Eefje De Visser - Bestomende soloslim

NTGent, 15 maart 2018

Ze mocht dan wel moederziel alleen op de planken staan, met de ogen dicht leek het alsof ze stiekem een dj of twee mee op het podium gesmokkeld had. Op meticuleuze wijze knipte, plakte, bricoleerde en lijmde Eefje De Visser stukje bij beetje een volle, intense set in elkaar die bijwijlen niet zou misstaan in een hippe elektroclub, ergens op het kruispunt van roezig uitgelaten en zacht melancholisch. We zagen de ontbolstering van een stoere elektropopdame die de damp langs het fraaie decor van de NT Gent deed druppen.

Eefje De Visser - Bestomende soloslim

Het was een thuismatch voor Eefje, de Nederlandse die nu al een tijdje in de Arteveldestad gevestigd is – haar Gentse liefde achterna. Dat ze zich als een vis in het water voelde op enkele honderden meters van haar woonst bleek vanaf de eerste noot. Het gros van haar songs had ze aangekleed met beats, diepe elektro, subtiele baslijnen en lang uitgesponnen gitaarsequenties. Hoewel ze in haar uppie op het podium stond hadden we haar nog nooit zo vurig en vol panache gehoord, terwijl dat intieme sfeertje toch ook ergens verscholen zat. Dit ruigere werk voelt als een ware metamorfose in vergelijking met het kwetsbare, ingetogen meisje vanop haar eerste twee langspelers.

Ze bediende zich vernuftig van een looper en andere muziektechnische hulpmiddelen om haar nummers onder te dompelen in een walmende clubatmosfeer, met haar galmend en immer loepzuiver sirenegezang dat als een bucolisch bergstroompje doorheen de woestenij kronkelde. Haar zinnen zijn nog steeds niet af en zweven ergens in het ijle rond; dag- en nachtdromerijen die oplosten in de elektrosmog en verrassend goed standhielden onder de nuchtere maatslagen van de automatische drums. Eefje is een binnenvetter die haar gevoelswereld bloot legt op een podium, maar het zo verpakt dat enkel een cryptoanalyticus kan ontrafelen wat écht door haar hoofd spookt.

Opener Scheef demonstreerde al meteen het recept van de avond: een langoureuze, stevig herwerkte versie met een prominente downbeat. Met De Bedoeling viste ze een pareltje uit ‘Het Is’ op, om met Luister opnieuw in haar laatste plaat ‘Nachtlicht’ te hengelen. Ook het golvende Wacht rustte op een slome beat die de kunststukjes een solide ruggengraat meegaf. Met De Parade onthulde ze een song die op haar nieuwe plaat zal verschijnen en waarop ze – als we ons op dit lied mogen beroepen – de lijn van vanavond doortrekt.

Met Jong en Wel passeerde de goeie helft van ‘Nachtlicht’ de revue. Naar het einde van de set toe voorzag ze songs van een benevelende in- en outro die zelfs naar trance neigde – jawel, u en ik horen het goed. Het slot was een clubby aangelegenheid die de dansbenen deed jeuken, maar meer dan heen en weer gewiebel kregen de aanwezigen niet uit hun lijf geperst, en dat was oké. Op het podium grossierde De Visser als vanouds in sensuele vrijages op maat van de muziek; heupgewieg, armen uitgestrekt boven het hoofd en zwoel draaiende handen.

Haar populairste liedje Ongeveer bewaarde ze als bisnummer, waarmee ze op ingetogen wijze afscheid nam. Alsof ze ons als slaapmutsje wou influisteren dat dat brave, porseleinen meisje wel degelijk nog in haar schuilt.

16 maart 2018
Quentin Soenens