Dunk!festival - Verkenning van nieuwe wegen

Letterkouter, 25 mei 2017

We somden hier al een aantal keer op wat Dunk! tot een uniek en gezellig festival maakt: een erg vriendelijk en enthousiast vrijwilligersteam, gratis ontbijt, een gemoedelijke sfeer, etc. Het festival heeft een authenticiteit en integriteit die je elders niet zal tegenkomen. Muzikaal is Dunk! dan weer verre van een gezapig familiefestival. Organisator Wout Lievens heeft een visie en wil vooruit; en dat zullen we geweten hebben.

Dunk!festival - Verkenning van nieuwe wegen

De programmatie was een pak avontuurlijker dan vorige jaren. Met Swans en Earth als headliners werd niet voor een veilige weg gekozen. Het siert de organisatoren dat ze toch voor experiment kiezen, ondanks het feit dat met de traditionele postrockkleppers (Mono, Tortoise, Explosions in the Sky) veel meer volk kan worden gelokt.

Of het experiment voor herhaling vatbaar is, zal van Lievens’ doorzettingsvermogen afhangen. Dunk! was dit jaar niet uitverkocht en de twee voornoemde headliners kregen een halflege tent voor zich.

Nu, bij Swans hoeft dat niet te verbazen. Hoewel zanger Michael Gira ons voor zijn optreden nog schuifelend op flipflops was gepasseerd, blijft hij op het podium “lik Satan”, zoals een West-Vlaamse festivalgenote het uitdrukte. Het zestal speelde een monoliet van twee uur en twintig minuten aan een gemiddelde van honderdelf decibel, met naar verluid pieken tot honderdzesendertig. Zelfs de uitstekende geluidinstallatie van Dunk!'s mainstage kon Gira's constante vraag naar meer volume niet aan met periodieke feedback op de micro's als gevolg.

Ze begonnen met een interessant, repetitief en instrumentaal halfuurtje dat ons helemaal vastgreep. Daarna zette Gira de keel open en werden knarsende buildups afgewisseld met oorverdovende, monsterlijke breakdowns. Toen de set over het anderhalf uur begon te gaan, raakten de zwaantjes ons even kwijt. De unisono gitaardonder leek iets te veel een doel te worden eerder dan een middel om iets over te brengen. Dat werd meteen rechtgezet toen Glowing Man aanzwelde. Het titelnummer van het laatste album is een complex en gelaagd beest.

Na afloop stond er nog een hondertal mensen recht. De rest lag op de plankenvloer of was het gedaver ontvlucht. Een show van Swans valt met weinig te vergelijken. The Velvet Underground op een paardenkuur van amfetaminen komt misschien nog het meest in de buurt.

Ook Earth moest het met minder volk stellen dan ze verdienden. Toen Dylan Carlson het podium opkwam hielden wij nochtans even het hart vast. De frontman was straalbezopen en hees, eens de set begon, nog wat bij. De dronepioniers uit Seattle speelden een keur uit hun oeuvre waaronder Old Black, There Is A Serpent Coming en het schitterend gelaagde And the Bees Made Honey In the Lion's Skull werden ten beste gegeven. Zelfs de soundtrack van 'Belladonna Of Sadness' werd niet vergeten. Dit alles aan een tempo dat nog zeker de helft lager lag dan op plaat; met riffs die tientallen minuten werden aangehouden. Het vereiste enige moeite om Earth te laten indringen, maar eens in je hoofd, kon je je laten meedrijven op de loodzware riffs.

Gelukkig was er derde headliner God Is An Astronaut om de experimentele pil te verzachten voor de postrockdiehards. De band kweet zich feilloos van die taak en bracht energieke postpop. Complexloos werden simpele buildups en breakdowns afgewisseld, die eerste jammer genoeg verstoord door een flinke dosis Dutch disease. Enkel naar het einde toe verloor de set wat aan kracht. Eén van de hoofdrollen ging naar de schitterende lichtshow.

Op de onderkaart speelde And So I Watched You From Afar een genietbare, speelse en vrolijke show zonder boven de eigen gimmick uit te stijgen. Mooncake begon vijftig minuten te laat en lieten we bijgevolg links liggen om CHVE niet te missen.

