Dour 2012 - En verder...

Plaine de la Machine à Feu, Dour, 20 juli 2012

U kreeg al onze toppers voorgeschoteld, maar er was uiteraard nog heel wat meer te zien. Wij stellen u ons menu van dag tot dag voor. Smakelijk!

Dour 2012 - En verder...



Donderdag

Merdan Taplak is van een klassiek recept een succesverhaal aan het maken. Neem een kruising tussen iets wat iedereen al jaren kent (folkmuziek) en meng het met iets wat als nieuw wordt ervaren (dansmuziek) en je bekomt een cocktail die een groter publiek aanspreekt dan de som van de twee delen. Hij haalt Balkanblazers en accordeon door de mangel van de drum'n'bass en vermengt die met conventionele laptopbeats. In zijn gouden pak met rode pet ment hij het volk aan om te feesten. En de trompetten doen de rest: heel aanstekelijk. Persoonlijk hielden wij het meest van de nummers waarin een meid in zilveren pak kwam meezingen, maar dat kan ook aan haar verschijning hebben gelegen. In ieder geval was dit een vroeg feestje.

Van Selah Sue mag een mens nog weinig goeds zeggen indien je je geloofwaardigheid als muziekkenner niet wil verliezen. Wel, laten we hier dan maar een risico nemen en melden dat we Raggamuffin altijd een goed nummer gevonden hebben en dat dat tot nader order nog altijd het geval is. Ze heeft trouwens nog goede nummers en daarbovenop heeft ze ook nog eens een zelfverzekerde podiumprésence die we niet met haar leeftijd associëren en dus appreciëren. Haar cover van Lauryn Hill's Freedom Time was raak. En ook This World, met bijna enkel een baslijn als begeleiding, maakte indruk. Het publiek bleef er wat mak bij, maar daar zal de regen voor iets tussen gezeten hebben. Een euvel waar eerder ook Black Box Revelation wat onder te lijden had.

Aan de uitstroom na afloop van het concert van Franz Ferdinand was duidelijk wie de headliner van de eerste dag was. Het was dan ook al een hele tijd geleden dat ze nog eens een Belgische zaal hadden aangedaan. De verwachtingen lagen dan ook hoog – misschien kregen we al enkele nieuwe nummers te horen? – maar deze verwachtingen konden niet helemaal worden ingelost. O jawel, het publiek smulde van de hits die de band serveerde, maar het déjà vu-gevoel was te groot.

Franz Ferdinand speelde op zeker door hit na hit te serveren en dat ene nieuwe nummer kon het verschil niet maken. Het publiek was enthousiast, maar dat kan ook niet anders als het op zijn wenken bediend wordt en nummers als Michael, Matinee of This Fire van begin tot einde kan meezingen. Maar de kritische kijker had niet echt iets gezien dat hem benieuwd maakte naar meer.

Clark kwam na Squarepusher over als een schooljongetje, hoewel de torens van luidsprekers die hij naast zijn booth had laten optrekken toch deden vermoeden dat ‘s mans gehoor verregaande schade had opgelopen in het nachtleven. Uit een grote Moogsynthesizerbak toverde hij allerlei samples die hij in een relatief klassieke mix verwerkte op zijn laptop. Het klonk soms donker, soms gewoon dansbaar, maar na de chaos van Squarepusher vooral heel braaf. We dansten tot de vermoeidheid ons fataal werd en hielden het daarna voor bekeken.

Vrijdag

De mannen van The Inspector Cluzo hadden alvast een stevige aanpak: hun bijna tegen hardcore en metal aanschurende rock hadden ze opgesmukt met blazers (de FB Horns) en dat werkte. Tenminste, toch twee nummers lang. Daarna sloeg de verveling toe en was het nieuwe eraf. Geen wonder als je beschouwt dat het aantal songs die naam waardig van dit duo vrij beperkt is. Logisch dus dat het hoogtepunt in de set bestond uit een cover: Move On Up van Curtis Mayfield. Maar misschien is de toevoeging van die blazers een ideetje op langere termijn voor Black Box Revelation.

De jonkies naast ons vroegen ons hoe oud wij waren en wie hier straks kwam spelen. Dinosaur Jr., lieve kindjes! Je zult vast een paar hits herkennen. We overschatten soms de kennis van de jeugd, dat is waar, maar eigenlijk hadden wij zelfs moeite om de juiste titels op de geluidsbrij te plakken, ook al omdat J. Mascis gewoon slordig zong. Het topmoment was dan ook de bindtekst waarin bassist Lou Barlow met een onsamenhangende reeks klanken duidelijk wou maken dat er van wat er uit het publiek naar hen werd geschreeuwd niks te snappen viel. Het moet van beide kanten komen, heren.

