The Horrors - Kop op!
Ancienne Belgique, Brussel, 15 december 2011
Als er één optreden al een tijdje met stip stond aangeduid op de kalender was het dit wel. Bij The Horrors weet je namelijk dat ze anders zijn dan de gemiddelde poprommel op de radio. Met hun derde album 'Skying' werden ze bestempeld als volwassener dan ooit tevoren, maar spijtig genoeg konden ze dat getankte vertrouwen niet volledig laten overwaaien naar een kritische Ancienne Belgique. De Britse band klonk zoals ze er op dat podium uitzagen: als schimmen in donkerblauw licht.

Het was natuurlijk te verwachten dat dit niet de meest spectaculaire show ging worden want veel beweging zat er duidelijk niet in. Gitarist Hayward mag dan nog de meest flexibele benen op aarde hebben (zowaar geduchte concurrentie voor The Drums-zanger Pierce), een hele show het publiek daarmee geboeid houden ging niet altijd even vlot.
Maar we kwamen voor de muziek. Helaas kon ook daar de kunde beter aan de man gebracht worden. Aanvankelijk werd met Changing The Rain het tempo niet te strak gehouden. Who Can Say? schoot dan weer wel als loeier van formaat door de zaal. Live klonk het vrij krom omdat de bas te veel grunge spuwde en de AB-belichting er even een disco van maakte. Zonde van misschien wel de grootste klassesong uit hun werk. Wonderwel werden er toen nog geen klachten bij het publiek opgemerkt.
Met de gitaren zo laag mogelijk op de dijbenen en de haarbles netjes in de war en voor de ogen gedrapeerd kreeg I Can See Through You een ironische ondertoon. Het verdacht opgewekt klinkende lied weerhield de sfeer er nog even van een vrije val te nemen met dank aan de synthesizer. En wanneer we bij Scarlet Fields en later in de set bij Still Life even aan Simple Minds moesten denken, leek het allemaal zo slecht nog niet. Zwiepende gitaarsolo's, niet te kort en niet te lang, ze bestaan gelukkig nog.
Ook Dive In klonk zeer aangenaam, alleen leken zang en drums (opzettelijk?) slecht afgesteld te zijn. De rest van de band trok zich technisch wel perfect uit de slag en ook al werkte de zaal niet echt mee, het raakte hun koude kleren niet. Endless Blue ging van een tedere Hawaïaanse intro over in een uitdagend felle manifestatie van gitaarnoise en de Britten sloegen er zo telkens in ons even te doen opkijken, al had dat vaak met de man achter de synths te maken. Ook de hoofdjes in de zaal begonnen nu stilaan mee te wiegen.
Ook Sea Within A Sea was een flinke scheut olie op het waakvlammetje. Heerlijk lange, instrumentale stukken met enkele gitaarsolo's en synthlijntjes zorgden ervoor dat het eerste hoogtepunt er wel degelijk kwam.
Een abrupt slot na amper drie kwartier maakte een voorlopig einde aan de muzikale wanhoop van de shoegazers. Zelf leken ze weinig enthousiast van het podium te stappen en het duurde bijgevolg wel erg lang vooraleer ze aan een bisronde begonnen. Maar wrange situaties waren met een dergelijk mak publiek nog moeilijk te vermijden.
Mirror's Image bevatte snijdende gitaren die de synthintro naar de achtergrond deden deemsteren. Voor zulke stevige songs moet je zijn, al was ook dat in deze zaal een hopeloze zaak. Helaas duurde de goede tendens van melodieuze punk met de scherpe kantjes af niet voort in Three Decades. Net als Who Can Say? werd ook dat de mist ingesleurd.
De heren wisselden amper van gitaar en ook de formule van een elektronisch begin, gevolgd door snoeihard gitaarwerk, werd enkele keren uit de kast gehaald. Bij Moving Further Away viel dit nog in goede aarde, al was de meerwaarde ook daar ver te zoeken. Frontman Badwan creëerde een berg van distortion door met zijn micro tegen de versterker aan te schrapen. Zo kregen we toch nog een weergaloos slot voorgeschoteld, ondanks de bizarre bisnummerkeuze.
Dit was zeker niet slecht, al hadden we hier veel meer van verwacht. Kop op, heren, volgende keer beter!