Once A Punk Fest - Once a punk, always a punk
Stadsfeestzaal Aarschot, 6 december 2025
Punk en overleven, het is toch wat. Vanaf dat The Exploited de veelbesproken ‘Punks Not Dead’-plaat uitbracht, bleef de eeuwige discussie lopen over “Wat is punk?” en “Overleeft de DIY-punkspirit?” in een wereld van groter, asocialer en … dommer? Volmondig ja! Getuige het jaarlijkse punkfeestje in het Hageland, waar het kruim van oerpunk en oi!-bands blijven samenkomen. En editie 2025 kende, wat dat betreft, wel een hele sterke affiche. Met Discharge, GBH en The Exploited stond heel de drievuldigheid van de "UK 82 punk movement" op hetzelfde podium. Een unicum! Aangevuld met meer dan een handvol bands, die in de eerste punkgolf eind jaren zeventig, ontstonden!
Toegegeven, een indoorfestival met vijftien energieke bands dat een uur of twaalf in beslag neemt en een fysiek meer gerijpt publiek aanspreekt, wordt vaak niet helemaal van A tot Z beleefd. Wij moesten helaas forfait geven voor onder meer The Insane en Peter And The Test Tube Babies, twee satirische Britse bands uit de eerste punkgolf eind jaren zeventig, maar bij The Erections, een Japans trio uit Hiroshima dat zichzelf “pogopunkers” noemt, waren we wel bij. Verder dan enkele obscure, zelf uitgebrachte tapes in het tienjarig bestaan is het gezelschap nooit geraakt, maar de live reputatie en vooral ook de felgekleurde en erg opvallende hanenkam-outfit zijn Kentaro, Naka-Chin en Taka-44 vooruitgesneld. Live was dit in elk geval goed voor nogal stevig “jong geweld” op een festival van oude rotten. Een energieke uppercut die je van Aziatische bands kan verwachten (en die in het westen soms ietwat overdreven aanvoelt).
De echte eerste grote klepper stond nadien op de main stage. GBH, de grondlegger van de fellere, metalgedreven hardcorepunk, waarvan zanger Colin de dag voordien vierenzestig kaarsjes mocht uitblazen, is een jaarlijkse vaste waarde op het Aarschotse festival. Ook al bracht de band al meer dan tien jaar geen essentiële plaat meer uit (in feite zelfs dit millennium niet meer), toch is een optreden van de “lads from Birmingham” keer op keer een beetje thuiskomen. Songs als War Dogs, Sick Boy of Bellend Bop zijn immers inmiddels cultklassiekers in het genre geworden. Niet toevallig komen ze allemaal uit ‘City Baby Attacked By Rats’, een iconisch album in het streetpunkgenre. In elk geval klonken ze na veertig jaar nog even scherp en venijnig als weleer. Of hoe Maniac werd opgedragen aan Trumps pathetische, omgekochte “bekroning” op de FIFA-voetbalverloting. Waarbij niet enkel Abrahall nog steeds venijnig gesticulerend en scherp van stem (zeg maar: geroep) was, maar ook het technisch scherp en snel snaarwerk van Colin Blyth naar voren kwam. Alleen jammer dat de engineer van dienst duidelijk geen balans kon vinden in de grote, galmende stadsfeestzaal, waardoor het optreden een beetje verdween in een waas van noise. De microfoon van de tweede stem van Blyth bleek het zelfs niet te doen.
En dan was het punkfeest pas echt goed vertrokken. We schuurden richting Klinker Stage voor Antidote (de Nederlandse versie weliswaar, niet de NYHC undergroundband). Een fijn tussendoortje met deels Nederlandstalige pretpunkteksten, maar vooral qua sfeer in jeugdhuis De Klinker ook stukken intenser dan in een grote feestzaal. “Het gaat niet om wie je bent, het gaat om wat je doet!”, aldus een duidelijke boodschap na een fel My Government (“is a fart”). De band had duidelijk een groot eigen publiek meegenomen dat de heerlijk eenvoudige singalongs mee kwam kelen. “Fuck you – ow ow ow – fuck you.” Heerlijk efficiënt. Of luister eens naar Broodje Kaas, ook heerlijk meegezongen door de fans. Bij Liar of I Don’t Care ging het er wat grimmiger aan toe, zodat de bijeengepakte menigte de hele PA dreigde weg te duwen (en de engineer tegengewicht moest geven). Punk as we like it. Net zoals een band in de tweede helft van de leeftijdsschijf “Live fast, die young”, tiert. Lol.