Eendertig jaar zijn ze al bezig, de mannen van Napalm Death. En ze hebben net een nieuwe plaat (‘Utilitarian’) uit waaruit gretig werd geput. Aanvankelijk waren er wat problemen met de baspedalen, wat zijn effect had op de concentratie, maar eens Shane Embury zijn stuff terug bij elkaar had, zat het toch behoorlijk goed. Zanger “Barney” Greenway huppelde over het podium, zijn teksten naar goede gewoonte brullend, aangevuld met de heks-op-de-brandstapelschreeuw van gitarist Mitch Harris. Indrukwekkend hoe die jongens de structuren van die vierkante songs moeiteloos volgen en erin slagen tot op de seconde op de noot te zitten. Ervaring telt hier ongetwijfeld dubbel.

Niet echt gezellige kerels, die mannen van Godflesh. Tenminste, als we kunnen afgaan op de videobeelden die ze vertonen tijdens hun show. De religieuze en andere angsten spatten van de beelden, gehaald bij vrolijke jongens als Jeroen Bosch en Dante. En de muziek past daar helemaal bij. Met als basis een drummachine laat dit duo topzware, haast verpletterende industrial op je los. En de act lijkt ook bijzonder gemeend: waar bassist G.C. Green zich op de achtergrond houdt, smijt zanger-gitarist Justin K. Broadrick zich helemaal en wordt zijn pijn bijna voelbaar. Boeiend, maar verre van opwekkend.

Toen een toeschouwer tijdens het optreden van The Experimental Tropical Blues Band op het podium kwam dansen, werd de man van de security eerst wat zenuwachtig, maar hij liet uiteindelijk begaan. Al snel werd het optreden één stagedivefeest waarbij ook de zanger zich verschillende keren aan een sprong waagde. Hun muziek is een doorslagje van Jon Spencer’s Blues Explosion en daar zijn we altijd voor te vinden, maar uiteindelijk geeft het ook wel aanleiding tot vergelijken met het origineel. En wie zich met Jon Spencer laat vergelijken, verliest.

Hoe kun je niet van een dj houden die The Beatles met House Of Pain mixt en Aphex Twin zwoel kan doen klinken? DJ Food is eigenlijk een alias voor Strictly Kev en is een product uit de Ninja Tune-stal. Zijn set was er een op basis waarvan je zo een muziekquiz kon organiseren. De beat van Bomb The Bass’ Bug Powder Dust liep bijvoorbeeld over verschillende nummers heen. Wie hem het eerst herkende had een pintje gewonnen. De bijbehorende video’s werden in perfecte Coldcut-stijl meegemixt en geprojecteerd op een groot scherm. Het was een ware lust voor oor en oog en een heel mooie danstrip.

Zaterdag

Frànçois And The Atlas Mountains werd ons getipt door een Franstalige vriend met goede smaak die hen bezig had gezien tijdens Les Nuits Botanique. Zelf waren we minder onder de indruk van de popmuziek van deze Franse Engelsman, al zorgde de uitgebreide percussie soms wel voor strakke ritmes en waren de sullige danschoreografietjes best sympathiek.

‘Zoon van’ zijn lijkt me niet altijd even eenvoudig, en zeker niet als je stem en muziek zo dicht in de buurt liggen bij datgene wat je vader maakte. Andrew Tosh, zelf intussen ook al vijfenveertig jaar oud, liet het allemaal niet aan zijn hart komen en speelde het zowaar klaar om voor het eerst de zon tevoorschijn te toveren. Bovendien stal hij alle harten door zijn kinderen over het podium te laten rondhuppelen. Muzikaal zat het ook wel goed, al was dit nooit echt top.

Nada Surf is niet langer een trio, maar wordt dezer dagen ondersteund met een toetsenist (van Calexico) en een leadgitarist (van Guided By Voices). Maar het opzet is nog steeds hetzelfde en de typische FM-rock van dit bandje is in al die tijd nog geen haar veranderd. Ook al bewijzen de grijze haren van zanger Matthew Caws dat hij al lang geen teenager meer is, toch lijken zijn songs in dat stadium te zijn blijven steken. De band was goed op dreef en af en toe geloofden we het zelfs, maar als je het als afsluiter nodig vindt om iedereen “Fuck it” te laten meezingen, is de lol er toch een beetje af.

