Gent Jazz 2019 - Vrouwenstemrecht

Bijloke, 28 juni 2019 - 9 juli 2019

Gent Jazz 2019 - Vrouwenstemrecht

Gent Jazz besloot de jazz even volledig aan de kant te schuiven voor een dag gewijd aan vrouwenstemmen. Je zou voor minder, als je een topper als Joan Baez kan strikken op haar eeuwigdurende afscheidstournee. Gewoonlijk oreren wij dat langgerokken afscheidstournees bestraft zouden moeten worden met het verplicht zingen van After The Goldrush in de originele toonaard, maar in het geval van deze grande dame zijn we gewoon tevreden dat we haar nog eens kunnen horen en zien. Op de affiche vonden we dan ook nog Cowboy Junkies terug, dus wij stonden likkebaardend aan de Bijlokesite op donderdagnamiddag.

Op een uur waarop de meeste mensen nog moeten doen alsof ze werken had Geike de ondankbare taak voor een driekwart lege zaal een vooruitblik te bieden op de plaat die ze in oktober zal uitbrengen, en waar Joost Zweegers een dikke hand in heeft. “Jullie gaan dus nog geen liedjes kunnen meezingen” kregen we te horen, maar op basis van deze avant-première vermoeden we dat er zelfs na de release van de plaat niet zo snel heelder voetbalstadions de ingetogen ballads zullen meebrullen.

In de opener No Excuses hoorden we een paar sprankels en trillingen in Geikes stem die we nog nooit eerder hoorden, en even droomden we hier de vocale verrassing van het festival of misschien wel van het jaar mee te maken. Die hoop zakte evenwel nummer na nummer weg door de eenvoudige piano-en-gitaararrangementen van de nogal platte melodieën, de stokpoppendanspasjes en zeker de vergeetbare teksten over leven en liefdesverdriet. Bij The Siren’s Call dachten we aan het hemelsbrede kwaliteitsverschil met Song to the Siren – luister ook eens naar de versie van Robert Plant - of bijvoorbeeld een plaat als 'Fragments of a Rainy Season' van John Cale, waar de combinatie piano-stem wel een enorme dynamiek en bijtende songs oplevert. Met mondjesmaat geconsumeerd was dit best te pruimen – denk: twee nummertjes in een zondagochtends politiek praatprogramma – maar om een avond te vullen hangt er toch ruim weinig vlees aan deze muziek.

Tiny Legs Tim mocht de tijd voor de setwissel volmaken op het tweede podium. Verdenk ons niet van doorgedreven purisme, maar wij delen het enthousiasme van onze mederecensenten niet echt als ze deze feesten-en-braderijenblues ophemelen. In zijn onvolprezen vadermoord ‘Nooit Ziek Geweest’ schreef Niko Dijkshoorn: “Dixieland is muziek voor mensen die niet van muziek houden. Ik heb dixielandorkestjes altijd dood gewild.” Iets gelijkaardigs dachten we over de “blues”die we hier hoorden. Nu wensen we Tim-met-de-korte-beentjes uiteraard geen voortijdig einde toe, maar in zijn genre mist hij toch iets wat hem boven de blazende massa gelijkaardige bandjes uit tilt. Mocht Helmut Lotti ooit nog eens de bluesklassiekers op plaat willen zetten weet hij echter wel al welke band hij moet contacteren.

Cowboy Junkies schopten hun Europese tournee op gang in Gent. De band veranderde sinds de oprichting in 1985 niet van bezetting, maar ze brachten wel een extra man mee die de mondharmonica en mandoline voor z’n rekening nam, en een vaas bloemen. Welk van beiden het meest bijdroeg aan de sfeer is nog open voor discussie. Margo Timmins moet het niet hebben van stemacrobatiek maar wel van doorvoelde, doorleefde en pakkende klanken. Die komen minder uit de verf bij het kwade The Things We Do To Each Other als bij het bloedmooie Escape Is So Simple. Het jongemeisjesachtige van op ‘The Caution Horses’ is ondertussen al wat jaren verdwenen uit haar stem, je hebt nu eerder de indruk naar een vrouw te luisteren die nogal defaitistisch de stommiteiten en het hartzeer uit haar leven vertelt in een triestige uitzuip op een late weekavond. Erg gelukkig zag de band er effectief ook niet uit.

Nog meer pakkends: Vic Chesnutts I Flirted With You All My Life. De man zelf kan op deze aardkloot de dood niet meer aanroepen wegens effectief door Magere Hein weggemaaid, maar Cowboy Junkies houdt de herinnering terecht levend. Nog meer moois met 200 More Miles en de kwade nieuwe song Missing Children. Er gebeurt inderdaad heel wat vreselijks, schaamteverwekkends en ronduit mensonwaardigs op de wereld, en het strekt tot eer dat er toch nog bands zijn die dat het toonzetten waard vinden. Maar daarover verder meer.

De set duurde helaas maar een goed uurtje, en daarin moest natuurlijk ook nog het nodige uit de ondertussen meer dan dertig jaar oude ‘Trinity Session’ weerklinken. I Don’t Get It uiteraard, en het onverslijtbare Sweet Jane. Margo Timmins zong de eerste strofe op een meter van de micro, wat een erg desolaat effect gaf, en ze leek het nog altijd niet te geloven toen ze zong “me, I’m in a rock-‘n-roll band”. Michael Timmins vocht op typische wijze met de snaren en Alan Anton vertrok nauwelijks een spier. Op Misguided Angel bewees Margo Timmins hoe onderschat haar warme deken van een stem soms is. Dit optreden had gerust dubbel zo lang mogen duren.

