Couleur Café 2017 - Start in mineur, einde in majeur

Couleur Caf, 30 juni 2017 - 2 juli 2017

Alles leek mee te zitten voor deze editie van Couleur Café: een mooie locatie, een droge start en fantastische artiesten. Toch waren het net die acts die het Brusselse festival een moeilijke start bezorgden. 

Couleur Café 2017 - Start in mineur, einde in majeur

Vrijdag

De problemen begonnen al enkele uren voor de aanvang van het festival. De Bosniërs van Dubioza Kolektiv, die het hoofdpodium zouden openen, waren door visaproblemen genoodzaakt om de performance last minute af te blazen. De Nederlandse rapper Ronnie Flex kreeg daardoor de eer om de Red Stage te openen.

Na ruim een half uur wachten kregen we te horen dat hij te laat was vertrokken. Wellicht omdat hij net iets te lang reacties op zijn kersverse plaat ‘Rémi’ probeerde te sprokkelen via Twitter. Na nog een uur wachten werd duidelijk dat de rapper niet meer zou optreden. Pijnlijk, als je weet dat veel mensen enkel en alleen om hem te kunnen zien een dagticket gekocht hadden.

Gelukkig konden we vanaf 19u00 terecht bij J. Bernardt, die de boosheid van de Flex-fans wist in te tomen met Calm Down. Zijn muziek, die in niets lijkt op de indierock van zijn band Balthazar, schept een zwoele, intieme sfeer die niet afdoet aan dynamiek of dansbaarheid. Na een rustige start (On Fire) schoot hij al snel een versnelling hoger, tot groot genoegen van de aanwezigen. Zij kregen de kans om luidkeels mee te brullen toen hij hen meenam op tocht doorheen de Wicked Streets’ van Couleur Café. Als kers op de taart besloot frontman Jinte Deprez om tijdens The Other Man nog even op wandel te gaan in het publiek, tot grote ontsteltenis van de panikerende security.

Op de Red Stage konden we vervolgens getuige zijn van het eerste reggaemoment van het festival. Heel wat liefhebbers stonden te popelen om te zien hoe Patrice de keet - of liever de joints - in brand stak. De Afro-Duitse reggaeartiest hield de aanwezigen moeiteloos op de benen met een interessante mix van - u raadt het al - reggae, maar dan lichtelijk folklorisch en afgewerkt met een snufje blues. Geen idee waar we het over hebben? Begin dan maar eens te luisteren naar zijn laatste album ‘Life’s Blood’. Het eerste nummer, Burning Bridges, zegt wellicht al genoeg.

Later op de avond was het dan weer het Brusselse hiphopwonder Roméo Elvis die elke verwachting overtrof. Vorig jaar kreeg hij nog een plaats in een klein tentje, nu vulde hij moeiteloos een hele Green Stage. Sterker nog: veel mensen moesten noodgedwongen afdruipen omdat er gewoonweg niet genoeg plaats was. Zijn persoonlijke, ietwat arrogante stijl, aangevuld met stevige ritmes van producer Le Motel, bleken zowel Franstaligen als Nederlandstaligen te kunnen bekoren. Zijn set bestond vooral uit brute kracht; een vette bas en brutale bindteksten domineerden grotendeels de performance. Toch was er ook plaats voor meer intieme momenten. Toen hij samen met zijn zus Angèle J’ai Vu opgooide, werd de duistere hemel al snel met dansende lichtjes verlicht. Afsluiten deed hij trouwens met Bruxelles Arrive en opblaasbare krokodillen, waarmee hij letterlijk in de zee van mensen dook.

De laatste beats voor het slapengaan werden gepresenteerd door het Franse dj-collectief Birdy Nam Nam. Zij brachten een ontzagwekkende performance in het turntablism. Geen slappe scratch, maar een pompende mix van de beste soul, rock, elektronica en vooral bas die nog lang bleef nasuizen in de oren. Misschien toch maar beter gehoorbescherming volgende keer?