Het is slechts zelden dat live samples een toegevoegde waarde bieden aan een concert en ook Dimlite kon van achter zijn laptop geen verschil maken door zijn stem of handgeklap te samplen en in de mix te mengen. De Zwitser slaagde er wel in gedurende een uur onderhoudende, rustige dansmuziek te maken met wat er vooropgenomen in zijn computer zat. Hij leek bovendien zo enthousiast om te mogen spelen dat we over hem geen kwaad woord willen horen.

Dat Kurt Vile en zijn Violators zich achter hun royale haardos verborgen was uiteraard geen verrassing, maar dat kon niet maskeren dat hun set behoorlijk rommelig was. Waar het ene moment de gensters uit de boxen sloegen, leek het het volgende moment maar niet te willen lukken. Daar kon het gastoptreden van Adam Granduciel van The War On Drugs trouwens weinig aan veranderen. Jammer, want er waren wel momenten (ook toen Vile solo op het podium stond) dat het potentieel van deze band zichtbaar werd.

Zondag

We hadden ze al aan het werk gezien in het voorprogramma van Mastodon eerder dit jaar en we wisten dus dat de heren van Red Fang een retestrakke set neer konden planten. En dat was precies wat ze nu opnieuw deden. Hun keiharde stonerrock ging als een tornado tekeer en deed de tent uit zijn dak gaan. Bird On Fire was zo’n song die langs je oren je schedel binnendrong om zich daar tegoed te doen aan elke auditief ingestelde grijze cel. Een bijzonder vroeg hoogtepunt.

Chairlift werd door de presentator aangekondigd als een duo dat best wat Frans verstond. En toen kwamen er vier muzikanten op het podium. Dat was verwarrend, maar maakte weinig uit: eigenlijk is Chairlift vooral het vehikel van frontvrouw Caroline Polacheck, en zij gedroeg zich als de enige frontvrouw van de band. Ze viel op door haar ongelukkige vestimentaire keuze (een transparant plastieken hemd over een bh met een relatief vormeloze, zwarte broek), haar inderdaad voortreffelijk Franse bindteksten en haar ijle stem. Hun keyboardpop kwam eerst slaapverwekkend over en enerveerde later toen haar stem prominenter naar voor werd gemixt. Naar het einde toe werd het nog licht dansbaar, maar een hoogvlieger was dit zeker niet.

In de Magic Soundsystem-tent mocht Lefto een hele dag de programmatie verzorgen. Dat begon met de Antwerpenaar Pomrad en zijn zes à zeven keyboards. De man is klassiek geschoold en bespeelde al die instrumenten live met een vanzelfsprekend gemak. Het ontbrak de set wel wat aan richting, waardoor we de muziek een beetje als spielerei ervaarden. Lefto presenteerde hem als een groot talent, maar wij zouden het nog wat laten rijpen.

Wie kiest voor Suicidal Tendencies op een festival, weet dat hij zelden bedrogen zal uitkomen. Daarvoor staat hun dertig jaar ervaring garant. Hun sociale bewogenheid – zoals het een goede punkband betaamt - doet de rest. De heren houden wel van een grapje (zie ook hun uitstapjes als Infectious Grooves), maar kunnen ook bijzonder ernstig zijn. Zanger Mike Muir, die het wereldrecord aantal rondjes over het podium crossen ongetwijfeld verbeterd heeft, kon het niet laten om af en toe een preek af te steken, maar net daardoor werd het duidelijk dat de man ook werkelijk iets te zeggen heeft. Dit was een uurtje vertier met inhoud. Niet meer, maar vooral ook niet minder.

Zoals je sinds de punkbeweging geen gitaar meer moest kunnen spelen om muziek te maken moet je na Atari Teenage Riot geen computerexpert meer zijn om beats uit je laptop te toveren. Een mengelmoes van vuile beats en vage slogans, geschreeuwd in overstuurde micro’s, die het publiek opjutten. Cd’s zouden we er niet zo meteen van kopen, maar om met een goede adrenalinestoot Dour af te sluiten was Atari Teenage Riot perfect.

Kristof Van Landschoot - Patrick Van Gestel

20 juli 2012
Patrick Van Gestel