Chris Potter Trio - Geen ontsnappen aan

De Singer, 17 april 2019

Chris Potter Trio - Geen ontsnappen aan

Chris Potter zakte met een bitterzoet hart af naar de jazztempel van Rijkevorsel. Het was het laatste concert van de tour. En in De Singer zweefde telepathie boven het podium. De Kempense club presenteerde hallucinante jazz, van een grootheid die op zijn bek durfde gaan.

Want ja, hij is een grootheid. Er zijn misschien wel honderden Chrissen Potters op de wereld, maar deze is speciaal. Hij wordt alom geroemd om de totale beheersing van zijn saxofoon. Wie hem kan strikken, zal die kans niet laten liggen. Toch niet bij volle bewustzijn. De beruchte perfectionisten van Steely Dan spanden Potter voor hun kar op hun comebackplaat ’Two Against Nature’. En ook Dave Holland ('Extended Play'/'Prime Directive') en Pat Metheny ('Unity Band', 'KIN <-->') lusten pap van Potter.

Chris Potter vangt ondertussen zelf de strafste muzikanten in zijn netten. In De Singer liet hij zich bijstaan - of beter: onder vuur nemen - door Tim Lefebvre en Justin Brown. Lefebvre speelde  bas op 'Casting For Gravity’ van Donny McCaslin. Die plaat inspireerde Bowie tot ‘Blackstar’, waarvoor hij McCaslin en Lefebvre zelf aan boord haalde. Brown vind je dan weer in de kringen van Ambrose Akinmusire en Thundercat. Wat een vijfsterrentrio.

Potter bouwde zijn set rond zijn nieuwste plaat ‘Circuits’. We telden vier pauzes, maar het leek of hij wel vijftien songs in elkaar weefde. Het concert verliep rusteloos. Elk zacht moment was een stilte voor de storm. Het begin van een klim naar de climax. De set zocht zijn weg. Alles kon gebeuren.  En gebeurde. 

Dat Potter virtuoos uit de hoek kwam, verbaasde niemand. Je kon zijn solo’s stuk voor stuk door een ringetje halen. Hij deelde hoekige prikken uit, maar vond ook sequenties uit met tientallen snelle nootjes. Hij kon egaal en zacht spelen, maar ook venijnig, schril en abstract. De kers op de taart was een flard uit Coltrane’s Giant Steps die hij in een solo smokkelde. Interessant detail: op Come And See van Pat Metheny (‘Unity Band’, 2012) citeerde hij op dezelfde manier uit Coltrane’s werk - maar dan ‘A Love Supreme’.

Toch zoog Potter lang niet alle aandacht. Want de ritmesectie was overweldigend. Zo sterk dat we Lefebvre en Brown met plezier eens als duo aan het werk zouden willen zien. Brown bekogelde het toneel met duizenden kiezels, Lefebvre rolde met tractorbanden - zo klonk zijn elektrische bas met batterij effecten. Ondertussen deed Potter hard zijn best om boven het geknetter uit te hoornen. 

Ook Potter had effecten bij. Hij harmoniseerde met zijn eigen sax- of fluitpartijen, liet die partijen echoën of transformeerde ze tot korte, meerstemmige loops. Soms was het resultaat wel aardig, maar het bracht zelden zoden aan de dijk. Ook achter de synth of piano boeide Potter matig.

Maar, en daar toonde zich de meester, Potter was niet te beroerd om een experimentje stop te zetten wanneer het nergens naartoe leidde. Hij wisselde een gedweeë lach uit met Lefebvre en ging voort.

Ook Lefebvre experimenteerde erop los. In zijn solo van The Nerve meed hij toonladders, maar koos hij voor een donker repetitief patroon dat zo in het territorium dook van Slint - inderdaad, de oervaders van de postrock. Soms klonk zijn bas als een brommerige Moog-synth. Meer van die man, graag. En drummer Justin Brown? Die bleek een bodemloos vat vol ritmische ideeën. Hij speelde twee solo’s. Twee keer dachten we dat hij zijn stel aan gruzelementen zou slaan.

De blik van Lefebvre wisselde van sardonisch fronsend naar breed lachend. Potter sloot tijdens zijn steile soloafdalingen net op tijd de ogen. Om te vermijden dat ze door de druk uit hun kassen zouden schieten. Brown zat er emotieloos bij. Zijn broek in zijn sokken gepropt, want drummen is een beetje zoals fietsen: een wilde rit, beide voeten op de pedalen. En toch, hij zweette als een paard, en drumde als een octopus.

"There’s no escape”, zei Potter toen hij merkte dat er geen coulissen waren in De Singer. Dus ging hij maar meteen over tot het bisnummer. Voor de band was er geen ontsnappen aan. En voor de zaal ook niet. Bittersweet of niet, de band hield ons in de ban tot het bittere eind.

19 april 2019
Fabian Desmicht