CSS - Braziliaanse bliksemschichten

Botanique, Brussel, 8 december 2011

Een exotisch feestje in een plantentuin op een kille herfstavond? In de Botanique in Brussel werd het met gemak klaargespeeld. Een hele avond poppy gitaargeweld waar de vrouwen het heft in handen namen met Dance Yourself To Death en Cansei de Ser Sexy als femmes fatales van dienst.

CSS - Braziliaanse bliksemschichten



Toegegeven, we hadden het een pak ruwer verwacht. Het voorprogramma klonk vrij clean, tot zelfs hun taaltje toe. De avant-gardische poprock was helemaal niet agressief en hield de zaal geboeid. Dance Yourself To Death is trouwens nog zo'n gezellig groepje dat achteraf braafjes zelf hun set-up afbreekt. Een genre dat best nog populair is maar toch nooit de grote doorbraak kende mocht Brussel onderdompelen in een zomerse sfeer.

Wanneer je wordt opgewacht door een psychedelische panter met drie groene ogen, die dan ook nog eens bliksemschichten schieten (want het logo van CSS bevat bliksems - zegt genoeg, niet?), verwacht je sowieso iets energieks. Rhythm To The Rebels schoot dan ook meteen als een heuse scandeersessie aan ene Colin uit de startblokken, . De zes Brazilianen hielden ook tijdens Off The Hook de gitaarsnaren strak gespannen.

De naam CSS zegt u niets? Zoek Hits Me Like A Rock dan even op. Uiterst leuke pop die ook live enorm aanslaat kreeg de zaal langzaam maar zeker mee. De combinatie van een vrolijke synth, waarbij gezapige drums niet te hard aandrongen, liet de zon zowaar schijnen. "There's a real summer jam in Brussels!" 

Op de knellende synthtonen van Music Is My Hot Hot Sex deed Lovefoxxx de met helrode lippenstift besmeurde micro misschien iets te uitbundig rondzwieren, maar de sfeer zat alleszins goed.
Zo goed dat het tijd was voor een duivelse vermomming tijdens hoogtepunt Red Alert. De feelgood flirtsong deed zelfs de andere bandleden schaamteloos meezingen van plezier. Ongezien! Een dijk van een reverb sloeg vervolgens om in een operakreet van jewelste. 

Een dosis punch erbij en de pitch een pak hoger tijdens Let's Make Love And Listen To Death From Above stuwden het amusement nog verder de hoogte in. De band zelf voelde zich meer en meer thuis op het podium. Van plaats wisselen, geïmproviseerde danspasjes en zowaar een limbopartijtje, het kon allemaal. Ook de riem werd iets minder strak aangespannen waardoor een aangename nonchalance binnensloop. "Do you know what time it is? It's our time to shine!"

Zonder te pauzeren en aan een zeer strak tempo was het de beurt aan Jager Yoga.
De bindteksten waren al even gek als hun songtitels. Zo werden we getrakteerd op een wel heel vroege "Merry Christmas everyone!" of een grappige aanmaning als: "You can make the sound of birds. Or the ocean." Wanneer leadzangeres Lovefoxxx dan ook nog eens zonder verpinken haar pruik wegsmeet, keek niemand nog op van welke verrassing dan ook.

Echo Of Love bevatte een extra elektrisch geladen gitaarsolo, Move was voorbij voor je het doorhad en na de onschuldige piano in You Could Have It All vlogen enkele kledingstukken en vrouwengeheimen de zaal in. Ook hun eerste doortocht enkele jaren terug werd nog even aangehaald. Toen stonden ze in de cirkelvormige Rotonde en leek het publiek op een "shelf full of toys and stuffed animals."
We hoeven niet duidelijk te maken dat de synthesizer de hoofdrol wegkaapte. De goedkope eighties drumbeat tijdens Reggae All Night was dan weer helemaal iets anders dan voordien. En ook van de uptempo Ramonessound bij Fuck Everything keek niemand meer op.

In een stevige finale kon grootste hit Alala niet ontbreken. De vuile rocksong met smerige synths schuurde alle kantjes nog eens extra bij. En afsluiter City Grrrl stipte nog even een todopunt op de lijst van Lovefoxxx aan: "I would dye my hair pink."

Van ons mag ze haar lokken in de kleur verven die ze maar wil. Zo lang ze met haar Braziliaans allegaartje maar even catchy uit de hoek blijft komen, zijn wij al lang tevreden.

8 december 2011
Ben Moens