Een groot deel van het budget van Dunk! Gaat naar lampen; in die mate dat ze dit jaar de wereldpremière te pakken hadden van een set enorme sfeerlichten. Dit maakte dat, hoe vaak je een band ook zag, het zeker de moeite waard was ze nog eens op de mainstage in Zottegem te zien spelen. Het is bijna gegeven dat een band er naar een hoger niveau wordt getild. In die zin waren ook de lichtshows bij PG.Lost en Set And Setting noemenswaardig. De eerste band bracht heerlijk dromerige, euforische en heel subtiele postrock, ondersteund door prachtige paars en oranje gloed. Set And Setting pakte het wat steviger aan en bleef iets meer aan de oppervlakte. Dat de show bijbleef, is vrijwel volledig op het conto van de lichtman te schrijven. Het licht: de vierde headliner op dit festival.

Dunk! Had echter niet alleen gewaagde headliners te bieden. De programmatie was ook in de breedte erg sterk. Er wordt elk jaar duidelijker gewerkt naar een line-up die het post-etiket overstijgt.

Briqueville staat al een tijdje op onze radar. Gemaskerd brengen ze aardedonkere doom. De grotere complexiteit van het tweede album vertaalde zich ook naar het podium. De verschillende, muzikale lagen werden met zorg op- en afgebouwd; soundscapes zweefden sfeervol om loodzwaar neer te komen. Ervoor zorgen dat die intelligentie live niet verdrinkt in de brullende gitaarmassa, is geen gemakkelijke taak, maar Briqueville vervulde die met verve. De band wist te scheuren en een sfeer op te bouwen en vast te houden. Er werd afgesloten met Akte IV, een spookachtig stuk gitaargeweld van de eerste plaat. Eén van de beste optredens van het festival.

Een andere band die de kunst verstaat sfeer op te bouwen zijn de Gentenaren van The Black Heart Rebellion. Er is een reden waarom zij het Church Of Ra-keurmerk mogen dragen. De spokende, donkere dreunen sloegen ook in op Dunk! De subtiele, tribale percussie speelde een hoofdrol in het scheppen van het brede geluid. In het bijzonder op Body Breakers slaagde de band erin de sound open te trekken en toch gebald genoeg te houden om een vuist te kunnen maken.

En ondanks al dat donkere geweld keken wij het meest uit naar de postrockers van We Lost The Sea. De Australiërs maakten twee jaar terug ‘Departure Songs’ voor de overleden zanger Chris Torpy. De plaat maakte heel wat los in de kleine postrockwereld en dit weekend speelde We Lost the Sea haar eerste, buitenlandse show. Van zenuwen leek geen sprake. De band wist de tristesse van het album, integraal gebracht, ook live vlekkeloos te vertalen. Opener A Gallant Gentleman hakte er meteen in en afsluiter Swan Song reet menig hart aan stukken. Verwachtingen ingelost.

Lost In Kiev is ondertussen een vaste waarde op Dunk! De trage intro's met spoken word-elementen werden afgewisseld met scheurende buildups en breakdowns. Het was vooral in dat laatste deel dat de band excelleerde. Als het aankwam op de verstilde tussenstukken, miste ze de creativiteit om te blijven boeien. Ze trachtten de boel wat op te leuken met visuals, maar die deden vooral goedkoop aan.

Flash The Readies was het spiegelbeeld van Lost in Kiev. In de verstilde stukken weefden ze op vaardige wijze melodieën door en tussen elkaar, terwijl ze in de buildups kracht misten om te overtuigen. De Tsjechen hadden wel een videokunstenaar bij hen, die boeiende, ritmische visuals bracht.

We hadden het in de voorbeschouwing al over de befaamde bosshows, die dit jaar niet als verrassingsact dienst deden, maar met zes sets een volwaardige plek op Dunk! Kregen. Met de hulp van de weergoden bleek dit een goede zet. Al waren er nog wat werkpuntjes.

