Down the Rabbit Hole 2018 - Dag 3: Meesterlijke Cave

Groene Heuvels, 28 juni 2018 - 30 juni 2018

Op de laatste dag van deze editie telden we eigenlijk maar één onbetwiste headliner, en dat was Nick Cave. Om een muzikale indigestie te voorkomen beperkten we onze inname tot een rantsoentje indiepop, een keyboardtovenaar en uiteraard de apotheose bij zonsondergang. De zandstormpjes die bij momenten de kop opstaken bleken slechts een voorbode van de storm die Nick Cave heet.

Down the Rabbit Hole 2018 - Dag 3: Meesterlijke Cave

Denk nu niet dat we iets hebben tegen The Breeders, die hun rammelende melodieuze rock breed glimlachend brachten, of tegen St.Vincent, die er wel een show van weet te maken maar naar onze smaak nog altijd veel te veel noten speelt om weinig te vertellen. Voor Franz Ferdinand hebben we het dan weer heel wat minder. Ze krijgen het publiek live wel mee maar het is toch het rock-'n-roll-equivalent van een Oberbayern-hoempapa-orkestje.

Dan liever Portugal.The Man. Die lieten zich, hopelijk niet zonder ironie, door Beavis en Butt-head aankondigen als de beste band ter wereld. Zo ver zouden wij niet durven gaan, maar voor zomerse feestjes zijn er momenteel weinig betere soundtracks te vinden. Ze zijn niet vies van wat recyclage, dus pasten ze na opener Another Brick in the Wall verder ook nog flarden Gimme Shelter en I Want You (She's So Heavy) in respectievelijk Atomic Man en All Your Light (Times Like These). Beatles of Stones? Niet meer over discussiëren. Uit het Beatlesnummer wisten ze eigenlijk zelfs meer te halen dan de originele uitvoerders, en dan moet je wel al iets kunnen.

De straffe liveband verveelde nooit, en weerom was de tent eigenlijk te klein om het meedeinende publiek te bevatten. De soms lange instrumentale stukken bleven interessant en de handen van het publiek gingen meermaals spontaan op elkaar. Een song als Hip Hop Kids, met die volle gitaarsound, vinden we beter dan de grote hit en setafsluiter Feel It Still. Of de band een blijver is valt moeilijk te zeggen, dus ga ze nu bekijken op één van hun talrijke passages in uw buurt.

In diezelfde Teddy Widder vonden we Nils Frahm terug achter zijn podium vol piano's, keyboards en elektronica. De Duitse minimalistische pianist groette het publiek met een brede glimlach maar bracht het merendeel van zijn set door met de rug naar het publiek of met de ogen gesloten. Van lichtshow of visuals was ook weinig werk gemaakt, dus bleef eigenlijk enkel de muziek over. 

De talrijke fans bleven geboeid kijken, maar achteraan de tent weergalmde toch weer te veel geroezemoes van mensen die gewoon schaduw kwamen zoeken. Frahm zocht het vooral in de elektrische pianoklanken en trok vaak een gezicht alsof het heel moeilijk was om aan de juiste knopjes te draaien. Wij besloten dat het zeer mooi en rustgevend was, maar vroegen ons af of dit eigenlijk wel tot zijn recht kwam op een festival.

Je zou je hetzelfde kunnen afvragen over Nick Cave. "I wish the sun would go down" zei hij halfweg zijn set. Een donkere zaal ware misschien beter, maar de zonsondergang die halfweg zijn set de hemel boven het meer rood kleurde mocht er toch ook zijn. Er was een promenade gebouwd tot vlak bij het publiek, en van daarop zong Cave "with my voice, I call you" (Jesus Alone). Het publiek leek tot heel ver op het zanderige veld in de ban van zijn roep. Na Magneto, met z'n typisch uitgepuurd Warren Ellis-arrangement, werd Cave voor de eerste keer gevaarlijk met Do You Love Me en From Her to Eternity. Ellis martelde zijn overstuurde viool, Cave haalde zijn meest demonische kop boven. Waar we de fans op de eerste rijen eerst nog benijdden omdat Cave wel erg veel tijd op die verlaagde catwalk doorbracht, vermoeden wij nu dat ze wel eens een onrustige nacht zouden kunnen overhouden aan zijn intensiteit.

Cave zei dat hij "in the zone" is en zette Loverman in. Daarna begon Red Right Hand zeer verstild maar het ontaardde in een lawaai alsof heel het podium aan diggelen geslagen werd. Om dat dan naadloos te laten aansluiten op Into My Arms moet je een hele grote zijn. Caves grootste hit kon ons nog steeds bijna tot tranen toe ontroeren. In Beuningen zijn ze volgens ons niet al te zeer van de zwarte kousen, maar deze psalm werd toch door iedereen ingetogen meegezongen.

Girl in Amber werd voorzien van een zwart-witprojectie van een strand en het silhouet van een meisje, terwijl ons vooral de engelachtige backing vocals van The Bad Seeds opvielen. Lange rustpunten waren ons echter niet gegund, want Cave ontstak de orkaan die Tupelo heet. Een nietsvermoedend publiekslid werd op Caves promenade gehaald, en hij zal zich vermoedelijk morgen met een kater afvragen of het werkelijk gebeurd is, dat Cave hem stond toe te schreeuwen "The sandman is coming". Wij zouden alleszins geen oog meer dichtdoen.

Jubilee Street begon zoals op de plaat, met zeer spaarzame noten op gitaar en bas, maar ontaardde ook weer in een geluidsmuur om u tegen te zeggen. The Weeping Song had het voor ons zonder Ellis' schrapende viool mogen stellen maar pakte ons toch weer bij de lurven. Cave vertelde daarna nog op zijn eigen onnavolgbare wijze de legende van Stagger Lee, waarbij weer een paar mensen uit het publiek gehaald werden om te figureren. Met een ingetogen Push The Sky Away mochten we weer ademhalen en de intensiteit en kracht van dit optreden laten bezinken. Bisnummers kregen we niet meer, maar we waren voldaan: Nick Cave had probleemloos alles wat voor hem kwam tot voorprogramma gedegradeerd.

Down The Rabbit Hole'18 dag 3

2 juli 2018
Stefaan Van Slycken