Lokerse Feesten 2018: Dropkick Murphys,... - Punkfeestje voor gevorderde leeftijd

Grote Kaai, 7 augustus 2018

Lokerse Feesten 2018: Dropkick Murphys,... - Punkfeestje voor gevorderde leeftijd

De Lokerse Feesten bracht op zijn traditionele “punkavond” de term “feest” in realiteit. Dat stond vast. We geven de avond een score van 4,5/5. En dat betekent wat.

Het Australische trio en opener Living End maakte zijn rentree na elf stille jaren. Een slappende contrabassist, vingervlugge gitarist en zanger en sneltreindrummer zijn nog steeds de heilige formule. Een formule die zich vertaalde in hobbelende hoempapapunk (End Of The World), skapunk (Raise The Alarm) of singalong rock-‘n-roll (Don’t Tell Us What To Do).

De swingende rocksong Don’t Lose It gaf een eerste blik op de te verschijnen plaat (die overigens steengoed is!). En wanneer zanger Chris Cheney een stukje pittige bluegrass op zijn gitaar soleerde, bleek Living End even een perfecte warming up voor de headliner en partyband Dropkick Murphy’s. Leuk detail: de opengescheurde kartonnen doos boven het pedalboard van Cheney. Punk blijft een stukje doe-het-zelf.

De eerste echte publiekstrekker bleek echter Mike Muir met zijn Suicidal Tendencies: nog steeds de maatstaf voor crossover, speedthrash en skatepunk. Vijf energieke blokken testosteron, tattoos, bandana’s en spierballen uit California, met de eeuwig wild gesticulerende en predikende Muir als aanvoerder.

Opener en meezinger (You Can’t) Bring Me Down werd tot tien minuten toe uitgerekt, telkens weer opnieuw met tussenpauzes van funky hakkende bas, vlijmscherpe, gierende gitaarsolo’s en een openbrekend refrein. Fun en agressie hand in hand.

Alle eer trouwens ook aan iconisch drummer Dave Lombardo (Slayer), die duidelijk nog wat extra vuurwerk in de show bracht. War Inside My Head, Freedumb of veel “suicidal togetherness” in afsluiter Pledge Your Allegiance, waarbij heel het plein mee “S.T.” mocht scanderen, namen een dertigtal fans mee op het podium in. “Cyco with the C from Crazy”.

Grootste madness en misschien wel anticlimax bracht Turbonegro. Toegegeven, er waren best wat vetkuiven en gescheurde turbojugend-jeansjassen in het publiek te bespeuren, maar de echte punk -of metalfans hadden toch terechte bedenkingen bij de Village People outfits van dit Noorse controversiële gezelschap. Hun zelfverzonnen genre death rock-’n-roll stond opnieuw bol van de singalongs, goedkope rockriffs type Bon Jovi of foute covers (Queens Mama en Belinda Carlisles Heaven Is A Place On Earth).

“Ja dat is mooi, mooi, mooi man. Het leven dat is één groot feest”, zo wist een wijs Hollands gezelschap ooit samen te vatten. De Special Education- carrouselrock waarmee frontman The Duke Of Nothing (what’s in the name!) het publiek onderrichte of afsluiter I Got Erection dat met veel oooh ooh en aaah aah’s meegescandeerd moest worden, deden het niveau in elk geval tot ver onder het nulpunt zinken. Wat dan weer wel paste in de sfeer van de grote kermis die elk jaar rond Lokerse Feesten hangt.

Meer seniorennieuws. Punkrocklegende Bad Religion vierde het dertigjarig bestaan van zijn doorbraakplaat ‘Suffer’ door die integraal te brengen. Extra moeilijkheid: op de echte fans na, was 95% van het publiek de songs van de plaat ook wel al lang vergeten. Aangezien speednummers als You Are The Government of How Much Is Enough geen twee minuten duren en technisch ook net wat moeilijker zijn – zeker wanneer de typerende tweede stem van bassist Jay Bentley technisch bleef haperen – raasden de vijftien tracks van het album er als een sneltrein vandoor. Scherp, zuiver en nog steeds fantastisch gedragen door de melodieuze zang van de als een verstrooide professor ogende frontman Greg Graffin.

Gelukkig zijn de titeltrack of het knallende Delirium Of Disorder schitterende hoogtepunten in deze nog steeds miskende plaat. Echt knallen ging het echter in het tweede deel van de show, een keurige “best of” die begon met een lekker lang meezingbaar Generator (“Like a rock, like a planet...”). American Jesus, I Want To Conquer The World (Graffin for president!), 21st Century Digital Boy, This Is Just A Punk Rock Song: te veel hoogtepunten om op te noemen.

En dan viel ook nog maar eens op wat voor een fantastische song het uit volle borst meegezongen Sorrow is. Het allereerste Bad Religion nummer Fuck Armageddon - This Is Hell mocht zesendertig jaar na datum en als song nummer achtentwintig in de show dit fantastische meeleefspektakel afsluiten. Kleine hint voor de band: volgend jaar is ‘No Control’ dertig jaar oud ...

En dan lag de bal al lang voor de goal voor het ijzersterke, Ierse Boston-leger van Dropkick Murphys.  Een folkpunkfeest dat van begin tot eind explodeerde, (we mijmeren nog nostalgisch terug naar de leuke Ierse pub die destijds over de Lokerse Kaai overheerlijke Guinness van het vat serveerde).

De pubpunk van het gezelschap - afwisselend met vier tot zeven muzikanten wegens aanvulling met doedelzak, banjo, fluit of harmonica – bleek twintig jaar na geboorte nog erg fris en populair bij jong en oud. Een intro waarbij Sinéad O Connor bijna heel The Moorlough Shore door hart en ziel bleef snijden, was de perfecte aanvang voor de feestexplosie die erna losbarstte.

“The boys are back (and the’re looking for trouble)” ging het al snel erna. Problemen in de vorm van een meeklappende, meezingende en meefeestende massa dan. De Dropkick Murphy's waren soms lekker volks en plat (Johnny I Hardly Knew Ya met meezingend “Hurroo Hurroo” op de tonen van traditional When Johnny Comes Marching Home). Maar zanger Al Barr, die zijn enthousiasm niet kon temperen, klonk evengoed energiek en zelfs wat heroïsch zoals bij “the first song we ever wrote”, het Oi!-anthem Barroom Hero. Keltische punk werkt. 

Met The Wild Rover veroverde Dropkick Murphys genadeloos het plein. En als extra bekrachtiging volgde ook nog de snelle meezinger Going Out In Style. Zeker weten.

9 augustus 2018
Johan Giglot