Wat niet gezegd kan worden van de set van Julia Holter. Nu, dat zal wel weer aan de gebrekkige muziekkennis van uw recensent liggen – u wil niet weten hoe vaak er ter redactie gaten in massief houten bureaubladen geslagen zijn tijdens de discussies over kwelende feeën die wat op een piano zitten rammen en daar trommelvliessplijtende teksten over declameren met een air van onmetelijke interessantigheid. Geen spek voor onze bek dus, en wijselijk zochten wij de voortreffelijke cateringstanden op. Daar konden we nog begrijpen dat bepaalde voedingswaren als bio, glutenvrij, authentiek, vegetarisch en wat nog al werden geadverteerd, maar Karma-pissijnen? Dat is Gentenaarisme gone mad.

De ondertussen nokvol gestroomde tent verwelkomde Joan Baez hartelijk, en kreeg die typische ontwapenende glimlach terug. Op haar parlorgitaar zette ze Don’t Think Twice, It’s All Right in, en als er iemand zich die song eigen kan maken is zij het wel. Na Farewell Angelina kreeg Baez versterking van haar zoon op percussie en ene Dirk Powell op velerlei snaren en piano voor Tom Waits’ Whistle Down The Wind. Opvallend in zijn onopvallendheid was dat de klank in de tent al heel de avond subliem goed was, en dat wat bij Baez niet anders. De occasionele sprankels in haar stem werden echter bijwijlen overstemd door het gekraak van de metalen stellingconstructie onder de voeten van concertgangers die hun plaats op de bovenste tribune nog moesten zoeken en het gereutel van spiegelreflexen van de fotografen die niet in de al zo benepen frontstage mochten. Jammer.

Bij Silver Blade moesten we vocaal soms aan Bonnie Tyler denken, als u wil weten hoe het verder met Baez’ stem gesteld is. Zangeres Grace Stumberg mocht de hogere partijen op subtiele wijze voor haar rekening nemen en deed dat met charmante terughoudendheid. Samen zongen ze met de nodige autoriteit Woodie Guthries Deportees. Deze aanklacht tegen de mensonwaardige behandeling van immigranten blijft na zeventig jaar actueel, en werd dan ook links en rechts gefilmd met smartphones waarvan we niet willen weten  onder welke omstandigheden ze gemaakt worden, daar zo ver van ons bed. Laat ons gewoon luid genoeg applaudisseren voor liedjes die onrecht aanklagen, dan verbetert de wereld vanzelf wel.

Diamonds and Rust mocht uiteraard ook niet ontbreken en overtuigt nog steeds, of zelfs steeds meer. Het op gospelritme gezette No More Auction Block was minder memorabel, ware het niet dat Baez terloops vertelde over haar samenwerking met Martin Luther King. Dan besef je: deze vrouw stond vooraan bij sommige van de grootste artiestieke en maatschappelijke omwentelingen van ons tijdperk. En wat meer is, ze kan ook over de huidige stand van zaken meepraten. And The President Sang Amazing Grace is een verhalende folksong over de schietpartij in de kerk van Charleston, die in deze versie op gitaar nog pakkender en subliemer wordt dan de pianoversie op plaat.

Daarna volgden een paar meer vergeetbare momenten. Als je Leonard Cohen persoonlijk gekend hebt, kan je uit dat magnifieke oeuvre toch iets anders plukken dan Suzanne? En vanwaar dat pianoboogietje als achtergrond voor Joe Hill? Dan liever Gracias a la Vida, en de echo’s van Buena Vista Social Club deden ons ons afvragen of Ry Cooder op de valreep geen tijd zou hebben voor een smaakvol plaatje met de ondertussen achtenzeventigjarige Baez.

Bisnummer Forever Young was aangrijpend zonder al te stroperig te worden. Dat kon van Imagine niet gezegd worden. Want als ons eens een alineaatje kritisch klieven gegund is: waar slaat die tekst van Lennon eigenlijk op? Als er geen eigendommen zijn en alles wordt door iedereen gedeeld dan profiteren niet alleen de minder begoeden maar vooral de allerluisten van de arbeid van zij die kunnen en willen werken – wat uiteindelijk tot inhaligheid van laatstgenoemden zal leiden, ofwel tot honger als de werkers dan ook maar beslissen zich op hun lege krent te zetten. En zelfs zonder landen en religies zal er nog steeds gemoord en gestorven worden, want dat zijn slechts vehikels die de strijd om meer grond, grondstoffen en rijkdom van enkele machtigen verkoopbaar maken aan het kanonnenvoer. Nee, als je een gegronde woede voelt over de stijgende ongelijkheid in de wereld zing je beter Aerosmith’s Eat The Rich. Al hangt het dan wel van partij tot partij af waar de grens voor “rich” ligt.

In de tweede bisronde mocht het publiek “lai li lai” meezingen bij The Boxer, en dat heet in Nederland geloven we een Omroep Max-momentje. Het was bij afsluiter Dink’s Song dat we toch nog even een scheut ontroering voelden omdat de “Fare Thee Well mijn vrienden” klonk als een echt afscheid. Maar we wensen Joan Baez hier nog geen vaarwel. Ze is nog niet weg.

Gent Jazz '19 - dag 4

5 juli 2019
Stefaan Van Slycken