The Business, de volgende op de main stage, was misschien wel het grootste voorbeeld dat punk niet kan sterven. Want toen frontman Micky Fitz negen jaar geleden overleed aan kanker, besloot de Zuid-Londense Oi!-band niet te doen wat de meeste bands zouden doen, de stekker eruit trekken. Nieuw materiaal kwam er vanzelfsprekend niet, maar het echte punkgeluid van eind jaren zeventig hield de resterende band wel overeind. Een eerbetoon dat in Aarschot vol overgave en passie gebracht werd. De baldhead bodybuilders hadden er veel zin in. Van technische moeilijkheden bleek ook plots niets meer te bespeuren. En alweer tijd voor enkele knallers. Meer en meer begonnen de songs van de bands enigszins inwisselbaar te lijken. We Want The Truth of We Want Justice, No Problems, … hadden we die boodschap niet al gehoord? Wat we nog niet kregen, was een oer-Brits footballanthem als Saturday's Heroes. Spijtig genoeg hebben we hier geen gelijkaardige London soccermadness. Of toch niet onder een punkpubliek.
Voor The Menace (ontstaan in 1976) geldt een zowat gelijkaardig verhaal, al redden de streetpunkers zich na het heengaan van Morgan Webster (1991) met vijf verschillende frontmannen. Oerdrummer Noel Martin nam vier jaar geleden de micro ter hand en bracht met de pubpunkers vorig jaar nog een nieuwe langspeler uit. Echt dreigen deden de heren niet meer. De gesoundcheckte mondharmonica kregen we slechts magertjes te horen, maar een felle en spottende frontman met het ronde zonnebrilletje des te meer. Eén die met single van het eerste uur, Electrocutioner, nog steeds smakelijk hapt en grapt, maar met Death And Taxes ook naadloos een onopvallende brug maakte naar werk van bijna vijftig (!) jaar later. We noteerde ook een tekstueel complexe song als 1212 (“1,2,1,2, 1,2, 3,4 – can you hear us in the back?”). En ook nu was De Klinker weer het decor voor feest, weliswaar met een feestelijk, pogo-en-stagedive-vriendelijk Party Animal.
Tijd voor alweer een bommetje en een thuismatch. Er gaat geen jaar voorbij zonder dat The Exploited en de explosieve Wattie Buchanan in het Hageland passeren. Ook deze legende teert natuurlijk op legendarische oerplaten om keer op keer dezelfde zing-mee-brul-mee-songs te brengen. Inmiddels is zowat elke Exploited-song dan ook een pure klassieker geworden en gaan de kreten en vuisten met ondermeer Chaos Is My Life, I Believe in Anarchy, Dead Cops of Let’s Start A War (Said Maggie One Day) steevast de lucht in. Officieel gaat de band de wereld rond in de 'Punks Not Dead – 45 years Tour', maar dat weerhoudt Wattie en co er natuurlijk niet van om alle klassiekers erdoor te knallen! Al moeten we zeggen dat songs als Dead Cities of Noize Annoys (ahum) ook even iets complexer - lees: minder meebrulbaar - zijn. Op die momenten blijkt wel nog maar eens hoe technisch sterk de muzikanten in deze band zijn: de met veel tussenmaten meppende funksoulbrother Garry “G Man” Sullivan, de goedlachs wiegende bassist Irish Rob en vooral het soms bijna hardrockend, thrashy gesoleer van Steve Campbell. Topklasse.
Deze waren we ook al helemaal kwijt: de glampunkers Slaughter And The Dogs. Ook nu mocht je het “glam en glitter” wel weglaten, weggesleten door de tand des tijds, hoewel de geblondeerde kuif van frontman Wayne Barrett er misschien nog wel mocht zijn. Net als diens eeuwige jeugd of Cocaine Smile misschien. Een satirische song, laat dat duidelijk zijn. De Manchester boys pakten moeiteloos de Klinker in, temeer omdat het grote publiek nog bij het uitgelopen concert van The Exploited uitwaaide en dus enkel de devoten van het eerste uur en de vele uit de UK meegereisde fans de zoveelste bandreünie kwamen meevieren. En dat geeft toch een unieke sfeer. Dreigende speedrock als We Don’t Care uit het Margaret Thatcher-tijdperk, het dolgedraaide I’m Mad of het schizofrene Situations: een non stop wilde, feestelijke rock-’n-rollorgie.
En dan kopten we richting 23u met headliner Discharge, een absoluut klassieke oerpunkband die qua snel en agressief spel de medespelers vaak achter zich laat. Vanaf de nogal moeizame opstart na een lange, herhalende gitaardrone en spoken-word-radioberichten knalde de band er meteen op los met Fight Back. Op één of andere manier kegelt Tezz Roberts altijd weer de vorige bands naar de achtergrond en krijg je door de pure passie en verwoestende energie het gevoel dat het nu pas “for real” is. Het was trouwens weer nodig, want een uitgevallen versterker en het voortdurend wegdraaiende gitaargeloei reduceerden de extreme, rauwe, razendsnelle en noisy punk, waaruit het gros van de extreme metal- en hardcorescene groeide, tot een uppercut van bas, drums, zang en een waas van gitaargeweld. Tot onvrede van de fans misschien, maar daarmee kwam het anarchistische pacifisme, dat de band predikt, wel mooier tot zijn recht. Hear Nothing See Nothing Say Nothing, Protest And Survive, Drunk With Power,… moeten we nog verder gaan?