Zaterdag

Zaterdag was het in de ogen wrijven. Niet uit vermoeidheid, maar uit ongeloof. Percussiegroep Sysmo verbaasde met zeer geslaagde en impressionante improvisatie, Yaniss Odua bood de gelegenheid om de eerste joint van de dag op te steken en de Franse Demi Portion spuwde poëtische en politiek getinte uitlatingen naar iedereen die het maar wilde horen.

Even ronddolen tijdens een dood moment van het festival, weliswaar met een Jamaïcaanse wrap in de handen, leidde uiteindelijk, totaal onverwachts, tot dé ontdekking van Couleur Café. La Dame Blanche, ook wel Yaite Ramos, lonkte naar ons met zwoele vocals, afgewisseld met een onweerstaanbare solo dwarsfluit of een heerlijk stukje percussie. De bijhorende danspasjes, die trouwens behoorlijk sexy waren, zorgden voor het ultieme Caraïbengevoel, maar dan zonder cocktails, want die kostten zes bonnetjes.

Na een korte tussenstop, die door de ellenlange rijen toch niet zo kort bleek, om wat goud water te bestellen, was het drummen om een goede plaats te bemachtigen voor Coely. De Antwerpse zette een uitstekende performance neer, afgezien van de iets te lange bindteksten dan. Ze vulde eigen topproducties zoals Don’t Care aan met stevige covers - Chris Browns Look At Me Now zat erin! - en zorgde zo voor een heuse aardbeving op de Green Stage. De rapster gooide zelfs nog wat olie op het vuur met een geslaagd stuk beatbox, dat ze liet aanvullen met geklap van de fans. Afsluiten deed ze natuurlijk met Celebrate, naar eigen zeggen een ode aan haar grootste steun en toeverlaat: moeder Coely.  Echt chaud.

Hoewel alle voornoemde optredens zonder twijfel de moeite waard waren om te zien, kwam de verrassing vooral van Emir Kusturica & The No Smoking Orchestra. Die show was opzwepend, vermakelijk en gewoon knotsgek; als een oud-Griekse komedie in een openluchttheater. Ze speelden viool en gitaar met een strijkstok van twee meter en vroegen willekeurige meisjes uit het publiek ten dans op de overhumoristische balkanmuziek. No shame, no regrets, just fun!

En dan was er nog LeFtO. Een van de weinige dj’s die erin slaagt om de mensen die zweren bij bands toch tot dansen aan te zetten. Het eerste kwartier was vooral een trip doorheen LeFtO’s uitgebreide collectie wereldmuziek. Salsa-achtige songs met een stevig tempo werden vlotjes door de speakers geknald. Maar ook de Brusselse quartiers bleven niet op hun honger zitten. Al snel volgde de overschakeling naar hiphop, die meteen de juiste toon zette voor wat nog komen zou. En inderdaad, vanaf dan werd het enkel nog heftiger. De loodzware baslijnen werden met de minuut sterker en de drops volgden elkaar steeds sneller op. Gevolg: heftige moshpits die ongetwijfeld tot heel wat blauwe plekken hebben geleid, maar niemand die erom maalde.

De dag afsluiten was weggelegd voor Compact Disk Dummies en The Roots. Hoewel kiezen gelijk stond aan verliezen, lieten we uiteindelijk Compact Disc Dummies schieten voor de huisband van Jimmy Fallons ‘The Tonight Show’. Toegegeven, spijt hebben we niet gehad. The Roots zorgde met opzwepende hiphopplaatjes, waarin ook het instrumentele aspect voldoende aandacht kreeg, voor een waar extase. Subtiele off-beatkronkels en magistrale drumfills zorgden net voor dat tikkeltje extra dat van The Roots een wereldband maakt. Over een afsluiter gesproken!

Jammerlijk genoeg konden we dit jaar niet de volle drie dagen genieten, maar verkocht voor volgend jaar zijn we sowieso, quoi! 

4 juli 2017
Jeroen Poelmans