Dour Festival 2017 - Dag 4: Muzikale opvoeding en horror

Festivalterrein, 12 juli 2017 - 16 juli 2017

De frisheid was een beetje zoek, maar dat hield (kvl) zaterdag niet tegen om in zijn eentje op verkenningstocht te gaan op de vierde dag van Dour festival. Het bracht hem langs horrortaferelen en eindigde bij een les muzikale opvoeding.

Dour Festival 2017 - Dag 4: Muzikale opvoeding en horror

Om 14u40 op de wei staan is niet altijd een sinecure, maar we hadden Metá Metá als eerste groep aangestipt op basis van enkele luisterbeurten op Spotify. De fusion van Braziliaanse jazz en rock werd gekenmerkt door een overstuurde saxofoon en stevige gitaren. Live was het dus heel wat steviger dan de gemiddelde wereldmuziek die in loungy bars gespeeld wordt als behangpapier. Zangeres Juçara Marçal zorgde daarbij voor de zwoele vibes met teksten in het mooie Portugees.

Brutus is de Leuvense band met drumster Stefanie Mannaerts in de hoofdrol. Wij kunnen ons best voorstellen dat dit in een klein zaaltje werkt, maar hier leek het podium wat te groot voor de drumster en twee gitaristen. Bovendien was het geluid van die aard dat van Stefanie's gezang enkel wat vaag geschreeuw overbleef zodat we uiteindelijk zelfs niet konden uitmaken in welke taal ze eigenlijk zong.

Toen Mauro op Pukkelpop twee jaar geleden een podium mocht programmeren, hebben wij veel namen onthouden waar we daarvoor nog nooit van hadden gehoord. Acid Arab was er daar één van. Toen waren Guido Minisky en Hervé Carvalho alleen in het Waalse dorpje om te dj'en, nu hadden ze nog een derde man bij zich voor een liveset.

De muziek tapt, zoals de naam al doet vermoeden, uit allerlei Arabische vaatjes; dus om de haverklap werden er exotische geluiden uit de computer gehaald, die deden denken aan slangenbezweerders, kamelen en schroeiende woestijnen. Vergeef ons de stereotiepe beeldvorming maar wij zijn nu eenmaal geen kenners van die wereld. Dat maakte Acid Arabs introductie des te meer welkom, zeker als ze vergezeld ging van dansbare beats.

Boven het podium hing een enorme discobal, zelf gemaakt van scherven van een spiegel, waar af en toe een rookmachine een flinke wind door waaide. Of we daar symboliek achter moesten zoeken, was niet helemaal duidelijk, maar het kleedde het geheel visueel wel mooi in.

Squarepusher hebben we nooit verdacht van commerciële toegevingen. Als hij zijn set als Shobaleader One had aangekondigd als Squarepusher met liveband, dan had geen haan ernaar gekraaid en was er gegarandeerd meer volk komen opdagen.

An sich deed hij niets anders dan waar hij al een tijdje zijn concerten mee afsluit: zich uitleven op een zessnarige basgitaar. Zelfs de maskers met led-lampen op hun hoofd hadden we al in andere (meer spectaculaire) vorm gezien bij Squarepusher zelf. Maar dit was echt livemuziek. Hyperkinetische ritmes kwamen tegelijkertijd uit drums, bas en gitaar. Af en toe werden die opgeluisterd met een toets saxofoon of een ander geluidje uit de sampledoos. En alles botste tegen elkaar aan in een wervelende mix. Afsluiter Journey To Reedham had als enige nummer het potentieel een hit te worden, maar het zal nog een tijdje duren voor het grote publiek klaar is voor dit soort fantastische fratsen.

De La Soul had ook een liveband bij zich. We hadden het eerste stuk moeten missen en arriveerden nog voor er één enkele draaitafel op het podium te bespeuren was. Voor zover we kunnen oordelen op basis van een half nummer, klonk dat best goed. Maar toen werd de dj-tafel het podium op geduwd en begonnen ze aan een medley van grootste hits: All Good, Ring Rng Ring (Ha Ha Hey) en Me Myself And I; allemaal werden ze gebracht met volledige liveband, maar toch ook met behulp van wat plaatjes.

Een sympathiek moment diende zich aan toen ze een jongetje uit het publiek op het podium werd gehaald en hij daar een paar nummers lang mocht rondhangen. De knaap leek overigens enorm op zijn gemak op een podium en riep door de luidspreker het publiek toe alsof hij nooit anders had gedaan.

Natuurlijk werd het publiek om de haverklap in twee verdeeld; en natuurlijk was "the party" altijd net iets meer "over there" dan "over here"; en natuurlijk werkte dat op de zenuwen. Maar dit was De La Soul. Dus we gaan daar verder geen woorden aan vuil maken; zij mogen dat!