De eerste twee dagen spartelde het geluid vaak tegen, kraakte het, of viel het weg. Desalniettemin vielen er heel wat memorabele shows op te tekenen. In de eerste plaats natuurlijk CHVE. Colins draailier-soundscape klonk nergens beter dan zaterdag in de Zottegemse bossen. Het publiek zat vlak na zonsondergang al even tussen de bomen in een halve cirkel klaar om de Kortrijkzaan te zien.

In tegenstelling tot vorige optredens, die we van hem zagen, leek zijn stem meer op de voorgrond te treden, zijn langgerokken, monastiek aandoende gezangen dreven nu eerder op de zware drone dan erin te verdrinken. De experimentele danseres, die CHVE had meegebracht, droeg bij tot de sfeer, maar wij kunnen ons voorstellen dat het bij sommigen de (bijna) spirituele ervaring wat verstoorde. Om het met een marketingleuze te zeggen: Colins optreden was een ervaring, een absoluut hoogtepunt van Dunk!

Ook Astoreth zette een sjamanistische dronesessie van jewelste neer. Waar hij bij onze voorbeluistersessies eerder scherp uit de hoek kwam, koos hij donderdag voor een warmer, meer sfeervol geluid om zijn rituele vocalen te onderstrepen.

Waar de bosshows een toevoeging waren voor voornoemde acts, zagen wij niet in waarom bijvoorbeeld Ilydaen er moest spelen. Niet dat het Luikse postmetaltrio geen goed optreden gaf. Er werd wat wijfelend afgetrapt, met een sound die nogal eendimensionaal was en op de vlakte bleef. De band leek pas wakker te worden, toen het publiek de band door een technisch defect applaudisseerde. Gitaarmelodiën werden opeengestapeld tot scheurende riffs, met een beukende bas en roffelende drums als ondersteuning. Ze waren desalniettemin beter tot hun recht gekomen in de grotere Stargazer-tent op een grotere geluidsinstallatie.

Die was dit jaar open langs één kant, waardoor ze heel licht was en acts als Aidan Baker en Karen Willems er niet echt tot hun recht kwamen. De subtiele soundscapes en het erg creatieve drumwerk verdronken in het helle zonlicht en het gebabbel aan de nabijgelegen cateringstands. The Void Of Expansion kampte met hetzelfde probleem te. Waar de donkere Stargazertent vorig jaar het ideale rustpunt was en een ideale locatie voor wat subtielere acts, verloren die er nu net aan kracht.

egelijkertijd speelde een stonermetalknaller als Mallämar dan wel in het donkere, verstilde bos. De hondsdolle, spuwende en bijtende bassist zette monsterriffs neer. En hoewel het de eerste band was op het bospodium waar het geluid echt goed zat, konden wij ons niet van de indruk ontdoen dat ze beter in de tent hadden gespeeld. Hoe dan ook was dat geen smet op wat een wervelwind van een optreden was.

Met worriedaboutsatan stond ook een elektronische act in het bos. Ze brachten subtiele, soms klikkende beats, doorweven met sferische soundscapes. Nu en dan ontplofte de boel en leek Dunk! even op een experimentele goa met in het zwart geklede postrockers. Een opstap naar een deephouse /minimal offshoot? Wij zien het alleszins wel zitten.

Al bij al zijn de bosshows een moedige (bij slecht weer moet er worden afgelast) keuze die zonder meer bijdraagt aan Dunk!, al kan er aan de programmatie worden gesleuteld.

Alles samen was Dunk! weer fantastisch. Wij konden ons niet van de indruk ontdoen dat deze editie op vele vlakken een testcase was om het festival naar een niveau hoger te tillen. Een extra podium, een breder programma, hier en daar een vreemde eend in de bijt; het geeft een richting aan. Naast de vinylperserij, het label, een winkel en een Amerikaanse editie lijkt Dunk! wegen voorwaarts te verkennen. Alles blijft integer met het oog op de muziek en de gezelligheid. In tijden dat een festival veelal een kuddegebeuren is, waarbij het publiek als melkkoeien in de rij voor een trog waterig bier wordt gezet, is het verfrissend om te zien wat mogelijk is als winst niet centraal staat.

29 mei 2017
Koerian Verbesselt