – of misschien wel dankzij – dat, leverde ze toch een beklijvend concert af met als eerste hoogtepunt het uitgeklede Horizon dat een tsunami van liefde teweegbracht die vanuit de zaal richting podium rolde. Voor het eerst kon er bij de zangeres dan ook een monkellachje af.

Cat Power leek gelanceerd en ging verder op dat elan met Robbin Hood, de Nico-cover These Days en het groovy Woman, dat ze uiteraard zonder Lana Del Rey moest brengen. Maar ergens frustreerde haar weer iets, want ze ramde haar twee microfoons tegen elkaar en ging een nieuwe halen.

Zo leek het wel of ze haar leven opnieuw beleefde in het bestek van een show en elke fase van een rouwproces doormaakte: van ongeloof over kwaadheid tot verdriet en aanvaarding, met af en toe een sprankeltje feestvreugde.

“Ik wil alle shit overboord gooien en verbinding maken met jullie”, sprak ze een zeldzame heldere keer. En dat lukte zeker met een prachtige versie van het ongelooflijk breekbare Me Voy en met een stukje Bad Religion van Frank Ocean, maar af en toe raakte ze ons ook kwijt met een zoveelste val van het strakgespannen evenwichtskoord tussen genialiteit en waanzin.

De set leek ook niet echt naar een hoogtepunt toe te werken, maar wisselde hoogtes en laagtes af zoals in het echte leven met warme, deugddoende momenten zoals in Great Waves, digitale kiltes zoals in Manhattan en verstilling zoals in In Your Voice.  

Shivers, in prachtige samenzang met haar drumster die tijdens Me Voy nog bits “Switch to sticks!” werd toegesnauwd , leverde weer een hoogtepunt op en was de poort tot een overweldigend slot van de set. Maar niet voordat Power nog onzin mompelde over cyborgs en space invaders.

“I don’t want to be a bad woman”, verontschuldigde zich even later, al was ze dat dus af en toe wel. Maar alles werd vergeven en vergeten, toen even later de tranen over menige wang rolden bij Wanderer/ Exit en The Moon, dat werd gebracht met enkel gitaarbegeleiding door haar toetsenist-bassist-gitarist Erik Paparazzi.  

Even leek het alsof Marshall nog een vervolg zou brengen. Terwijl haar band al af was, bleef zij staan, wenste ons allemaal evenveel aanvaarding op ons pad als zijzelf had gekregen tijdens haar carrière en veel sterkte met het omgaan met diegenen die wij liefhebben, maar die liefde niet beantwoorden. Ze begon zelfs nog even aan een a capella-versie van I Can’t Give You Anything But Love van Billy Holiday, maar hield daar even plots mee op, boog, salueerde en stapte dan parmantig richting coulissen.

27 oktober 2018
Marc Alenus