"Wat als we nu eens drum'n'bass mengen met opera en daar nog wat metal aan toevoegen" dacht de Franse Igorrr op een blauwe zondagmorgen en hop, zijn project was geboren. "Wat als we daar ook nog wat burleske versies van chanson bij doen?" zei iemand en ze gooiden ook dat nog in de mix.

Op het podium zag je twee mc's: een vrouw, die dus opera zong, maar er als een voodoopriesteres uitzag, en een man, die voor een metalzanger moest doorgaan en zich opgemaakt had voor het Eurovisiesongfestival en de ambitie had Lordi naar de kroon te steken.

Igorrr zelf stond met zijn laptop ergens achteraan het podium en vuurde wat elektronische ritmes af. Hoe dat klonk, kan met geen woorden omschreven worden. We zijn niet eens zeker dat u het zou willen lezen, maar wie er bij was, zal het zich herinneren. En dat was aardig wat volk, want de tent was goed vol gelopen. Zou het goed gaan met Frankrijk? De twijfel nam na dit optreden aanzienlijk toe.

Ook voor Amenra zat de tent goed vol en, afgaande op het aantal Amenra-T-shirts dat te zien was, gaat het deze mannen wel voor de wind. Niet verwonderlijk ook, want alles aan het Amenra-verhaal klopt als een bus.

De eerste tien minuten van het concert bleef het donker, en werd enkel het logo geprojecteerd. Een knagende toon leek daarbij onheil te voorspellen. Dan begon de set en zonder het publiek te groeten werd anderhalf uur dronemuziek over het publiek heen gekieperd. Volgens de setlist kregen we zeven nummers, die dus gemiddeld elk meer dan tien minuten moeten hebben geduurd. De ingetogen stukken zorgden daarbij voor ademruimte, maar leken telkens toch ook de komende eruptie van gitaargeweld te voorspellen.

De bewegingen die zanger Colin H. van Eeckhout maakte met zijn imposante lijf vol tatoeages, vaak met de rug naar het publiek, deden pijn en lijden vermoeden zonder dat het overdreven dramatisch overkwam. Bij dit alles hoorden mooie zwart-witbeelden van natuurelementen: grashalmen, bomen en modder; en ergens hing een kruis te waaien in de wind. Het geheel leek wel een abstracte horrorfilm. Prachtig!

Op het hoofdpodium was het tijd voor Die Antwoord, maar daar was geen doorkomen aan. We zijn hen daar trouwens dankbaar voor, want dat betekende dat er in de tent waarin The Gaslamp Killer mocht dj'en ruimte te over was om te dansen, je armen te bewegen en met je hoofd te schudden.

Dat was wat de dj voordeed op het podium in ieder geval. Als er ergens een wedstrijd bestaat voor meest expressieve dj ter wereld, dan wint deze man met de vingers in de neus. Als hij op zijn iPad een effectje lanceerde, dan haalde hij die in een flits boven en behandelde hij het toestel als zat het onder twintigduizend volt. Om de haverklap onderbrak hij nummers, lanceerde hij die opnieuw, porde hij het publiek aan, schudde hij de krullenbol in tien verschillende richtingen, speelde hij luchttriangel of sidderde hij als een bezetene mee op de beats.

Dat alles haalde wel de dansbaarheid wat naar beneden. Maar Lefto had hem uitgenodigd om West Coast-muziek te draaien, dus zijn set leek eigenlijk meer bedoeld als les muzikale opvoeding dan om te dansen. Wat niet wil zeggen dat we er niet van genoten. Integendeel, maar het had iets toegankelijker mogen zijn.

Lefto zelf toonde meteen daarna hoe je die balans wel kan doen kloppen. Hij liet de plaatjes langer dan twintig seconden spelen en hield zich ook grotendeels aan één genre. Bij Lefto kan dat alles zijn, maar deze keer was het vooral jungle en drum'n'bass. En zoals altijd draait hij de beste, nieuwe platen en de meer obscure classics in de mix. Wie anders gaat Wicked Wicked Jungle Is Massive van Ali G (die van Borat en enkele andere typetjes) draaien? Dit was echt muziek zonder grenzen!

Het laatste stuk van de set bracht meer hiphop met een ode aan enkele namen, die eerder zijn podium hadden mogen opluisteren: Suicide Boys bijvoorbeeld, ironisch satanistische rap uit Louisiana. En naast onvermijdelijke hits van Kendrick Lamar ("My left stroke just went viral" doet zijn intrede in de canon) passeerden ook enkele Franstalige nummers, zoals On Est Haut van Caballero & JeanJass en we vroegen ons af hoe het mogelijk was dat we een hele, Franstalige scene aan het missen zijn. Dank, DJ Lefto, om ons daar op te wijzen. We noteren meteen ons voornemen om dat in te halen!

16 juli 2017
Kristof Van Landschoot